Wat speelt er op de pabo? We onderzoeken het aan de hand van een dubbelinterview.
Yolande Potjer is seniordocent en onderzoeker geschiedenis aan de pabo-opleiding van de Iselinge Hogeschool in Doetinchem. Ester Tuenter is seniordocent en onderzoeker pedagogiek & onderwijskunde op diezelfde pabo-opleiding.
Wat helpt volgens jou om het leerkrachtentekort aan te pakken?
Yolande: ‘Studenten specialiseren zich in het derde en vierde jaar. Ik denk dat we al eerder in de opleiding de keuzemogelijkheid moeten geven voor onder- of bovenbouw. Er zijn studenten die afhaken omdat ze in hun eerste jaar stage lopen in de onderbouw en dan weten: dit is het niet voor mij. In het tweede jaar moeten zij dan toch weer een halfjaar stagelopen in de onderbouw. Aan de andere kant zijn er heel goede studenten die het niet lukt in de bovenbouw, terwijl ze het geweldig doen in de onderbouw.
Als het gaat om de rol van de politiek, dan denk ik dat er veel meer benadrukt mag worden hoe bijzonder, waardevol en vervullend het beroep van leerkracht is! Voer bovendien een praktische maatregel door: halveer het collegegeld voor aankomende leraren.’
Ester: ‘Om een hogere instroom te krijgen lijkt het mij goed om één of meerdere dagen per jaar verschillende basisscholen open te stellen. Iedereen met interesse in het basisonderwijs mag dan binnenlopen. Op die manier maak je het laagdrempelig om eens een leerkracht aan te spreken en de sfeer op een school te proeven. Wij doen dit al met een groot aantal basisscholen van ons samenwerkingsverband en dat werkt heel erg goed.
‘Iedereen met interesse in het basisonderwijs mag dan binnenlopen’
Een ander probleem is dat 20 procent van de afgestudeerde leerkrachten binnen vijf jaar afvalt. Deze mensen verlaten het onderwijs. Pabo’s en besturen van basisscholen moeten samen optrekken om oud-studenten nog drie jaar na hun afstuderen goed te begeleiden, zodat ze een stuk steviger in hun schoenen staan.
Ook met functiedifferentiatie valt een hoop te winnen. Zet bijvoorbeeld mensen die een Ad PEP-opleiding hebben gevolgd, in op plekken waar ze hun kwaliteiten optimaal kunnen gebruiken. Denk aan een verbindingsfunctie tussen kinderopvang en onderwijs op een IKC of iemand die schoolreizen organiseert.’
Wat zou je aan de opleiding willen veranderen om studenten met meer vertrouwen aan een baan te laten beginnen?
Yolande: ‘Didactiek — het weten wat, waarom en hoe je leerlingen iets nieuws leert — is de basis van wat leraren in de opleiding leren. Als je wilt dat iemand met zelfvertrouwen voor de klas staat, moet je vooral de eigen vaardigheid in dit primaire proces versterken. Ik hoor onze eerstejaars studenten vaak zeggen dat het hen niet lukt om de toelatingstoets te halen, omdat ze niet genoeg begeleiding krijgen. Er vallen hierdoor nu nodeloos eerstejaars studenten uit. Ik denk dat het goed is om in het eerste halfjaar van de opleiding extra lessen te geven, om het kennisniveau voor geschiedenis, aardrijkskunde en natuuronderwijs op te schroeven.’
Ester: ‘Ik zou willen dat we meer in gesprek gaan met onze studenten over het aspect van kwetsbaarheid. We maken dat niet zo vaak tot onderwerp van gesprek, terwijl je als leerkracht bijna ‘naakt in de vitrine staat’ voor leerlingen en ouders. Alle ogen zijn op jou gericht. Voor elke beslissing die je neemt, moet je verantwoordelijkheid nemen. We moeten het vaker met studenten hebben over hoe je met die kwetsbaarheid omgaat.’
‘Je staat als leerkracht bijna “naakt in de vitrine” voor leerlingen en ouders’
Wat is voor jouw vak op dit moment een speerpunt?
Yolande: ‘Binnen het vak geschiedenis is het een samenspel van leren oriënteren in de tijd, de ontwikkeling van een brede kennisbasis en het ontwikkelen van historische redeneervaardigheden. Ik leer de studenten dat je kennis nodig hebt om vragen te kunnen stellen, je omgeving te kunnen begrijpen, verbanden te kunnen leggen en oorzaken en gevolgen te kunnen zien. Aan losse kennis heb je minder. Het is belangrijk om kennis toe te passen, ermee te werken. Dan ontstaat inzicht. Daarnaast heeft het stimuleren van taalontwikkeling met behulp van geschiedenis onze aandacht.’
Ester: ‘In de pedagogiek is verbindend gezag een belangrijk begrip. Het betekent dat je duidelijke grenzen aangeeft zonder boos te worden of je zelfbeheersing te verliezen, terwijl je in contact blijft met je leerling. Je kunt van alles van leerlingen vinden, maar kijk ook naar wat je zelf doet en welke invloed dat heeft op de ander. Dat geeft mooie resultaten.’
Hoe kijk je naar de nieuwe kerndoelen?
Yolande: ‘De nieuwe kerndoelen voor mens & maatschappij zijn op dit moment in ontwikkeling en zullen zo rond de zomer worden gepresenteerd. Nieuwe kerndoelen zijn hard nodig; scholen moet veel meer richting krijgen. Niet alleen op inhoud, maar ook op denkwijzen. Belangrijke denkwijzen zijn bijvoorbeeld dat leerlingen leren om vanuit verschillende perspectieven naar een situatie, gebeurtenis of ontwikkeling te kijken of juist een bepaald perspectief te herkennen.’
Ester: ‘Voor pedagogiek zijn die er niet. Maar ik geef ook burgerschap en ook die kerndoelen worden nu vernieuwd. Eén kerndoel gaat over democratisch burgerschap en één over diversiteit en inclusiviteit. Ik vind het goed dat die er komen. Die doelen zaten al een beetje in verschillende vakken, maar nu worden ze expliciet opgesteld.’