Zou het niet fijn zijn wanneer zoiets als ‘een goede les’ eenduidig te definiëren zou zijn. Dat je aan de hand van een simpele checklist zou kunnen afmeten in hoeverre de lessen van vandaag zijn geslaagd? Helaas, het antwoord op deze vraag is verre van simpel – er komen nogal wat factoren bij kijken. Eén antwoord is er dus niet, al moet een goede les wat OVM betreft ten minste aan de volgende 4 pijlers voldoen.
1. Maak contact
Ga bij aanvang van de les bij de deur staan en zeg leerlingen gedag. Toon afwisselend interesse in leerlingen en noem ze bij hun naam. Kortom: wees persoonlijk en zorg voor interactie, maar laat tegelijkertijd zien wie er in charge in. Maan drukke leerlingen ook tot rust, de les gaan zo immers beginnen. Is iedereen geïnstalleerd? Dan begin je de les met een duidelijke openingszin, waarin je liefst meteen duidelijk maakt wat de leerdoelen van deze les zijn. Schrijf ze eventueel ook op het bord, dan kun je er indien nodig gemakkelijk op terugvallen.
2. Creëer betrokkenheid
Mooi: leerlingen weten wat er de aankomende les van hen wordt verwacht. Dan is het nu tijd om betrokkenheid te creëren door de lesstof te laten aansluiten op hun belevingswereld. Natuurlijk is dat bij het ene vak of onderwerp makkelijker gedaan dan bij het andere, maar er is altijd wel een actueel haakje waardoor de lesstof tot leven komt. Stond er vanmorgen wellicht iets in de krant wat je kunt gebruiken? Of kun je inhaken op een trend of gebruik onder jongeren? Of kun je het voor een enkele (groep) leerling(en) wellicht persoonlijk maken, bijvoorbeeld omdat ze zelf ook voetballen? Deze betrokkenheid leidt tot een verhoogde motivatie – een belangrijke voorwaarde om goed te kunnen leren.
3. Breng interactie op gang
Betrokkenheid is één ding, maar je hebt er pas echt iets aan wanneer je er leerlingen mee aan het denken zet. Om die reden zijn effectieve, activerende werkvormen essentieel. Daarbij is afwisseling tussen praten, kijken, luisteren en doen essentieel: zo blijf je leerlingen prikkelen en rek je de collectieve spanningsboog op een gezonde manier op. Zie je dat leerlingen beginnen af te haken? Wacht dan niet te lang met overschakelen naar een andere activiteit en geef alvast een vooruitwijzing over wat er binnen nu en een minuut of tien op het lesprogramma staat.
4. Sluit goed af
Net zo belangrijk als een goede les is de afsluiting ervan. De lesafsluiting is het uitgelezen moment om te checken of de lesdoelen voor het gros van de leerlingen zijn behaald. Dit kun je bijvoorbeeld doen door op het einde van de les een werkvorm toe te passen waarmee je formatief toetst of leerlingen voldoende hebben opgestoken tijdens de les. Is dat niet het geval? Dan kun je er nog een herhalingstaak op loslaten en bedenken wat je de volgende keer kunt doen om dit te voorkomen. En nu je toch bezig bent: vraag het ook gewoon eens aan de leerlingen. Wat vonden ze fijn aan de les en wanneer en waardoor verloren ze hun aandacht? Kortom: zet in op leerlingparticipatie. Jij hebt er iets aan en leerlingen voelen zich gehoord, dat komt de volgende les ongetwijfeld ten goede.
Wat maakt een les volgens jou nou écht goed? En kun jij je vinden in bovenstaande pijlers? Waarom wel/niet? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.