In Groot-Brittannië is programmeren vanaf volgend schooljaar een vast onderdeel van het nationale curriculum. In tegenstelling tot in Nederland, waar het op de meeste scholen slechts een klein onderdeel is van het vak Informatica. Of leerlingen kennis maken met programmeren, hangt sterk af van de school en de informaticadocent. Toch begint het ook in het Nederlandse onderwijs steeds meer te leven. Maar waar is het nou eigenlijk goed voor, dat programmeren?
Nieuwe mogelijkheden
Het bedrijfsleven heeft een toenemende behoefte aan afgestudeerden in de informatica. Iedere branche is er tegenwoordig in meer of mindere mate afhankelijk van. Maar dat is niet de enige reden waarom programmeren meer aandacht verdient in het primair- en voortgezet informaticaonderwijs. Wetenschapper Mitch Resnick stelt in zijn TED-talk dat leren programmeren veel nieuwe mogelijkheden biedt voor het gehele leerproces. “Leren lezen en schrijven stelt je in staat om zo veel andere dingen te leren. Want wanneer je leert lezen kun je lezen om te leren. En zo is het ook met programmeren. Als je leert programmeren dan kun je het gebruiken om te leren.”
‘Computertaal’
Daarnaast kun je programmeren naast Engels, Spaans en Chinees, ook zien als wereldtaal. Niet om van mens tot mens te communiceren, maar van mens tot computer. Een vorm van communicatie die met de razendsnelle technologische ontwikkelingen alleen nog maar belangrijker wordt. Leren programmeren, of in ieder geval de basisbeginselen ervan, helpt leerlingen bij de interactie met de wereld om hen heen. Marc Prenzy, auteur van Digital game-based learning, stelt dat programmeren over een aantal jaren minstens zo belangrijk is als ‘old school’ communicatie: “Geletterdheid zal niet behoren tot degenen die alleen woorden beheersen of weten hoe ze met multimedia moeten omgaan. Het zal behoren tot diegenen die een verscheidenheid aan krachtige, expressieve mens-machine interactie beheersen.”
Vakoverstijgende vaardigheden
Med Kharbach, oprichter van Educational Technology, stelde op basis van zijn research een lijst vakoverstijgende vaardigheden samen die leerlingen leren wanneer ze aan de slag gaan met programmeren:
- Het helpt leerlingen leren in een betekenisvolle context
- Het leert hen dat leren een proces is en geen eindproduct
- Het leert hen hoe ze complexe ideeën op kunnen breken in eenvoudigere delen
- Het bevordert de samenwerking met andere leerlingen
- Het leert hen – ondanks de frustratie – vastbesloten en volhardend te werken als iets niet meteen goed uitpakt
- Het leert hen risico’s te nemen
- Het helpt leerlingen om vloeiend met technologie om te gaan en te werken
- Het helpt hen om creatief te zijn: leerlingen kunnen op creatieve wijze hun ideeën uiten
- Het helpt hen te communiceren met de wereld om hen heen
Initiatieven en toepassingen
Eerder verscheen op Onderwijs van Morgen het artikel ‘Programmeren: een vast onderdeel van het lesprogramma?’ met daarin verschillende initiatieven die zich inzetten om programmeren op de kaart te zetten. Ondertussen is het aantal organisaties dat zich daarmee bezig houdt ontzettend toegenomen: een uitgebreide lijst van initiatieven en toepassingen vind je hier.
Denk jij dat programmeren de ontwikkeling van bovengenoemde vaardigheden bevordert? En zou iedere leerling in ieder geval de basisbeginselen moeten leren? Hoe zou dat er dan uit moeten zien? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.