‘Jouw donut tegen mijn kikker?’ ‘Als ik jouw ijsje krijg, mag ik dan jouw alien?’ ‘Twee aapjes voor een pizza én de smiley?’ Het is half negen ’s ochtends en Rayano en Semmi staan met Bente en Zoë bij de kapstokken druk te onderhandelen.
Ik hoor het al. De plaatselijke supermarkt heeft weer een spaaractie op touw gezet. En dat betekent dat mijn lieve leerlingen met plastic zakken vol gekleurde poppetjes naar school komen. Dit keer verzamelen ze Emoji’s.
‘Kijk juf, hoeveel we er al hebben. Wij sparen samen!’ Bente en Zoë tonen vol trots hun gespaarde gadgets. ‘Dat is mooi dames, maar leg het maar op de juffenkast. Zo raak je ze niet kwijt.’ Ook Ava en Lise laten hun buit zien. ‘Je kreeg er één gratis bij de crackers, juf! En dus heeft mama heel veel crackers gekocht!’ Logisch.
Smurfen, Minions, Freek Vonk-plaatjes en nu dus die Emoji’s. Ik heb het allemaal voorbij zien komen. En keer op keer verzamel ook ik enthousiast mee. Niet om mijn collectie compleet te krijgen, maar om de kinderen te helpen met hun verzameling. Daarbij leer ik ze eerlijk te ruilen – van ruilen komt anders al gauw huilen – én ben ik op de hoogte van wat er speelt.
Ik vertel ze ook meteen dat als ik de Emoji’s in de klas zie, ze automatisch van mij zijn en ik ze gebruik voor het ruilen. Mijn quasi-strenge gezicht spreekt boekdelen en alle Emoji’s blijven in tassen of op de juffenkast. In de pauze en na schooltijd mogen de kinderen ruilen. En daar houden ze zich keurig aan.
Tijdens het eten en drinken komt Joey naar me toe. Hij wil ook graag een Emoji. En hij heeft zijn zinnen gezet op mijn limited edition – gekregen bij het wasmiddel – die staat te pronken op mijn bureau. Maar ja, zijn moeder gaat altijd naar een andere supermarkt. ‘Tja,’ zeg ik tegen hem, ‘dan moet je met iets anders ruilen.’ In deze klas gaat namelijk alleen voor niks de zon op. De volgende dag komt Joey met een roze flamingopotlood inclusief glitters aanzetten. De deal is snel rond. Hij blij, ik blij.
Doordat ik fanatiek meespaar, staat er dagelijks na schooltijd een rij van hier tot Tokio (lees: vanaf het lokaal tot aan het einde van de gang) bij mijn bureau. Groep 3 wil niets liever dan ruilen met hun juf. In recordtempo raak ik al mijn unieke Emoji’s kwijt. En ik krijg er steeds dezelfde poppetjes voor terug. Verbaasd kijk ik naar mijn incomplete verzameling: zes pompoenen, vier drollen en twee hotdogs. Drie handjes en één raket. Plus een verdwaalde Minion, het flamingopotlood, een Mario Brother en een smurf.
Terwijl ze de klas uitlopen, hoor ik Rayano tegen Semmi zeggen: ‘De juf kan echt niet ruilen.’ Hij heeft helemaal gelijk. En daar moet ik stiekem een beetje om huilen.