Een steeds vroegere puberteit en het al dan niet gratis verstrekken van maandverband op scholen om menstruatiearmoede tegen te gaan; zowel de Volkskrant als het Parool schreven deze week over de puberteit van meisjes. Welke handreiking vragen deze actualiteiten van ons, zowel in het primair als het voortgezet onderwijs?
Vervroegde puberteit
Wereldwijd zien onderzoekers een zorgwekkende trend: meisjes beginnen steeds vroeger in de puberteit te komen. Werden Europese meiden eind 19de eeuw nog voor het eerst ongesteld als ze ruim 16 jaar oud waren, rond het jaar 2000 was die leeftijd gedaald naar ongeveer 13 jaar. Oorzaken die hiervoor genoemd worden zijn onder andere de betere medische zorg, voedzame voeding en het toegenomen aantal kinderen met overgewicht. Deze drie zaken zorgen ervoor dat een lichaam eerder klaar is voor de puberteit. Deskundigen onderzoeken daarnaast de rol van hormoonverstorende stoffen zoals bijvoorbeeld weekmakers in speelgoed en verzorgingsproducten. Hiervan is bekend dat ze invloed kunnen hebben op het hormoonsysteem.
Nieuwe sociale omgeving
Voor een kind is het over het algemeen niet leuk om vroeg in de puberteit te komen, vertelt Anders Juul, een kinderarts gespecialiseerd in hormoonafwijkingen. ‘We zien veel psychische problemen bij deze groep. Kinderen schamen zich voor hun lichaam en raken geïsoleerd.’
Ook hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Robert Vermeiren ziet dat de mentale en fysieke ontwikkeling niet overeenkomen bij vroege pubers. Extra nadelig voor de vroege puberteit is dat deze wat ongelukkig valt, het gaat namelijk samen met de overgang naar de middelbare school. ‘Een nieuwe sociale omgeving die minder geborgenheid biedt, vaak verder van huis is en waar de samenstelling van de klas wisselt bij verschillende vakken. Kinderen kunnen zich daar verloren voelen. Zeker als ze zelf in disbalans zijn.’
Menstruatiearmoede
De schaamte en onzekerheid die bij een menstruatie komen kijken, worden nog erger wanneer een gezin niet voldoende geld heeft voor menstruatieproducten. Volksvertegenwoordiger Linda B. Rosenthal sprak zich vorig jaar in Amerika uit over menstruatiearmoede: ‘Geen enkele student, ongeacht naar welk type school die gaat, zou tijd in het klaslokaal moeten missen omdat ze geen toegang hebben tot menstruatieproducten.’ In New York werd daarom dit jaar een wet geïntroduceerd die iedere school met leerlingen tussen de 11 en 18 jaar verplicht gratis menstruatieproducten beschikbaar te hebben. Ook in Schotland, Engeland, Nieuw-Zeeland, Frankrijk, Botswana, Kenia en Seoel zijn menstruatieproducten gratis beschikbaar op scholen.
In Nederland is dat nog niet het geval, terwijl menstruatiearmoede weldegelijk een probleem is. Uit een onderzoek van Plan International blijkt dat gemiddeld één op de tien vrouwen en meisjes in Nederland soms geld te kort komt voor het aanschaffen van menstruatieproducten. Het besef groeit dat daar iets aan gedaan kan – of moet – worden. Daarom stemde een meerderheid van de Tweede Kamer in 2022 al in met het voorstel om gratis tampons en maandverband aan te bieden voor mensen met een laag inkomen. Het aantal uitgiftepunten groeit nog steeds.
Een MUP op school
Toch is een wet zoals die in New York nog niet in zicht en zijn in Nederland gemeentes, scholen of leerlingen de initiatiefnemers voor het opzetten van een Menstruatieproducten UitgiftePunt (MUP) op middelbare scholen. Het Comenius College in Nieuwerkerk aan den IJssel is daar een voorbeeld van. Zij vertrekken gratis tampons en maandverband om ongesteld worden uit de taboesfeer te halen.
Vier betrokken leerlingen van het Beatrix College in Tilburg vonden het van groot belang om menstruatiearmoede op hun school uit te bannen. Zij besloten om zelf actie te ondernemen en een MUP te beginnen. De school is daarvoor wel afhankelijk van donaties. De oproep die bij de aankondiging geplaatst werd, is een mooi voorbeeld voor scholen die eenzelfde initiatief ambiëren, maar er de financiële middelen niet voor hebben.
Meidenbox op de basisschool
Ook basisscholen krijgen in toenemende mate te maken met menstruerende meisjes. Een ‘meidenbox’ zoals die uit het voorbeeld hieronder kan hiervoor een eenvoudige en mooie oplossing zijn.
Meester Ferdi maakte, toen hij groep acht kreeg, een rondje langs zijn collega’s. Hij vroeg hen om de oude, maar nog mooie broeken van hun dochters tussen de 10 en de 12 jaar mee naar school te nemen. De kledingstukken werden samen met wat schoon ondergoed, maandverband en tampons in het bak gestopt. Deze meidenbox introduceerde hij aan het begin van het schooljaar, waarbij hij aangaf dat ze hier alles uit konden pakken wat ze nodig hadden. De bak stond op een afgesproken plek in het magazijn.
Ze mochten hem altijd aan zijn jasje trekken als er iets was, maar ook de juf uit het klaslokaal naast hen was ervan op de hoogte en beschikbaar voor praktische vragen en hulp.