Met een sticker, een bonuspunt, een compliment of een leuke activiteit kun je kinderen belonen. Volgens sommigen is dat minstens zo effectief als straffen. Anderen zien enkel nadelen. Is belonen beter? En hoe doe je dat eigenlijk, belonen? Daarover lees je meer in dit artikel.
Dit artikel is eerder verschenen op onderwijsvanmorgen.nl.
Het behaviorisme is nog altijd de basis van veel onderwijstheorieën. Je straft leerlingen bij ongewenst gedrag, en beloont hen bij gedrag dat je vaker zou willen zien. Straffen bij ongewenst gedrag lijkt in de klas het meest gangbaar. Maar er zijn ook docenten die juist kiezen voor belonen. Vanuit de positieve stemming bij belonen is het prettiger lesgeven dan vanuit de negatieve sfeer die ontstaat bij straf uitdelen.
Het effect van belonen in de hersenen
Belonen leidt tot een positieve sfeer in de klas. Leerlingen willen graag een beloning en doen daarvoor ook graag hun best. Al is te veel belonen volgens sommigen ook niet goed. Omdat onze hersenen gevoelig zijn voor beloning, kunnen leerlingen juist hun best gaan doen om beloningen te krijgen. Intrinsieke motivatie wordt dan extrinsieke motivatie. En dat terwijl je als docent juist graag een klas vol intrinsiek gemotiveerde leerlingen wilt. Daarnaast kan te veel beloning bij kinderen met weinig zelfvertrouwen ertoe leiden dat ze faalangst ontwikkelen. Ze zijn bang de hoge standaard waarvoor ze eerder beloond werden een volgende keer niet opnieuw te halen.
Nadelen van belonen
Straffen is volgens sommigen docenten ook gewoon nodig. Helemaal omdat belonen niet altijd leidt tot het gewenste resultaat. Uit onderzoek van onder meer Alfie Kohn blijkt dat kinderen die voor hun gedrag beloond worden, dat gedrag steeds minder gaan vertonen. Omdat niet het gedrag of de activiteit, maar de beloning ervan het doel wordt, verliezen kinderen sneller hun interesse. Problematisch, want wanneer de beloning de motivatie wordt om iets te doen ontstaan er problemen wanneer die beloning wegvalt. Kortom: beloning weg, motivatie weg. Een ander nadeel van belonen is dat het competitie stimuleert. Er kan strijd ontstaan wie de beloning krijgt. Lang niet alle leerlingen voelen zich daar veilig bij.
Het effect van de actie
Zoals gezegd kunnen leerlingen dus bepaald gedrag gaan vertonen omdat er beloning tegenover staat. Dus alleen boeken meenemen omdat ze een beloning krijgen. Stop je met belonen dan stopt het gedrag, waardoor je eindeloos moet belonen voor iets wat eigenlijk vanzelfsprekend zou moeten zijn. Je wilt bereiken dat leerlingen uit zichzelf boeken meenemen zonder dat daar een beloning tegenover staat. Een optie is dan te wijzen op het effect, zonder daarbij te prijzen: ‘Omdat je de boeken bij je hebt en in de klas kunt werken, hoef je thuis geen huiswerk meer te maken.’
Nog een aantal tips als je in de klas wilt werken met beloning:
- Kies voor partiële beloning, beloon goed gedrag niet altijd maar random. Zo voorkom je dat leerlingen enkel werken voor de beloning.
- Zorg dat het verband tussen gedrag en beloning duidelijk is.
- Geef passende beloningen. Is de beloning te groot dan kan het niet krijgen van de beloning ook weer teleurstelling oproepen wat vervolgens leidt tot gedemotiveerde leerlingen.
- Beloon enkel acties waar de leerling zelf invloed op heeft.
- Beloon niet alleen de uitkomst, ook het proces. Dus niet alleen het mooie werkstuk maar ook het ijverige werken.
- Beloon niet alleen individuele leerlingen maar ook de klas als geheel. Dat motiveert iedereen mee te doen in het gewenste gedrag.