Wie op school een verandering wil doorvoeren – denk bijvoorbeeld aan een nieuwe methode of een andere manier van lesgeven – kan op de nodige weerstand stuiten. Niet alleen vanuit de schoolleiding, maar ook van collega’s of soms zelfs van ouders. En hoewel verandering van spijs doet eten, kan het in sommige gevallen wel even duren voor iedereen goed en wel aan tafel zit.
Hoe dat komt? Wie weet waar hij aan toe is, voelt zich comfortabel en is op zijn gemak. Moet het ‘ineens’ allemaal anders, dan weet je (nog) niet hoe en of je alle verwachtingen die ermee gepaard gaan wel waar kunt maken. Dat kan zorgen voor de nodige onzekerheid. Daarnaast ervaren mensen het doorgaans als onprettig wanneer hen iets wordt opgelegd. Het is niet dat collega’s niet willen veranderen, ze willen alleen niet door jou veranderd worden. Daardoor kunnen veranderingen binnen de school op de nodige weerstand stuiten.
Wil jij graag iets veranderen maar is er weerstand vanuit je collega’s of vanuit de schoolleiding? Met de volgende drie simpele tips stimuleer je nieuw gedrag bij veranderingen binnen de school:
1. Empathie
Wie een verandering wil doorvoeren en daarbij andere mensen mee moet zien te krijgen, doet er goed om zich in de eerste plaats in te leven in alle betrokkenen. Wat betekent deze verandering voor hen? Wat houdt de verandering praktisch gezien in? En hoe zullen zij deze verandering ervaren? Door dit in kaart te brengen, onder meer door open het gesprek aan te gaan en echt naar elkaar te luisteren, kom je erachter waar de knelpunten zitten en hoe je die kunt ondervangen in je eerste voorstel.
2. Betrokkenheid
Wanneer je dat in kaart hebt gebracht, kun je een voorstel doen waarin je alle afwegingen, meningen en gevoelens hebt meegenomen. Hiermee laat je zien dat je hebt geluisterd – een goed uitgangspunt om mee te beginnen. Vervolgens is het belangrijk om iedereen nogmaals te betrekken bij het finaliseren van het concrete voorstel. Wat vinden ze ervan? Kan er nog iets beter? En wie vindt het leuk om mee te denken over en/of te werken aan de implementatie ervan? Op deze manier creëer je betrokkenheid en eigenaarschap – en daarmee voldoende draagvlak binnen de school.
3. Feedback
Spreek van tevoren duidelijk met elkaar af op welke momenten tijdens het verandertraject er ruimte is voor feedback en eventuele verbetering. Zo voorkom je dat er direct na de invoering al weerstand of spanningen ontstaan doordat je met zijn allen middenin het gewenningsproces zit. Tegelijkertijd creëer je voor iedereen een stip aan de horizon: een moment waarop iedereen zich mag uitspreken over de knelpunten en kansen die de verandering met zich meebrengt. Hiermee minimaliseer je kans op weerstand, want ook hier geldt: iedereen mag meedenken.
Hoe stimuleer jij nieuw gedrag bij veranderingen binnen de school? Deel je tips en ervaringen via onderstaand reactieformulier.
