Juf Mirjam zegt dat de kinderen om de beurt hun jas, tas en schoenen mogen halen. Bij ieder voorwerp telt ze met haar vingers mee. De vierjarige Job komt alleen met zijn schoenen terug. Er kunnen verschillende oorzaken voor zijn dat Job deze opdracht maar gedeeltelijk uitgevoerd heeft, maar de meest waarschijnlijke ligt in de ontwikkeling van zijn brein.
Een opdracht die via onze zintuigen tot ons komt, moeten wij eerst verwerken in ons brein, voordat we hem daadwerkelijk kunnen uitvoeren. Die verwerking vindt plaats in ons werkgeheugen. Volwassenen kunnen daarin vier tot zeven brokjes nieuwe informatie tegelijkertijd vasthouden en bewerken. Bij kinderen is deze functie nog in ontwikkeling en daardoor veel beperkter. Bij Job is het werkgeheugen nog zo beperkt dat hij daarin vastgehouden heeft dat hij iets op de gang moest halen. Maar ieder nieuw brokje informatie over wat hij moest halen, duwde als het ware het vorige brokje weer uit zijn werkgeheugen. Zo bleef alleen het laatste brokje bewaard: schoenen halen. En dat deed Job.
Executieve functies van ons brein
Het werkgeheugen behoort tot de executieve functies in ons brein. Dat zijn de functies die ons gedrag en denken sturen en controleren. We gebruiken ze wanneer we een handeling moeten starten, ons gedrag moeten veranderen en/of een handeling moeten stoppen. En dan met name bij nieuwe en complexe taken. Deze functies ontwikkelen zich nog tot ongeveer ons 25e levensjaar door. Het zijn de breinfuncties die als laatste zijn uitontwikkeld.
Andere executieve functies zijn:
- Inhibitie: de rem op ons gedrag;
- Flexibiliteit: het vermogen om ons gedrag te veranderen;
- Planning: het vermogen om ons gedrag te organiseren.
Gebruik van executieve functies op school
Op school krijgen leerlingen iedere dag te maken met nieuwe en complexe taken. Taken die een beroep doen op hun executieve functies, terwijl die functies nog lang niet het niveau hebben bereikt dat ze hebben bij een volwassene.
Toch is het goed dat er een beroep wordt gedaan op deze functies, want daardoor ontwikkelen ze zich juist. Tijdens het leerproces moet je als leerkracht deze functies ook ondersteunen. Als leerlingen aan het einde van de dag naar huis gaan, hebben er weer de nodige veranderingen plaatsgevonden in hun brein. In hun langetermijngeheugen is nieuwe kennis opgeslagen en hun executieve functies hebben zich verder ontwikkeld. Als leerkracht lever je een belangrijke bijdrage aan die veranderingen. Dat doe je ook zonder kennis over het brein. Maar wie deze kennis wel heeft, is in staat de ontwikkeling van het brein van kinderen heel bewust te ondersteunen en te stimuleren. Daarmee haal je als leraar meer uit jezelf en uit je leerlingen.
De tip voor morgen
Kinderen als Job hebben baat bij een geheugensteuntje, in deze situatie bijvoorbeeld drie kaartjes met daarop plaatjes van een jas, een tas en schoenen. Nu kan Job op de kaartjes zien wat hij moet halen. Dit ontlast zijn werkgeheugen.
Conferentie ‘het jonge brein’
Bent je geïnteresseerd in kennis over de ontwikkeling van het jonge brein? Kom dan op 23 maart naar de conferentie ‘Het Jonge Brein‘ die plaatsvindt in de Pijler in Lelystad.