Het is maandagmiddag als ik het lokaal binnenloop. Ik tref een groep derdejaars studenten aan. Het merendeel stilzwijgend en al swipende, sommige met hun hoofd op tafel. Zowel de studenten als ik hebben al een hele ochtend les achter de rug. Ze stralen weinig energie uit en lijken niet echt zin te hebben om een les burgerschap van mij te volgen. In het kader van vitaal burgerschap lijkt het mij een goed idee om een stukje te wandelen. Frisse lucht, beweging, de natuur zien. Wie wil dat nou niet?
“Wandelen? Waarheen dan en waarom? Weet u wel hoe koud het buiten is, mevrouw?” Met enige traagheid en de conclusie dat ik vast geen les heb voorbereid, trekken de studenten hun jas aan. Weerstand is leerstand blijf ik in mijn hoofd herhalen. Twee aan twee lopen de studenten achter me aan, druk kletsende over het weekend. Buiten de poorten van school ligt een natuurgebied. “Als je naar links kijkt, zie je de prachtige Brabantse flora en fauna,” en ik wijs naar een reiger die voorbijvliegt. “Ohja, mooi hoor…” en het gesprek gaat verder over een uit de hand gelopen drankspelletje.
Er valt een stilte in de klas. Een student aarzelt maar begint dan te vertellen.
Tijdens de lessen burgerschap probeer ik zoveel mogelijk in te spelen op de actualiteiten. Er gebeurt zoveel in de wereld momenteel, dat ik soms niet weet waar ik moet beginnen. Ik denk aan een les burgerschap van vorig schooljaar over de stemwijzer. We bespraken een stelling over noodopvang voor vluchtelingen: Belachelijk, waarom moeten wij die mensen opvangen?!
Er valt een stilte in de klas. Een student aarzelt maar begint dan te vertellen. “Het was voor mij fijn om een plekje te hebben toen ik hier aankwam.” Een aantal jaren geleden heeft ze in meerdere asielzoekerscentra gewoond met haar tante en zusje, vertelt ze. “En je moeder?” vraag ik onwetend. Die kwam pas vijf jaar later, er was nauwelijks contact. Vanuit Somalië is haar moeder lopend naar Nederland gekomen. Ik hoop even dat ik haar verkeerd versta. Een barre tocht van een jaar. Onvoorstelbaar.
Eerder kreeg ik van een student de vraag: “Wat is uw mening over de oorlog tussen Israël en Hamas?” Ik heb nog altijd het juiste antwoord niet. Ook dat is een onvoorstelbare situatie die ver weg is en tegelijkertijd dichtbij. Voordat we terug door de schoolpoort lopen, blijf ik stilstaan. Met de zon op mijn gezicht besef ik ineens hoe bevrijdend het is om zelf te bepalen wat ik doe in een les. ‘Gewoon’ met een klas wandelen op maandagmiddag zonder me druk te hoeven maken over mijn eigen veiligheid of vrijheid. Zó vanzelfsprekend dat ik daar met studenten eens wat vaker bij ga stilstaan.
Alisa Lalicic is Docent Pedagogische vakken in het middelbaar beroepsonderwijs.