Stel: iemand heeft vannacht je hersenen uit je lichaam verwijderd, ze in een bak met vloeistof gelegd en ze aangesloten op een grote computer. Hierdoor blijft je brein normaal functioneren. De computer zorgt voor allerlei prikkels: je krijgt dingen te zien en te horen alsof er niks aan de hand is. Zal je ooit te weten komen wat er gebeurd is? Een korte beschrijving van een bekend gedachte-experiment dat ‘hersenen in een vat’ genoemd wordt.
Als alle kennis beschikbaar is
Een ander gedachte-experiment. ‘Als alle kennis op het internet beschikbaar is, waarom zou je dan nog naar school gaan?’ Ik legde die vraag eens voor aan een panel van leerlingen tijdens een studiedag over internet en sociale media. Het was even stil. ‘Mijn vrienden ontmoeten’, klonk een eerste, voorzichtige reactie. ‘Alleen daarom zou ik toch wel twee of drie keer per week naar school willen.’ ‘Je kunt toch ook bij je vrienden thuis afspreken’, opperde ik. ‘Waarschijnlijk zijn daar de tosti’s ook lekkerder dan in de kantine van school.’ Weer even stilte. ‘Maar soms zoek ik iets op op het internet en dan begrijp ik het toch niet. Dan is het wel handig als je het aan iemand kunt vragen.’
‘Wat als’-vraag
In het onderwijs zetten we graag de hersenen van jonge mensen op ‘aan’. Een van de manieren om dat te doen is ze confronteren met een gedachte-experiment. Zo’n experiment begint met een gedurfde ‘wat als’-vraag. Bij het gesprek dat hierop volgt gaat het niet in eerste instantie om in de werkelijkheid van alledag bruikbare oplossingen, maar om het proces van onderzoeken. Een goede ‘wat als’-vraag stimuleert de creativiteit en de zoektocht naar onderliggende normen en waarden. Het regelmatig doen van gedachte-experimenten helpt bij het ontwikkelen van een onderzoekende houding. Ook oefen je het aangaan van een open dialoog en het formuleren van je gedachten. En ja, zo’n gedachte-experiment kan ook bruikbare ideeën opleveren voor de praktijk van alledag.
Verschillende voorbeelden
We kunnen leerlingen op allerlei manieren gedachte-experimenten voorleggen. In het kader van lessen mediawijsheid: hoe zou een jaar zonder internet eruit zien voor je? Bij de leerlingbegeleiding: stel, je wordt op een dag wakker en je merkt ineens dat het heel lekker gaat op school. Je hebt geen onenigheid meer met je leraren, je resultaten zijn goed. Wat is er veranderd in de nacht die hieraan vooraf ging? Ook in het kader van een specifiek schoolvak kun je werken met gedachte-experimenten. Wat als morgen de olie op is? Wat zou je anders doen als je nu te horen krijgt dat je met de nieuwste medische inzichten 200 jaar oud kunt worden?
Een gedachte-experiment met je team kan ook leiden tot interessante gesprekken. Hoe zouden we het oplossen als de school vanaf volgend jaar geen geld meer krijgt van de overheid en we zelf onze inkomsten moeten gaan genereren? Wat als we geen toetsen meer mogen afnemen? Als we geen gebouw meer tot onze beschikking zouden hebben?
Ben je nog niet overtuigd van het nut van gedachte-experimenten? Begin dan eens met het exploreren van de volgende ‘wat-als’-vraag: Wat zou er veranderen als we onze leerlingen elke schooldag minstens één gedachte-experiment voorleggen?
Welk gedachte-experiment zou jij eens met je leerlingen of met je team willen doen?