Geen boek, geen vak, geen toets en leren op je eigen tempo vanuit persoonlijke interesses. Doen leerlingen dan eigenlijk wel iets? ‘Jazeker’, zeggen de Agora-scholen die deze manier van lesgeven hebben omarmd. ‘Kinderen zijn van nature leergierig. De vraag is: hoe houd je dat zo?’. Daarover lees je meer in artikel over Agora-onderwijs.
Leren op basis van zelfbedachte challenges en leervragen. Zonder de begrenzing van vakken, klassen en lokalen en met de vrijheid om je eigen interesses te volgen. Dat is de basis van het Agora-onderwijs. Lees voor meer achtergrondinformatie eerst het onlangs op OVM verschenen artikel ‘Voor gelijke kansen moet je leerlingen ongelijk behandelen’.
Vrijheid versus vrijblijvendheid
‘De vrijheid van het Agora dient niet te worden verward met vrijblijvendheid’, zegt Stephan Haukes van het Montessori College in Nijmegen. Dat leidt soms tot dilemma’s: ‘Een leerling zit alleen maar te gamen. Hoe pak je zoiets aan? Onze coaches gaan het gesprek aan. Het is de bedoeling dat de leerling zelf het inzicht krijgt dat het misschien niet zo handig is. Bij de ene leerling komt dat eerder dan bij de ander, maar dat is goed. Iedere leerling leert op zijn eigen tempo. Nu in het tweede jaar zien we dat de nieuwe lichting leerlingen door de ouderen wordt gecoacht. Als er dan een nieuwe leerling zit te gamen, spreekt een oudere leerling hem erop aan. We hadden gehoopt dat het zo zou werken, het is leuk om te zien dat dat ook daadwerkelijk zo is.’
De docent: coach
Docenten begeleiden leerlingen bij hun leerroute en zijn daarom coach. Anke Swanenberg, als coach werkzaam op het Liemers College, was als docent Nederlands al langer bezig met cijferloos lesgeven. Belangrijk: want ga je als docent lesgeven op een Agora-school, dan moet je allereerst de Agora-visie delen. Maar ook moet je didactisch coachen, feedback geven en vragen stellen in plaats van meteen het antwoord geven. Het is een intensieve manier van lesgeven. Haukes: ‘Maar tegenover de honderden leerlingen die je als docent op het vo ziet, heb je als Agora-docent een vaste club van slechts twintig leerlingen onder je hoede. De coaches blijven, zien alles en kunnen leerlingen zo heel goed begeleiden.’
Kritische vragen?
Kritische vragen komen er uiteraard ook. En natuurlijk gaat de overstap naar Agora-onderwijs niet in één keer vlekkeloos, zeggen alle scholen. Haukes: ‘Het is doorzetten, klein opbouwen. Als school en als docent leer je al doende.’ Bovendien, het centraal examen is in Nederland verplicht. Niet echt ‘Agoriaans’ – waar niet de cijfers, maar de evolutie die het kind heeft doorgemaakt telt.
Agora en eindexamens
Rob Houben, teamleider Agora op het Niekkée in Roermond: ‘Vorig jaar slaagde bij ons ruim zeventig procent, waarvan een derde op een hoger niveau dan het basisschooladvies. Bij andere scholen is het slagingspercentage misschien wel hoger, maar daar gaan leerlingen als het niet lukt makkelijk een niveau naar beneden.’ Op het Agora Liemers doen dit jaar de eerste drie leerlingen examen: ‘Best een beetje spannend. Daarom hebben we vakexperts naar de ruimte gehaald.’ Ook het Montessori zet vakexperts in: ‘Zij helpen de leerlingen hun examens te halen.’
Van docent naar coach: spreekt het Agora-onderwijs jou aan? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.
