Docent word je niet zo maar. Natuurlijk heb je een opleiding gevolgd en kennis van je vak. Je hebt van alles gehoord en geleerd over didactische hulpmiddelen en trucjes. Maar het échte leraarschap leer je door te doen, vooral in de omgang met leerlingen.
Dat zijn leergierige jonge mensen vol met ambities. ‘Ambities realiseren’ is het thema van de Nationale Onderwijs Tentoonstelling 2013 (NOT). Want hoe pak je dat aan als startend docent? En wordt het de young professionals van nu, niet juist heel moeilijk gemaakt om ambities te realiseren? De NOT vindt plaats van 22 tot en met 26 januari in Jaarbeurs Utrecht.
Sfeer in de klas
De beginnende docent moet veel ballen in de lucht houden. Een van de belangrijkste zaken waar een startende docent tegenaan loopt is de sfeer in de klas. Hoe zorg je voor een prettig werkklimaat en een aangename groepsdynamiek? Wat doe je met lastige leerlingen? Of zijn het “gewoon pubers”? Afkappen of begrip tonen? Leg je de nadruk op straffen of juist op belonen? Daarnaast moet je je de schoolcultuur eigen maken en, last but not least, je rechtspositie kennen. Een beetje hulp kan iedereen wel gebruiken. Tijdens NOT is een speciaal programma voor studenten aan de leraaropleidingen maar ook voor startende docenten.
Collega’s
Leraar worden leer je van je collega’s. Steeds meer scholen pakken de begeleiding van jonge leraren en zij-instromers op. Ze zien het belang van goede begeleiding in en stellen coaches aan, meestal oude rotten in het vak, om beginnende docenten te helpen met de dagelijkse lespraktijk. Twee tot drie jaar hebben de meeste starters nodig om hun draai te vinden.
Coaches
In het inspectierapport ‘De begeleiding van beginnende leraren in het vo’ uit 2011 wordt geconcludeerd dat tegenwoordig weliswaar alle scholen het belang van coaching inzien, maar dat inhoud, borging en kwaliteit van die begeleiding nog wel verbeterd kan worden.
“Mijn start ging niet vlekkeloos”, weet Marion Kemerling zich te herinneren. “Ik moest dingen zelf uitzoeken (schoolregels bijvoorbeeld) en had in het begin ordeproblemen. Met mijn 21 jaar startte ik op een VMBO-school, wat best pittig was. Daarbij had ik de ondersteuning van de mentoren hard nodig. Dit ging met wisselend succes: sommige collega’s waren heel behulpzaam, anderen waren dat niet en vonden mij maar lastig. Ik had geluk dat mijn vader ook op die school werkte en daar een goede naam had. Daardoor kreeg ik vaak het voordeel van de twijfel.”
Tegenwoordig heeft Marion zich toegelegd op coaching en supervisie voor docenten. Daarbij put ze uit haar eigen (starters)ervaring. “Het was goed geweest als ik destijds een vaste collega had gehad die mij begeleidde en daarnaast intervisie met andere startende docenten zou hebben gehad. Een plek waar je al je twijfels en onzekerheden neer kunt leggen zonder dat je er op afgerekend wordt.”
Meer lezen? Download hier het gehele artikel. Waar liep u tegenaan aan het begin van uw carrière? En wat kunt u beginnende docenten als gouden tip meegeven?