De herinnering aan de basisschool komt het levendigst terug als ik denk aan de eindeloze knutselprojecten die we toen deden. Elk jaar kende zijn eigen mijlpalen, en die stonden steevast garant voor wekenlang handenarbeid. Dat ging natuurlijk niet zomaar, waarschuwde de meester altijd met een plechtige blik; nee, er moest serieus worden voorbereid. Het thuisfront had daar een cruciale rol in: de inzameling van materialen was van levensbelang voor het succes van onze kunstwerken. Als leerling kreeg je ineens een taak die verder reikte dan het klaslokaal en die nam ik bloedserieus.
Thuis wist ik dat de liefde van mijn moeder verder ging dan het overschrijden van het aantal toiletpapiertjes dat je mocht gebruiken – maximaal vier bij een grote boodschap. Dus daar stond ik. Vol overtuiging de rol uit te rekken met een ritmisch ‘rrrrrrrt’, steeds dichter bij dat heerlijke compliment van de meester. ‘Zozo, dat is een uitstekend exemplaar, Danny, die kunnen we goed gebruiken!’ Mijn dag kon niet meer stuk.
Vriend Mark heeft de littekens van het lijmpistool nog steeds op zijn vingers staan.
De inzameling van aluminiumfolie voor de wederopbouw van de Sovjet-Unie was in mijn jeugd niet meer aan de orde. Maar bij mijn opa’s en oma’s zat het bewaren van gebruikte folie er nog diep ingebakken. Of er nou nog etensresten aan zaten of niet. Voor ons waren die restjes een goudmijn aan kerstballenmateriaal. En laten we de weekboodschappen niet vergeten, waarvoor ik van de leerkracht de opdracht had gekregen om een zak vlinderpasta mee te nemen. ‘Waarom?’, vroeg mijn moeder met een glimlach. ‘Dat mag ik niet zeggen, het is voor Moederdag’, antwoordde ik cool en geheimzinnig. Met ecoline en een veiligheidsspeld werd die zak pasta omgetoverd tot een bonte verzameling broches. Vriend Mark heeft de littekens van het lijmpistool nog steeds op zijn vingers staan.
Het waren eenvoudige tijden waarin een stapel toiletrollen of een zak pasta je het gevoel gaf dat je écht iets had bijgedragen. Iedereen deed zijn deel, hoe klein ook. Dat gevoel van saamhorigheid kwam weer helemaal terug toen ik onlangs een oproep in de krant las:
‘Ik geef Engels op een middelbare school en wil het lezen graag stimuleren, maar helaas is er geen budget voor voldoende “leuke” Engelstalige boeken. Staan er bij u toevallig nog van die boeken te versloffen en wilt u mijn leerlingen er blij mee maken, dan zou ik ze dolgraag ontvangen. Van Charlie and the Chocolate Factory en Harry Potter tot Engelstalige strips, alles is welkom.’
De echte waarde lag in het idee van gedeelde verantwoordelijkheid.
Het raakt me diep, dat een leerkracht zijn toevlucht moet nemen tot een oproep in de krant om zijn leerlingen de magie van boeken te kunnen geven. Dat breekt iets in me. Tegelijkertijd is het juist bewonderenswaardig dat deze docent niet afwacht, maar doet wat binnen haar bereik ligt. Dat budget zal er overigens na zo’n oproep wel komen.
Pas later drong het tot me door dat er op de basisschool heus geen tekort was aan toiletrollen en dat het budget echt wel een pak vlinderpasta of een rol folie toestond. De echte waarde lag in het idee van gedeelde verantwoordelijkheid: (t)huiswerk ten gunste van iets voor het collectief. Het ging om de saamhorigheid van ouders en grootouders die hun steentje bijdroegen aan onze ontwikkeling. Vroeger kwam dat steentje vanuit het kleinste kamertje in het huis, nu vanuit de boekenkast. Van de geheime deals van de pastamafia naar het literatuurkartel dat boeken overal vandaan ritselt. We zijn misschien geëvolueerd van folie voor kerstballen naar papier voor poëzie, maar één ding blijft hetzelfde: onderwijs maken we samen.
Dus als er op zo’n zaterdagochtend een oproep in de krant staat, loop dan even naar die boekenkast en deel je favoriete boek met de jeugd van nu. Want wie kinderen de verhalen van Roald Dahl onthoudt, is zelf pas echt één van de Griezels.
Danny Weeda is directeur van een kleine familiaire middelbare school. Hij heeft bijna twintig jaar voor de klas gestaan en staat nog steeds in goed contact met de leerlingen van zijn school. Met zijn frisse kijk op onderwijs stelt hij vaak en graag de vraag: waarom? Dat geeft mooie gesprekken en discussies die soms uitmonden in een artikel of column. ‘De wijze waarop de jeugd zich een weg baant door het leven is een eervol iets om getuige van te zijn en geeft verhalen voor het leven.’