Auteur, programmamaker, gastdocent en nu ook columnist voor Juf & Meester Magazine. Iven Cudogham moest altijd even nadenken als mensen hem vroegen wat hij precies was. “Een storyteller, dat ben ik.”
Je hoeft aan Iven Cudogham niet te vragen of hij van kinderen houdt. Zeven heeft hij er, met leeftijden tussen de 21 tot 6 jaar oud. “Ik houd van kinderen en ben zelf ook nog een groot kind. Ik geef mijn innerlijke kind volop de ruimte. De verwondering die ze hebben, de speelsheid, dat herken ik in mezelf. Daarom vind ik het leuk om met ze om te gaan, ze les te geven en ze iets bij te brengen.”
In zijn werk draait het (bijna) altijd om kinderen. Of het nu de lezers zijn van zijn Anansi de spin-boekenserie, de kinderen in groep 7 en 8 in Amsterdam die hij als gastdocent talentontwikkeling ziet en spreekt, of zijn eigen kinderen thuis. Zijn CV staat vol met leuke dingen. “Uiteindelijk komt het erop neer dat ik een storyteller ben. Op de basisschool was ik al een kwebbelkous, altijd aan het entertainen en kwebbelen. Nu geef ik les op school en probeer ik daar veel humor in te stoppen.”
Reizende verhalen
De auteur nam in 2020 het initiatief om de verhalen van Anansi de spin in een nieuw jasje te steken en er een animatieserie van te maken met KRO-NCRV. Deze verhalen zijn al eeuwen geleden ontstaan in Ghana. Via de Transatlantische slaventransporten kwamen ze naar Noord- en Zuid-Amerika en het Caribisch Gebied, waar Iven Cudogham in Suriname geboren werd en de verhalen hoorde.
Hij was drie jaar oud toen hij vanuit Paramaribo naar Nederland kwam. Na een paar jaar in Alkmaar en in de Bijlmer, kwam het gezin in Zaandam terecht. Hier groeide hij op. Inmiddels woont de familie Cudogham in Amsterdam en heeft heel Nederland het huishouden kunnen volgen in het tv-programma ‘Een huis vol’.
Leefwereld leren kennen
Na het schrijven van de scenario’s voor de animatieserie dacht Cudogham; wat nou als we er ook boeken van maken? “Ik dacht daarbij niet aan mezelf als schrijver, maar mijn coach zei: waarom niet? Jij weet immers hoe Anansi denkt en in elkaar zit.” Dat heeft goed uitgepakt. Kinderen vallen voor de prachtige illustraties en verhalen. “Er zijn sinds 2020 ruim 50.000 boeken verkocht.”
Tijdens het schrijven had hij thuis een testpanel op de bank zitten. “Ik las de boeken voor aan ze, wel tien keer. Ik kon bijschaven, kijken of ze een grapje leuk vonden of niet, zien hoe lang hun spanningsboog was. Dat had veel invloed op mijn werk, op een positieve manier.” Het werken als gastdocent voor groep 8 leert hem ook veel over de leefwereld van die doelgroep, met hulp van zijn kinderen en hun vrienden die thuis rondlopen. “Ik weet wat er speelt in hun wereld, dat is een onwijs voordeel. Hoe ze denken en praten, welke muziek ze luisteren. Kom ik voor het eerst in een klas, dan weet ik wat ik moet zeggen. “‘Faka G’, zeg ik tegen de leerkracht. Wat meteen zorgt voor reactie uit de klas, dan ben ik ‘one of the guys’ en nemen kinderen alles van je aan.”
Al honderden uren aan gastlessen gaf hij, en daardoor zit Cudogham ook regelmatig in de koffiekamer van scholen. “Ik kijk dan om me heen en denk: hoe fantastisch zijn leerkrachten wel niet. Iedere dag weer proberen ze kinderen te motiveren, enthousiasmeren, ze iets bij te brengen. Ze moeten ook nog eens kerndoelen halen en hebben te maken met ouders en hun verwachtingspatronen. Leerkrachten zijn engeltjes zonder vleugels. Zij hebben de toekomst van onze kinderen in hun handen.” Hij vindt het daarom ook een eer om voor deze doelgroep een column te gaan schrijven. “Met zeven kinderen thuis zijn er ook altijd wel grappige, leuke of ontroerende momenten om over te schrijven. Alles wat ik ga schrijven, komt uit mijn hart, ik ben een open persoon.”
Aandacht voor diversiteit
Er is steeds meer aandacht voor diversiteit in de wereld van kinderboeken, ziet Cudogham. “Toen in 2020 het eerste Anansi-boek uitkwam, waren het vooral mensen uit het Caribisch gebied die ambassadeurs werden. Maar we zien de maatschappij veranderen, het wordt woke’er, om toch dat woord maar te gebruiken.” Na Black Lives Matter is er iets in gang gezet, er is meer oog voor andere culturen, ziet hij. “Witte mensen realiseren zich dat leren over andere culturen ook rijkdom kan zijn voor hun kind.”
Naast de Anansi-boeken is er daarom ook lesmateriaal ontwikkeld met hulp van onderwijsexperts. “We willen hiermee op een laagdrempelige manier met kinderen in groep 1 en 2 het gesprek aangaan over soms lastige onderwerpen. Niet de slavernij, maar bijvoorbeeld over buitensluiting. In één van mijn boeken heeft een tijger het dorp geplunderd, alle koelkasten zijn door hem leeggegeten. Hij is groot en sterk, dus hij mocht het dorp in. Maar mag hij daarom ook pakken wat hij wil? Dat soort vragen stellen we, zonder er een politieke lading aan te geven.”
Cudogham hoopt dat het lesmateriaal gebruikt wordt om bijvoorbeeld het onderwerp burgerschap te behandelen. “Hiermee kunnen we de kinderen op een speelse manier bewust maken van wereldoriëntatie en van zichzelf.” Op de school in Amsterdam waar hij als gastdocent werkt, doen ze dit rondom Keti Koti, de jaarlijkse Surinaamse feestdag op 1 juli waarop de afschaffing van de slavernij herdacht en gevierd wordt.
Voorleesplezier uitstralen
De vader ziet thuis dat zijn werk als auteur er niet automatisch voor zorgt dat al zijn kinderen boeken verslinden. “Ik ben Minister van Leesbevordering, maar ik moet thuis mijn kinderen ook aansporen om een boek te pakken.” Wat volgens Cudogham helpt, is om voorleesplezier te tonen, vanaf een jonge leeftijd al. “Maak van voorlezen een feestje. Zet stemmetjes op en wees bevlogen. Ik snap dat niet elke ouder daar zin in heeft aan het eind van een lange dag, maar raffel het niet af.”
Als je voorleest, doe het dan bevlogen. “Jouw voorleesplezier zal een nieuwsgierig kind vermaken en aansporen om met boeken bezig te zijn. Dat zaadje moet vroeg gepland worden.” Datzelfde geldt voor leerkrachten. Stemmetjes, mimiek, interval. “Maar maak een verhaal ook interactief. Stel tussendoor vragen. Doe na wat er in het boek gebeurt. Niet iedereen is zo extravert, maar je kunt er altijd op je eigen manier iets leuks van maken.”
Spelend leren en doceren
Bij het maken van het lesmateriaal heeft Cudogham zich daarom gericht op spelend leren en spelend doceren. Loskomen van de standaard methodes en op een leuke manier kennis bijbrengen, dat heeft hij voor ogen. “Ik weet zelf nog dat mijn leerkracht geschiedenis altijd alle verhalen op het bord uittekende, daar was hij heel goed in. We hingen aan zijn lippen. Dat is me altijd bijgebleven. Als je les krijgt van iemand met plezier in zijn vak, dan beklijven dingen beter.”
Het Anansi-lesmateriaal is te vinden op anansidespin.nl