De definitief vastgestelde conceptkerndoelen Nederlands, die onlangs aan het ministerie van OCW zijn opgeleverd, zijn zo opgebouwd en geformuleerd dat ze rijk, betekenisvol, actief en samenhangend taalonderwijs stimuleren. Daardoor wordt het taalonderwijs ook in andere leergebieden functioneler en zullen leerlingen en leraren het leergebied Nederlands als boeiender, uitdagender en relevanter ervaren, zo is de verwachting. Een interview met curriculumontwikkelaar Katinka de Croon.
Drie domeinen
De definitieve conceptkerndoelen Nederlands voor po en onderbouw vo zijn onderverdeeld binnen drie domeinen: communicatie, taal en literatuur. Ze bestaan uit aanbodsdoelen, beheersingsdoelen en ervaringsdoelen. Binnen de kerndoelen zijn duidelijke verbanden aangegeven tussen de drie domeinen én met andere leergebieden. De kerndoelen zijn uitgebreid met uitleg ‘hierbij gaat het om’ (wat ook in de wet wordt opgenomen) en ‘te denken valt aan’ (met allerlei voorbeelden ter inspiratie; dit onderdeel komt niet in de wettekst).
Taalbewustzijn
De nieuwe conceptkerndoelen Nederlands kenmerken zich door samenhang binnen en tussen leergebieden. Dat zal zeker bijdragen aan betekenisvol, maar ook beter onderwijs, verwacht curriculumontwikkelaar Katinka de Croon.
‘In de onderwijspraktijk zie je dat het leergebied Nederlands vaak versnipperd wordt over aparte lessen technisch lezen, spelling en begrijpend lezen. Terwijl we weten dat lezen en schrijven heel nauw met elkaar samenhangen en dat luisteren en lezen ook processen zijn die elkaar verrijken. Die samenhang was niet goed zichtbaar in de kerndoelen van 2006 en heeft daarom in de definitieve conceptkerndoelen veel meer nadruk gekregen. We hopen dat leraren hierdoor taalvaardigheden meer gaan integreren en dat leerlingen hierdoor gaan zien dat alle facetten van het taalonderwijs belangrijk zijn. Het taalonderwijs zal er betekenisvoller door worden en leerlingen zullen hopelijk meer ervaren waarom taal belangrijk is en hoe ze taal kunnen gebruiken bij het opbouwen van kennis over de wereld. Zo creëer je taalbewustzijn.’
Als voorbeeld noemt De Croon de aandacht voor het lezen van jeugdliteratuur. ‘Zie jeugdliteratuur niet als een losstaand iets. Zet literaire teksten ook in voor leesbegrip of laat je leerlingen naar aanleiding van een literaire tekst zelf creatief schrijven.’
Hele dag met taal bezig
‘Je kunt al in de onderbouw po starten met het expliciet maken van de verbanden tussen de verschillende domeinen en onderdelen van het leergebied Nederlands,’ vindt De Croon. ‘Als je samen een sprookje gaat lezen of gaat voorlezen, bijvoorbeeld. Wat is een sprookje? Wat valt op aan een sprookje? Wat is er anders dan wanneer je een gewoon verhaal vertelt? Vervolgens laat je de leerlingen nadenken over de inhoud van het sprookje en de opbouw. Een sprookje begint vaak met “Er was eens …”. De hoofdpersoon is een figuur die eigenlijk niet bestaat. Wat doet de schrijver om het verhaal spannend, romantisch of grappig te maken? Kinderen die al een beetje kunnen schrijven verzinnen zelf een sprookje. Anderen tekenen een sprookje. Op die manier kun je al in de onderbouw po aan de slag gaan met jeugdliteratuur, leesbegrip, doelgericht schrijven en creatief schrijven.’
Taal speelt ook een grote rol bij de mens- en maatschappijvakken en bij rekenen en wiskunde. ‘Wees je daar bewust van,’ adviseert De Croon, ‘en benut teksten over wereldoriënterende onderwerpen om via het lezen kennis op te bouwen over thema’s. Eigenlijk ben je op school de hele dag door in alle leergebieden met taal bezig.’
Werken met bronnen
Een belangrijk nieuw aspect van de definitieve conceptkerndoelen Nederlands is het werken met bronnen. Daarbij leren leerlingen welke bronnen geschikt zijn voor specifieke doelen en hoe ze informatie uit die bronnen kunnen verwerken. Dit onderdeel hangt samen met het toenemende belang van digitale geletterdheid.
Als voorbeeld hoe dat in de klas terug kan komen, noemt De Croon het onderwerp ‘Watersnoodramp’. ‘Je hebt informatieve boeken die de leerling sec informatie geven over de watersnoodramp. Ook zijn er verhalende boeken en teksten die de leerling inzicht geven in de achtergronden van de Watersnoodramp, maar ook in de ervaringen van kinderen ten tijde van die ramp, denk aan De zee kwam door de brievenbus van Selma Noort. Zo is er een scala aan verschillende soorten rijke teksten. Maar welke tekst is nou geschikt voor het doel dat de leerling voor ogen heeft? Hoe selecteert en destilleert de leerling de gevonden informatie uit al die verschillende bronnen? En welke bronnen geven betrouwbare informatie over de Watersnoodramp?’
Andere insteek in plaats van meer tijd
De Croon benadrukt dat de nieuwe kerndoelen niet meer tijd kosten voor leraren. ‘Het vraagt om een andere insteek en daarmee een andere inrichting van je onderwijs. Door zinvolle verbanden te leggen kun je aan meerdere kerndoelen tegelijk werken.’ Ze hoopt dat leermiddelenmakers en andere instanties, zoals bijvoorbeeld bibliotheken, scholen gaan ondersteunen. Maar bovenal hoopt ze dat scholen en leraren zélf de kerndoelen op een curriculumbewuste manier gaan gebruiken om die rijke context te creëren. ‘Leermiddelenmakers en andere instanties zullen met materiaal komen voor de vertaling van de geactualiseerde kerndoelen naar de onderwijspraktijk, maar het is ook fijn om zelf al kennis te nemen van de nieuwe doelen. Zo weet je welke richting het taalonderwijs op zal gaan. Dat helpt je bijvoorbeeld bij het kiezen van een nieuwe methode of bij het verbeteren van de basisvaardigheden.’
Op 14 oktober 2024 heeft SLO de definitieve conceptkerndoelen Nederlands en rekenen en wiskunde opgeleverd aan het ministerie van OCW. In de Kamer is gesproken over het verminderen van kerndoelen. SLO wacht op de opdracht vanuit het ministerie van OCW hoe hiermee verder te gaan. Het ministerie besluit wanneer deze conceptkerndoelen in de wet worden verankerd. Naar verwachting zal dit in 2027 zijn. De herziening van de kerndoelen Nederlands was noodzakelijk, onder meer omdat de huidige doelen uit 2006 niet meer aansluiten bij wat leerlingen nodig hebben om zich te ontwikkelen tot taalvaardige burgers in de maatschappij.
Katinka de Croon is curriculumontwikkelaar Nederlands bij SLO. Vanuit haar vorige functie, lerarenopleider bij Fontys Hogeschool, was ze als vakexpert lid van het kerndoelenteam Nederlands. Dit team ontwikkelde de conceptkerndoelen in nauwe samenspraak met het onderwijsveld.
Meer lezen
Meld je aan voor updates op www.actualisatiekerndoelen.nl.