Digitalisering is een proces. Waar de ene docent al jaren experimenteert met digitale leermiddelen, houdt de ander toch liever vast aan het vertrouwende lesboek. De uitbraak van de corona-pandemie heeft de digitalisering van het onderwijs in een nog grotere stroomversnelling gebracht. Denkt iedere leraar na het corona-tijdperk digitaal?
Een ‘digitale revolutie’, ‘een omwenteling’, ‘de hoogste versnelling’ voor digitaal onderwijs, digitalisering in ‘moordend tempo’, ‘in één weekend van 2020 naar 2030’. Overal vallen krachttermen om duidelijk te maken wat voor enorme sprong de digitalisering heeft genomen ‘met dank aan’ de coronacrisis. Onderwijs op afstand laat docenten geen keus: ze moeten digitaal. Maar krijgt het digitale onderwijs daarmee ook echt een boost?
Digitale prestatie
Allereerst, het is een hele prestatie. Uit onderzoek van de Algemene Vereniging van Schoolleiders blijkt dat 88 procent van de scholen het afstandsonderwijs binnen twee dagen na de lockdown op orde had, daarbij voor het overgrote deel gebruikmakend van digitale middelen. De inspanningen van leraren die hun werkwijze stel op sprong moesten omgooien zijn ongekend. Makkelijker is het alleen niet. Volgens onderzoek van de Algemene Onderwijsbond ben je als docent bijvoorbeeld meer tijd kwijt met de voorbereiding van een digitale les.
Digitale sprong?
Maar heeft het onderwijs in die twee dagen dan echt zo’n digitale sprong gemaakt? Door de snelheid waarmee de omslag moest plaatsvinden, is er in de meeste gevallen niet uitgebreid kennisgemaakt met de vele digitale mogelijkheden die er zijn. Uit het onderzoek van de Algemene Onderwijsbond blijkt dat 80 procent van de docenten geen ervaring had met afstandsonderwijs toen de scholen half maart sloten. Dat zij nu hun lessen digitaal kunnen presenteren is natuurlijk mooi. Maar inloggen op Google Hangouts om een videoles te geven, is op digitaal vlak geen hele grote sprong voorwaarts. De lessen zijn inhoudelijk nog hetzelfde, maar staan alleen op video. Het is een kwestie van ‘webcam en microfoon’ aan.
Verbetering of verrijking?
‘Niets ten nadele van de kwaliteit van het onderwijs dat nu wordt aangeboden, maar met verrijkt onderwijs heeft het niet zoveel te maken’, zegt Christien Bok, onderwijsvernieuwer bij een ict-samenwerkingsorganisatie voor onderwijs en onderzoek, in een interview in de Volkskrant. Een videoles geven is één ding, deze ook interactief maken is een tweede. Er zijn geen gegevens bekend over in hoeverre dat momenteel lukt. Wat wel voor iedereen duidelijk is na weken van enkel digitaal onderwijs: de interactie met leerlingen is onmisbaar.
Digitaal als aanvulling op de les
Als we in het onderwijs iets kunnen leren van de coronacrisis dan is het wel dit: digitaal onderwijs komt het meest tot zijn recht als aanvulling op de lessen in de klas. De kansenongelijkheid lijkt bij digitaal onderwijs zoals het nu is vormgegeven toe te nemen. Terwijl digitaal onderwijs juist als versterking zou moeten dienen. Omdat niet alle leerlingen gelijke toegang hebben tot devices, ontstaan er binnen een klas achterstanden en onderlinge verschillen. Daarnaast is bij videolessen contact mogelijk, maar kun je leerlingen niet dwingen om ook daadwerkelijk digitaal aanwezig te zijn. Ook hierdoor blijft een groep leerlingen achter.
Kansen na corona
Toch brengt de coronacrisis zeker mooie initiatieven voort, die de digitalisering in het onderwijs naar een hoger plan kunnen tillen. Zo is er de Wijslijst: een platform voor de thuiswerkende docent met tools en tips voor het digitaal verrijken van je les. Beroepsvereniging Lerarencollectief en de PO-raad presenteren tutorials over afstandsonderwijs. Ook blended learning staat opnieuw hoog op de agenda. Veel docenten hebben het voornemen om ook na de coronacrisis deels digitaal te blijven werken. En juist in die combinatie tussen online leermiddelen en het onderwijs in de klas, ligt de kracht van digitaal.
Welke digitale leermiddelen heb jij tijdens deze periode van thuisonderwijs al ontdekt? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.