Home » In gesprek over racisme op school

In gesprek over racisme op school

Twee handen ineengeslagen

Tijdens haar middelbare schooltijd ondervond Fausia S. Abdul (36) discriminatie en racisme van zowel medeleerlingen als docenten. Heftige jaren, die haar als volwassene niet hebben losgelaten. Ze belde daarom de huidige schooldirecteur met haar verhaal. Is er inmiddels iets verbeterd? 

Als kind was Fausia een van de weinigen met een gemengde culturele achtergrond in het Zuid-Hollandse dorp waar ze woonde. ‘Toen ik zes was, kwam ik erachter dat ik “anders” was volgens sommigen. Bij een vriendinnetje thuis noemde een oom mij “vieze buitenlander”. “Huh”, zei ik, “ik heb toch gedoucht en ruik naar jasmijn?” Heel beschamend’, vertelt ze. ‘Mijn familie komt uit het Caribisch gebied. Als gezin waren we daar niet zo mee bezig, en mijn ouders vonden het erg dat ze ineens dingen moesten gaan uitleggen vanwege die vervelende opmerking.’ De jonge Fausia zag het juist als een avontuur en een zoektocht. ‘Ik ben hoogbegaafd en kon vroeg lezen. Ik wist niks van thema’s als het koloniale verleden en dook de boeken in. Onder andere door de teksten van de Noord-Afrikaanse ontdekkingsreiziger Ibn Battuta dacht ik, wauw, ik ga al die talen leren en landen bezoeken. Ik word ook ontdekkingsreiziger.’

Buitenbeentje

Toch vond ze het pijnlijk dat mensen haar getinte huid blijkbaar verkeerd vonden. ‘Ik was een buitenbeentje op de basisschool, maar voornamelijk omdat ik wat verder in mijn ontwikkeling was dan de rest. Mijn huidskleur werd weleens benoemd, maar op een manier waar ik geen last van had. Ik had positieve ervaringen op school, leuke leerkrachten die er voor me waren en ik was eigenwijs. Ik durfde voor mezelf op te komen.’ Op de middelbare school veranderde dat echter compleet. ‘Als tienjarige was ik de jongste. Ik werd racistisch nageroepen door veel oudere leerlingen; van “terrorist” tot het n-woord. Op school bleek racisme normaal. Leerlingen en docenten deden eraan mee. Of het nu over de moord op Pim Fortuyn of bommenwerpers ging: ik werd vanwege mijn achtergrond aangekeken op alle negativiteit in de wereld.’

Fausia viel wederom terug op haar intelligentie en welbespraaktheid, maar dat was niet genoeg om de dreiging te stoppen. ‘Racistische grappen en bedreigingen werden weggewuifd en niemand kwam voor me op. Ook de docenten niet. Ik voelde me totaal onveilig. Later kwamen er meer mensen met een gemengde achtergrond op school, en die vormden groepjes of gingen meelachen. Dat wilde ik niet, dus hield ik me sterk en schreef er bijvoorbeeld over in de column van de lokale krant waarvoor ik werkte. Ik sloeg me erdoorheen door er altijd iets van te zeggen.’

Getekend door racisme

Na haar slagen startte Fausia een internationale carrière als communicatieprofessional en onderzoeker, waarin ze zich onder andere bezighoudt met sociale gelijkheid, het voorkomen van terrorisme, diplomatie en religie. Ze werkte onder meer als consultant voor de Verenigde Naties en deed vrijwilligerswerk in met name het onderwijs. Haar middelbare schoolperiode liet haar echter niet los.

‘Terwijl ik al die jonge mensen ondersteunde, merkte ik dat ik zelf nog met pijn rondliep en nu mijn ervaringen beter begreep. Er is veel veranderd in de afgelopen jaren en racisme is beter bespreekbaar en te herkennen. Toen dacht ik: ik ga de directeur van mijn middelbare school gewoon bellen. Was er nu meer bewustzijn rondom racisme en discriminatie op de school? Kan ik iets betekenen door mijn ervaringen te delen?’, zegt ze.

Inmiddels stond er een nieuwe directeur aan het roer van haar voormalige middelbare school, namelijk Benedict. ‘Ik had verwacht dat ook hij mijn verhaal zou bagatelliseren of ontkennen. Dat het in ieder geval een moeilijk gesprek zou worden. Maar hij toonde zoveel begrip. Hij had ervaring op meerdere scholen en zag hoe kinderen met een gemengde achtergrond werden behandeld. Met dit bewustzijn werkte hij aan een veiliger schoolklimaat.’ Twee uur lang praatten Fausia en Benedict over elkaars ervaringen met racisme en discriminatie en wat er veranderd was sinds de tijd dat Fausia op school zat. Fausia voelde zich op school klein gehouden als hoogbegaafde, moslim en meisje, en Benedict herkende daaruit dingen uit zijn eigen onderwijspraktijk.
Vervolgens spraken de twee af in Rotterdam voor een lunch, en nodigde de directeur haar uit om te komen spreken op school. Ze bespraken hoe Fausia met haar projecten over diversiteit en lokale geschiedenis kan bijdragen aan het curriculum van volgend jaar. 

Verbetering is altijd mogelijk

De twee hebben goed contact. Volgens Fausia is dit een perfect voorbeeld van hoe verbetering altijd mogelijk is. ‘Ik vind het moedig dat Benedict het gesprek met mij is aangegaan. De gevolgen van racisme worden vaak over het hoofd gezien. Het wordt weleens afgedaan als pesten, of een normaal deel van het schoolleven wanneer racistische opmerkingen zogenaamde “grapjes” zijn. Maar een gemene opmerking krijgt een heel andere lading als het ineens over je achtergrond en het vermoorden van hele gemeenschappen gaat, want zo ver ging het’, zegt ze.

‘Duik nooit weg uit schaamte omdat op jouw school racisme is, maar houd een open blik en neem de verantwoordelijkheid als schoolleiding. Creëer een omgeving waarin iedereen een plek heeft. Door zaken bespreekbaar te maken en duidelijke grenzen te stellen, zorg je voor verandering en verbetering. Ik zou willen dat iedere leerling zich thuis voelt op school en zichzelf mag ontwikkelen zonder daar een strijd voor te moeten voeren. Het beste uit jezelf halen is niet bereikbaar als je geen steun krijgt van je omgeving.’

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.