Docent Engels in opleiding Nayobé gebruikt Wie is de Mol? als lesopener

Wie of wat heeft jou geïnspireerd om docent te worden?

Ik wilde vroeger absoluut geen docent worden! Ik kom uit een onderwijsfamilie en was een beetje rebels, dus ik wilde daarom juist níet het onderwijs in. Tot ik vroegtijdig met mijn studie Rechten stopte – het bleek niks voor mij -, en ik tijdelijk als onderwijsassistent op een basisschool aan de slag ging. Ik kwam erachter dat ik het onderwijs ontzettend leuk vind; met name de omgang met leerlingen. Geen dag is hetzelfde. Ook de vrijheid in het creëren van mijn lessen vind ik fijn. Ik hou van de creativiteit die ik erin kwijt kan. Ik weet nog hoe ongemotiveerd ik vroeger zelf kon zijn op de middelbare school. Daarom probeer ik de lessen voor mijn leerlingen zo leuk en goed mogelijk te maken. Daar zit mijn uitdaging in.

Volgens mij lukt je dat aardig. We hebben in MolTalk gezien dat je je lessen begint met een discussie over Wie is de Mol?. Waarom kies je hiervoor?

Ik hanteer altijd 10 minuten check-in tijd voor mijn leerlingen, omdat ze soms wat moeite hebben met het opstarten van een les. Veel van mijn leerlingen en ik kijken Wie is de Mol?. Als dit programma uitgezonden wordt, gaan we daarom tijdens de check-in tijd met elkaar in het Engels in discussie over wie we verdenken en waarom. Ook hebben we met de klas een poule en heb ik een prijsje voor degene die uiteindelijk de poule wint. Als Wie is de Mol? niet uitgezonden wordt, doe ik regelmatig de hot seat. Leerlingen mogen dan in die 10 minuten mij van alles in het Engels vragen. Het is een leuke manier om met ze te bonden. Ik heb weleens aangeboden om de leerlingen zelf in de ‘hot seat’ te laten zitten, maar daar was minder animo voor haha! Door 10 minuten van mijn les te ‘geven’, merk ik dat zij wat makkelijker kunnen starten en gemotiveerder zijn. Ik toon begrip voor hen en zij voor mij. Het geeft rust in de klas.

Ik wil graag het beste voor jongeren, voor nu en in de toekomst.

Naast lesgeven zet je je erg in voor jongerenwelzijn. Wat doe je allemaal?

Ik zit in het jongerenpanel van UNICEF, waarbij wij meedenken en -werken voor de organisatie. Veel initiatieven gaan bijvoorbeeld langs het jongerenpanel, waarbij we adviseren en input geven. Ook zetten we als panel zelf projecten op. Denk aan een cultuurspel voor vluchtelingen of een podcast over FOMO. Daarnaast zat ik het afgelopen jaar in het Anne Frank jongerenteam. We hebben toen een lesplan gemaakt waarin leerlingen inzicht krijgen in hun eigen vooroordelen en deze gaan doorbreken door bijvoorbeeld een asielzoekerscentrum te bezoeken. Tot slot zit ik nog in het Mental Health panel van de Nationale Jeugdraad. Hierbij werken we samen met het ministerie van Gezondheid, Welzijn en Sport. Het ministerie wil de veerkracht van jongeren gaan vergroten, waarbij wij input en ideeën geven. Ook zijn we bijvoorbeeld heel actief tijdens de Week van de Mentale Gezondheid. Ik wil graag het beste voor jongeren, voor nu en in de toekomst, en probeer me daarom in te zetten voor een betere maatschappij.

Het klinkt alsof je kneiterdruk bent. Op dit moment ben je ook nog finalist van Miss Beauty of Noord-Brabant. Wat wil je daarmee bereiken?

Het begon als een grapje; een vriendin had me opgegeven. Ik wilde eerst dan ook niet naar de castingdag gaan, maar ben uiteindelijk – gelukkig – toch gegaan voor de ervaring. Vervolgens werd ik uitgekozen als finalist! Het is een traject van drie maanden, waarbij je veel trainingen en workshops volgt. Je gaat na bij jezelf wie je bent waar je voor staat. Het heeft me heel veel positiviteit en zelfvertrouwen gegeven. Als een wat vollere, donkere vrouw wil ik meisjes meegeven dat je goed bent zoals je bent, ongeacht hoe je er uitziet of wat je achtergrond is.

Het is heel belangrijk dat je óók een pedagogische passie hebt.

Wat zou je in de toekomst nog meer willen doen als het gaat om onderwijs of maatschappelijke projecten?

Ik zou graag mijn bevoegdheid in drama willen behalen. Ik heb een passie voor theater en alles wat daarmee te maken heeft. Afgelopen zomer heb ik in Amerika op een zomerkamp als drama-instructeur gewerkt en ik vond het fantastisch om te doen! Verder wil ik me blijven inzetten voor jongeren bij de organisaties waarvoor ik nu al vrijwilligerswerk doe.

Wat is jouw advies aan (toekomstige) studenten die een carrière in het onderwijs overwegen?

Doe het niet (alleen) omdat je een passie hebt voor een vak. Het pedagogische aspect speelt een heel grote rol tijdens je werk, dus het is heel belangrijk dat je óók een pedagogische passie hebt. Daarnaast is het belangrijk dat je flexibel bent, want geen dag is hetzelfde en soms moet je van je plan afwijken. Dat is ook iets wat ik nog steeds moet leren. En tot slot: leef je in in je leerlingen!