Een leerling die een school binnenstapt is omringd door boeken. In de tas, op de tafels, in de mediatheek, langs de wanden. Hier en daar staat een computer en als je geluk hebt een digibord. Kan een school wel zonder boeken? Deze vraag werd 2 jaar geleden door een school in Boston niet gesteld, maar direct beantwoord; met een JA!
Geen boeken
De Lilla Frederick is een ‘pilot school’ waar niet meer wordt geleerd met boeken. Het is een “Apple Distinguished School” die gelooft in ‘1:1 Wireless learning Initiative’. Iedere leerling ontvangt aan het begin van iedere dag een laptop, die hij weer inlevert aan het eind van de dag. De laptop gaat dus niet mee naar huis. De school staat namelijk in een beruchte buurt in Boston en het is daarom niet veilig als de kinderen met hun laptop over straat lopen. Maar al het lesmateriaal is wel toegankelijk via het extranet van de school. Opdrachten worden online geplaatst in zogenaamde ‘drop boxes’ zodat leerlingen ook na schooltijd verder kunnen met hun huiswerk. Smoesjes als ‘ik heb mijn werk thuis laten liggen’ gaan niet op.
Succesvolle resultaten
Docenten en leerlingen houden blogs bij. Het werk in de klas gebeurt in de vrij beschikbare applicaties van Google, Apple’s iMovie en specifieke, digitale onderwijsmaterialen. Een combinatie dus van verschillende aanbieders.
Inspelen op verschillen van leerlingen
De pilot – die overigens 2 miljoen dollar kostte – laat haar eerste resultaten zien: een hogere aanwezigheidsgraad, minder straf (daling van 30%) en heel belangrijk: een grotere betrokkenheid van de ouders. Ouders hebben onder andere de mogelijkheid om met staf en docenten te chatten over de school of hun kind. Ze kunnen vragen stellen via e-mail. Maar belangrijker nog: ze krijgen direct inzicht in de resultaten van hun kind.
Een andere bijzonderheid is dat leerlingen van verschillende klassen in één leslokaal kunnen zitten. Dat kan een uitkomst zijn voor bijvoorbeeld kleinere steden of dorpen. Misschien een manier om sluiting van deze scholen tegen te gaan. Op deze manier kan ook tegemoet gekomen worden aan het verschil tussen leerlingen. Via het lesmateriaal wordt gekeken hoe snel een leerling gaat en daarop wordt het lesmateriaal aangepast. Via het materiaal ziet de docent welke kinderen voorop lopen en welke een extra steuntje moeten krijgen.
Docent als facilitator
Het werken op deze manier vereist ook een aanpassing van de ruimte. Niet alleen qua inrichting, maar zeker ook qua hiërarchie. De docent is niet meer de alomwetende, maar wordt de facilitator die ieder jaar wordt uitgedaagd om met de (makkelijk te implementeren) updates om te gaan. Lesmaterialen die vandaag de dag ongeveer zes jaar mee moeten gaan, worden vervangen door dagelijkse updates. Het maakt het vak van docent in ieder geval dynamischer en aantrekkelijker.
Deze school in Boston wordt gezien als een toekomst-school. U zult denken: mooie initiatieven en mooie ideeën maar wat is de keerzijde? Die is er, twee keer per maand wordt in de Frederick Pilot School ingebroken. De school is voor dieven natuurlijk een ware snoepwinkel.
Hoe denkt u over dergelijke initiatieven? Is er in Nederland ruimte voor deze pilotscholen? Zijn ze er al?