‘Juf, bent u ziek?’
Ziek? Ik weet dat ik net de twee uur durende Walk 4 the Roses heb gelopen en dat je aan m’n haar kunt zien dat ik daarna ook nog in een auto heb gezeten met de ramen open, maar ziek? ‘Wanneer komt u weer naar school?’ Oh, nu snap ik het. Ik leg haar nogmaals uit dat ik naar een andere school ben gegaan en dus niet meer naar haar school kom, maar ik weet niet of het kwartje dit keer wel valt. Kinderen blijven het maar raar vinden: waarom ben ik naar een andere school gegaan?
Het was dan ook allemaal wel wat last minute en ik zou dit zelf vier jaar geleden ook nooit voorspeld hebben: dat ik op Curaçao les zou geven aan een kleuterklas om vervolgens na drie jaar te besluiten Nederlands te gaan geven op een Amerikaanse privéschool op dit eiland. Toen dacht ik namelijk nog… Ja wat dacht ik eigenlijk? Het was een grote stap en als het me niet zou bevallen, zou ik gewoon mijn koffer weer inpakken en terugvliegen naar Nederland.
Ik ging van juf Nadieh naar ‘tante’, zoals de lokale kinderen mij hier op Curaçao noemen, naar Miss Nadieh. Van praten over wiebelende tanden en bomen die in buiken groeien nadat je een zaadje hebt opgegeten, naar uitleggen hoe wij Nederlanders in elkaar steken. Wat wij ‘normaal’ vinden, hoe we elkaar begroeten en wat we eten. ‘Miss, is that chocolate?’ Tja, niet iedereen eet beschuit met hagelslag en zegt vervolgens ook nog dat dit lunch is.
We werken aan de uitspraak: ik struikel over het Engels en zij over het Nederlands. Ik kan gelukkig wel zeggen dat het niveauverschil enorm is. Ik struikel over een enkel woord, zij struikelen slechts over enkele woorden niet. De uitspraak loopt ook niet altijd even soepeltjes. ‘Hou graat het met eu?’ ‘Alle dieren in de dierentoin.’ We werken dan ook veel aan de tweetekenklanken, maar zoals zijzelf al zeggen en zoals zij het uitspreken: het is allemaal hetzelfde. Maar we komen er wel!
Ik hou enorm van muziek, dus we vertalen en leren veel liedjes. De onderbouw geeft mij daarbij het gevoel dat ik toch een verborgen gave heb: ik sta als een dirigent voor de klas en zing mee alsof de dieren in de dierentuin daadwerkelijk in de maat staan te dansen.
Ik moet wel toegeven dat ik na zo’n spontaan concert altijd even om moet schakelen als dit uur voorbij is, we van groep wisselen en grade 7-8 m’n lokaal binnenloopt. Dan moet ik niet uitstralen dat dieren in de dierentuin staan te dansen, maar wel hoe we iemand aanspreken die in de dierentuin loopt, en dat is dan een mens en niet een pratende leeuw. Maar juist deze wisselingen maken het werk nog leuker dan het al is. Ik mag elk uur een andere groep lesgeven en maak zo de leeftijdsgroep 6-16 jaar mee. Ik kan heerlijk wegdromen en acteren met de jongere leerlingen, maar ook een serieus gesprek voeren over de Tweede Wereldoorlog met de studenten.
Dus of ik ziek ben? Nee, ik heb een zenuwinzinking gehad in de twee weken waarin ik het besluit had genomen iets te doen waarvan ik niet eens goed wist hoe of wat. Maar die twee weken waren niets ten opzichte van de daaropvolgende maanden van plezier en geluk. Ik kreeg de kans om in het diepe te springen en ik ben dolblij dat ik het gedaan heb!