Twee decennia geleden studeerde ik af aan de lerarenopleiding in de vakken Nederlands en Engels. Tijdens mijn studie had ik enthousiast gewerkt met een VCR-videorecorder, cassettebandjes en een overhead-projector. Mijn afstudeerscriptie ratelde ’s nachts door de matrixprinter en ik beleefde de vooruitgang van WordPerfect 4.2 naar 5.1. Nieuwe apparaten, zoals de PC, vertegenwoordigden een wondere wereld waarin het onderwijs sprankelend multimediaal beloofde te worden. Eén kleinigheidje…
..er was een ernstig tekort aan fijne inhoud. Voor video-opnames was je grotendeels afhankelijk van de publieke omroep, een goede televisiegids en de tegenwoordigheid van geest om op het juiste moment op de opnameknop te drukken. En op de schaars beschikbare bandjes voerden native speakers hilarisch formeel hun ditjes-en-datjesgesprekken: ‘Hello John, do you like to join me on my way to the library?’. Een enkele mediatheek had dia’s van de mooiste gebouwen van Londen.
Nu: aan inhoud geen gebrek
Twintig jaar later. Per minuut worden er meer dan twee hele dagen aan online video’s geüpload op YouTube. En dan tellen we populaire alternatieven als Dailymotion en Vimeo niet eens mee. Gerenommeerde universiteiten publiceren hun colleges integraal in video. De meeste radio- en televisieprogramma’s zijn op elk moment on demand terug te luisteren en te zien. Wikipedia blijft maar groeien en het NIOD plaatst in één keer 18.000 pagina’s Lou de Jong online. Er zijn oneindig veel leerzame games beschikbaar, net als overhoringen via Wrts en Woordjes Leren. Na wat zoeken haal je stapels lespakketten binnen, compleet met werkbladen in pdf-formaat en een handleiding voor de docent. En via Skype breng je externe deskundigen live in de klas en laat je leerlingen spreken met native speakers. In beeld én geluid!
Gevolgen van (haast) onbeperkte toegang tot inhoud
Als het gaat om inhoud zijn we in twee decennia van schaarste naar een enorme overvloed gegaan. Dat biedt ontegenzeggelijk grote kansen. Maar het roept ook meer nieuwe vragen op. Hoe selecteer je bruikbaar materiaal? Moet je nog met voorgestructureerde boeken werken als je je online volledig kunt onderdompelen in een vreemde taal? Waarom leg je die stof nog uit in de klas als iemand anders dat misschien nog beter doet in een gratis beschikbare online video? En hoe bereiden we leerlingen voor op een wereld van over nog eens twee decennia, als de informatie-overvloed nóg immenser zal zijn?
Wat betekent de overvloedige beschikbaarheid van inhoud op het internet voor jouw onderwijs?