Basisscholen mogen na de meivakantie weer hun deuren openen. De 1,5 meter afstand geldt dan voor leraren, maar niet voor leerlingen. Het vo moet nog eventjes geduld hebben. Maar als het 2 juni zo ver is, zullen naar verwachting ook de leerlingen zich moeten houden aan de 1,5 meter afstand. Daardoor rijst de vraag: de 1,5-meter-samenleving op school, hoe doe je dat nou precies?
Onderwijs op afstand is mogelijk, dat hebben leraren en leerlingen afgelopen weken wel laten zien. Toch, het is niet hetzelfde als in de klas. Ook docenten en leerlingen op het vo hopen daarom dat de deuren nog voor de zomervakantie weer openen. Het RIVM onderzoekt de rol van kinderen bij verspreiding van het virus. Die lijkt vooralsnog beperkt. Maar op welke leeftijd ligt de grens? Waar kinderen wel samen mogen spelen, geldt voor pubers van 14, 15, 16 jaar de 1,5-meter-afstandsregel. Dit betekent dat docenten en leerlingen, maar dus ook leerlingen onderling, op school 1,5 meter afstand van elkaar zouden moeten houden.
Maatregelen in de klas
Hier zijn nog geen landelijke regels voor, maar Nederlandse vo- en mbo-scholen hebben intussen verschillende maatregelen in gedachten: lesgeven aan halve klassen bijvoorbeeld, in shifts. ‘s Ochtends de bovenbouw en ‘s middags de onderbouw. En ruimere schooltijden om leerlingen meer over de dag te kunnen spreiden. Of niet de leerlingen, maar de docenten ieder uur van lokaal laten wisselen. Daarnaast zijn er ook scenario’s waarbij niet alle leerlingen direct terugkeren naar het klaslokaal. Eerst bijvoorbeeld alleen de kinderen van ouders met een vitaal beroep. Of juist leerlingen die school het hardst nodig hebben, omdat voor hen het onderwijs op afstand moeizaam verloopt. Denk bijvoorbeeld aan nieuwkomers of leerlingen met een leerachterstand. Ook zijn er docenten die ervoor pleiten om leerlingen die zich moeten voorbereiden op de overstap naar het mbo voorrang te geven.
Haalbaarheid in de praktijk
Maar zelfs met deze maatregelen; hoe haalbaar is de 1,5-meter-afstand-regel in het vo? Alle opties vergen enorme aanpassingen in het lesprogramma. Daarnaast speelt ook de eventuele leerachterstand die leerlingen in de periode van thuisonderwijs hebben opgelopen een rol. Niet alle leerlingen hebben daardoor dezelfde uitgangspositie. Klassen opsplitsen vergt veel ruimte die lang niet alle scholen hebben. En kinderen van ouders met een vitaal beroep eerst, dat resulteert in kansenongelijkheid. Gaan de mbo’s weer open, dan zullen veel leerlingen weer gebruik moeten maken van het openbaar vervoer. Zowel het vo als het mbo heeft een regionale functie, waarmee de verspreidingsrisico’s groter worden.
Hoe verder?
Kortom, makkelijk zal het niet gaan worden. Hoopgevend is dat in andere EU-landen waar dit vraagstuk speelt, steeds meer scholen hun deuren openen. Maatregelen zijn ook onontkoombaar. Dat kan in de vorm van een door de overheid opgelegde werkwijze of met een set richtlijnen waarmee scholen hun eigen keuzes kunnen maken. Want wat het beste werkt, hangt uiteraard ook af van de school. Een optie voor de eerste periode zou een combinatie kunnen zijn van afstandsonderwijs met onderwijs op school. Welke strategie straks ook de voorkeur krijgt, duidelijkheid is voor iedereen fijn. Want veel leraren zijn bezorgd over hun gezondheidsrisico’s, blijkt uit onderzoek van de Algemene Onderwijsbond.
Wat werkt volgens jou het beste bij het openen van de scholen: door de overheid opgelegde maatregelen of een set aan richtlijnen op basis waarvan scholen zelf hun keuzes maken? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.