Om de zoveel tijd kun je er als onderwijsredactie niet omheen. De stortvloed aan educatieve apps die de lessen interessanter, makkelijker en soms zelfs leuker kunnen maken. Eerder schreven we op Onderwijs van Morgen al over het nut van programmeren. Maar welke apps kun je nou gebruiken om dat te leren? Na enige research blijkt dat de meeste toepassingen niet beschikbaar zijn als app maar alleen als webapplicatie. Ook prima. Onderwijs van Morgen zet er een aantal voor je op een rij.
Codecademy: Hour of Code
Een van de bekendste webapplicaties is Codecademy. Dit is dan ook meteen de enige organisatie die ook een app heeft waarmee je de basis van programmeren kunt leren. Je maakt een account aan en vervolgens kies je een programmeertaal waar je meer over wilt weten. Je kunt kiezen uit HTML en CSS, jQuery, Javascript, PHP, Python en Ruby. Als je bijvoorbeeld voor HTML en CSS kiest dan begin je met de basics. Stapsgewijs krijg je opdrachten die je – waar nodig met extra hulp – kunt uitvoeren. In ongeveer een half uurtje heb je je eerste webpagina gebouwd en begrijp je in grote lijnen hoe HTML werkt. Het voordeel van Codecademy is de simpele opzet: je wordt in kleine stapjes door het proces heen geloodst. Daardoor is deze webapplicatie erg geschikt voor leerlingen – én docenten – die nog geen ervaring hebben met programmeren. Weet je er al wel het een en ander van? Dan is Codecademy misschien niet uitdagend genoeg voor je.
Scratch
Scratch is een webapplicatie voor leerlingen van acht tot zestien jaar van het MIT Media Lab. Het is een programma waarmee je je eigen interactieve verhalen, spelletjes en animaties kunt programmeren en delen in de online community. In tegenstelling tot Codecademy – waar je stapsgewijs een script schrijft – kun je in Scratch kiezen uit een hele serie voorgeprogrammeerde scripts. Daardoor leer je eerder wat je allemaal met programmeren kunt doen dan dat je daadwerkelijk leert programmeren. In dat opzicht is de app eerder geschikt voor jonge kinderen dan voor vo-leerlingen. In het voortgezet onderwijs zou je Scratch kunnen inzetten om leerlingen in de onderbouw te enthousiasmeren. Een spelletje dat er meteen leuk uit ziet is voor sommigen aansprekender dan een scherm vol – nog onbegrijpelijke – codes.
MIT App Inventor
Iets moeilijker maar zeker de moeite waard is de MIT App Inventor: een webbased applicatie om Android-apps te maken. Simpel is het niet, maar de Beginner Video Tutorials helpen je een heel eind op weg. Voor je begint moet je inloggen met een Google-account en je smartphone verbinden met de App Inventor op de computer (hoe je dat doet dat lees je hier). Dan kun je tijdens het bouwen je app bekijken op je telefoon. In de beginner tutorials ga je eerst aan de slag met de Talk To Me-app: een app die tekst naar gesproken woord converteert. Ook maak je een balspelletje en een app waarmee je kunt tekenen. Daarna kun je zelf aan de slag. De website van MIT App Inventor staat vol tutorials om de meest uiteenlopende apps te maken. Daarnaast is een speciale docentenpagina met relevante informatie, tips en trucs voor gebruik in de klas.
Programmr
Ook Programmr is erg geschikt voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Het is een uitgebreide webapplicatie waarbij je al werkend aan een echte app leert programmeren. Je kunt kiezen uit een hele lijst populaire programmeertalen – onder andere specifiek voor Android of IOS. Nadat je een account hebt aangemaakt kun je verschillende oefeningen (van relatief makkelijk tot ingewikkeld) maken maar desgewenst ook een aantal cursussen volgen. Die zijn – vanwege de snelheid en de Engelse voertaal – eerder geschikt voor bovenbouwleerlingen. Het voordeel van Programmr is de mogelijkheid om een project te exporteren naar een eigen website. Ook organiseren ze wedstrijden. Leuk om aan mee te doen, maar het is nog leuker om er zelf een te organiseren.
Werk jij al met een of meerdere van bovenstaande webapplicaties? Of ken je een code-app die in dit lijstje echt niet mag ontbreken? Deel je ervaringen en tips via onderstaand reactieformulier of stuur ons een e-mail.
