Mijn moeder is juf van groep zes op de KlimOp in Purmerend. Al weken zit ik met bewondering naar haar te kijken.
Als ik om half tien eens mijn nest uit kom, tref ik haar achter de laptop aan. Vanaf acht uur ’s ochtends is haar digitale klas geopend. Op het moment dat ik aan mijn ontbijt begin, heeft zij al zeven kinderen gesproken en drie ouders uit de technische problemen geholpen. Ze geeft toe dat de afgelopen weken een uitdaging waren. Ook haar baarde het zorgen als ze al dagen niets van een kind hoorde of geen huiswerk van hem terugkreeg. Normaal gesproken staat ze vier dagen voor de klas. Nu zat ze vijf dagen in de week achter de laptop. Ik ben erg trots op haar!
En toen kwam op dinsdag eindelijk het verlossende woord van Mark Rutte: De scholen mogen vanaf 11 mei voor de helft van de tijd weer open. Mijn moeder is blij. Geen ‘Hoi juffie’ in de chat meer om 8 uur ’s ochtends, niet meer achter kinderen aanzitten als ze hun taaltoets niet hebben ingeleverd, geen zorgen meer om huishoudens met vijf kinderen en één laptop, geen videogroepjes meer waarbij elk gesprek begint: ‘Zie je mij?’ De woensdagochtend was dan ook hoopvol. Terwijl ik mijn muesli naar binnen zat te werken, had mijn moeder alweer videobel-afspraken met haar leerlingen. ‘Hebben jullie het nieuws gehoord?’ vraagt ze aan de drie blije koppies op het beeldscherm. ‘Ja, we mogen weer naar school!’ klinkt er in koor. ‘Ik ben zo blij dat ik jullie weer ga zien, ik mis jullie ontzettend.’
Ook gonst het in de collega-chat. De plannen worden al onderling besproken hoe dat eruit moet gaan zien, een klas in de anderhalvemetersamenleving. Mijn moeder kan niet wachten om weer te beginnen. Van afstandsonderwijs in coronatijden naar aangepast lesgeven in het offline leslokaal: de leerkrachten hebben het maar mooi geflikt. Daarom hulde aan alle leerkrachten.
Hulde aan mijn moeder, de juf.