Geef je Engels aan je groep? In dit artikel vind je een aantal Engelstalige Energizers. Het gebruik van deze energizers is een leuke en zinvolle manier om niet alleen tijdens de Engelse les, maar op meer momenten gedurende de week bezig te zijn met Engels. Zo doen de kinderen een zo rijk mogelijke woordenschat op.
Dit artikel is afkomstig uit het Praxisbulletin van februari 2017 en is oorspronkelijk geschreven door Francis Kutschruiter. Praxisbulletin is een praktisch, onafhankelijk vakblad voor basis- en speciaal onderwijs. Er verschijnen tien nummers per jaar, waarvan één themaboek. Elke maand delen we een speciaal geselecteerd artikel uit een eerder verschenen nummer! Meer weten? Kijk op www.praxisbulletin.nl.
Basisdidactiek Engels
Gebruik bij de energizers eenvoudig Engels waarbij je alles laat zien wat wordt gezegd. Geef eventueel voordat je begint een korte inleiding in het Nederlands waarin je uitlegt dat het belangrijk is de activiteit alleen in het Engels te doen, omdat de kinderen anders niet veel Engels leren. Als kinderen het niet meteen snappen, is dat niet erg. Ze kunnen gewoon kijken en nadoen. Fouten maken is oké, daar leer je van.
Animals
Noem verschillende dieren. De kinderen beelden de dieren uit. Stand up. You can walk around the classroom. Show me an elephant. Stop. Show me a horse. Stop. Mogelijke andere dieren: pig, monkey, snake, tiger, sheep, dog, cat, bird, butterfly. Doe in het begin nog mee. Herhaal de dieren en laat de kinderen het zelf uitbeelden. Extra instructies: Don’t touch each other. Work alone.
Follow my instructions
Oefen eerst een aantal keren de volgende instructies: Let’s practise these instructions: clap, snap, slap, jump, turn around, stamp, yell (snap: knip je vingers, slap: klets je dijen). Geef instructies en laat de kinderen deze volgen. Doe eerst nog mee, maar zeg later alleen de woorden. Bijvoorbeeld: Clap, stamp and turn around. / Clap, slap, snap and yell. / Snap, clap, stamp, yell and turn around. Extra instructies: Let’s go faster and faster. We don’t talk, just listen. Kijk hoe snel de kinderen de instructies kunnen volgen en uitvoeren.
Mime sports activities
Alle kinderen gaan staan. Noem sportactiviteiten en laat de kinderen ze uitbeelden. Stand up. I will give instructions about sports activities. You’ll show the activity until I say stop. Stand up, next to your desk. You don’t have to talk. Doe de opdracht voor als kinderen onzeker zijn, herhaal daarna de opdrachten zonder het voor te doen. You are serving a tennis ball. You are batting a baseball. You are swinging a golf club. You are shooting an arrow. You are dunking a basketball. You are swimming underwater. You are juggling a football. You are skiing downhill. You are shooting a jump shot with basketball. You are spiking a volleyball (jump up and hit it down).
The telephone
Fluister twee kinderen voor in de groep een woord of zin in hun oor. Zij fluisteren het door. De laatste twee kinderen achter in de groep zeggen wat ze hebben gehoord. I am going to whisper a word/sentence to these two children. I hold my hands around their ears, so nobody can hear. They will whisper the word/sentence to their neighbour. So we pass the telephone message around. The last two children will tell what they have heard. Will it be the same message? Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een basiszin die de kinderen de afgelopen weken al hebben geoefend, aangevuld met een kleur of een getal. Bijvoorbeeld: She is wearing a red dress. / There are twelve children standing up. / He has a blue bedroom.
Meer lezen? Download nu het complete artikel uit Praxisbulletin.