School:Nutsschool Bezuidenhout, Den Haagd
Geeft les aan: groep 2
Aantal jaar voor de klas: 15 jaar
Juf Esther is juf en rouwspecialist. Ze wil graag zorgen voor erkenning van rouw en verdriet in het onderwijs en zo geven wat ze zelf als kind heeft gemist.
School: Nutsschool Bezuidenhout, Den Haagd
Geeft les aan: groep 2
Aantal jaar voor de klas: 15 jaar
Juf Esther is juf en rouwspecialist. Ze wil graag zorgen voor erkenning van rouw en verdriet in het onderwijs en zo geven wat ze zelf als kind heeft gemist.
Wat heb je als kind gemist?
Ik ben mijn broertje verloren toen ik in groep 2 zat. Dat werkte jarenlang door. Tot het in groep 5 echt niet meer goed met mij ging. Ik kreeg psychosomatische klachten als hyperventileren. In groep 6 kreeg ik een juf die me echt zag en begreep. Dat maakte een wereld van verschil. Tijdens mijn master SEN (special educational needs) deed ik praktijkonderzoek naar rouw en verlies. Dat zorgde voor een aha-effect: ineens ging ik mezelf met terugwerkende kracht begrijpen.
Wat neem je van die ervaring mee in je werk nu?
Het maakt mijn missie sterker om rouw en verdriet een plek te geven in het onderwijs. Als kind voelde ik me heel alleen. Ik dacht dat ik de enige was, maar dat is natuurlijk niet zo. Er zijn meer kinderen in de klas die vormen van verlies meemaken. School kan een veilige plek zijn om die ervaringen met elkaar te delen.
Aan welke vormen van verlies moet ik denken?
Rouw heb je in verschillende gradaties. Mijn eigen ervaring is natuurlijk het overlijden van een naaste. Maar er zijn veel meer situaties waarin mensen rouwen. Denk aan echtscheiding, een faillissement, het overlijden van een huisdier, migratie of ziekte. Het gaat om levensveranderende gebeurtenissen die je overkomen.
Hoe kunnen we rouw en verlies op school een goede plek geven?
Belangrijk is dat kinderen ruimte krijgen om hun eigen verhaal in te brengen. Dat je daar als school over nadenkt. Niet omdat we weer een taakje de school in willen schuiven, maar omdat kinderen zelf ook thema’s als verdriet onderzoeken. Turf eens hoe vaak kinderen het over de dood hebben. Kinderen onderzoeken die eindigheid.
Daarnaast is het belangrijk om te weten dat er op rouw geen tijdslimiet zit. Je kunt niet stellen: op dat moment is het klaar. Wat een kind in groep 1 meemaakt, kan in groep 8 ineens weer nieuwe vragen opleveren.
En hoe ziet dat er praktisch uit?
Belangrijk is dat je je kinderen kent. Zet aan het begin van het jaar voor jezelf op een rij: wie heeft er verlies meegemaakt? Echtscheiding, verhuizing, overlijden van ouders? Neem het mee in de warme overdracht naar je collega. Bekijk ook de jaarkalender. Welke inhaakmomenten zie je voor gesprekken? Denk aan kerst, Pasen, Moederdag en oud en nieuw. Soms geeft een methode passende momenten of brengen kinderen een dood diertje mee naar school. Wat wil je op zulke momenten doen? Een kringgesprek? Een boek voorlezen? Een ritueel uitvoeren?
Kun je een voorbeeld van zo’n ritueel geven?
In mijn klas mag een kind dat iets verdrietigs meemaakt een bel blazen. Ik zeg dan: ‘Blaas jij voor oma een herinnering in de bel.’ De rest van de klas is dan eventjes stil. Op dat moment voelt een kind ruimte om een stukje van zijn verhaal te delen. Maar ik laat het open, het is geen verplichting. Rituelen zorgen voor ankers in hun tijdlijn. Het helpt als je weet dat je je levensverhaal kunt vertellen. Houd het simpel. Je kunt ook een led-kaarsje gebruiken dat een kind mag aanzetten als hij iemand mist die hem heel lief is.
Wat vraagt het van de leerkracht?
Je hoeft geen SMART-doelstellingen te formuleren of dingen op te lossen. Het gaat erom dat je leert volgen, luisteren en zien. Dat er verdriet in de klas mag zijn. En dat je als leerkracht ook pijn kunt verdragen. Het is lastig voor volwassenen om te zien dat kinderen intens verdrietig zijn. Verder kun je je er een beetje in verdiepen. Extra kennis over rouwverwerking helpt, maar je hoeft het niet altijd te weten. Je mag even stil zijn of het antwoord niet weten.
Kun je het ook helemaal verkeerd doen?
Belangrijk is om altijd aan het kind te vragen wat hij wil. Hij móet er niet over vertellen, het mág. Niet elk kind is blij met een altaartje in de klas voor zijn overleden broertje. Sla Moederdag niet over. Ga er niet vanuit dat een kind met een overleden vader per se iets voor opa wil maken. Misschien wil hij wel iets maken voor op het graf. Een steen versieren of zijn tekening lamineren, zodat die in de regen goed blijft.
Door groot wereldnieuws, zoals de oorlog in Oekraïne, kunnen kinderen ook verdrietig worden. Hoe ga je daarmee om?
Ook dan is het belangrijk dat je de kinderen volgt. Dat je goed kijkt: wat brengen zij in? Laat het er zijn. Zorg voor een moment, maar kader het ook. Het hoeft niet de hele dag over de oorlog te gaan. Bagatelliseer het niet. Wel kun je positieve kanten benadrukken, bijvoorbeeld dat er helpers zijn. Kinderen willen ook vaak graag handelen bij verdriet, zoals een actie opzetten.
Er zijn prachtige boeken die je kunt gebruiken over het thema vluchten. (Zie haar suggesties onderaan.)
Wat wil je leerkrachten meegeven?
Rouw en verlies horen bij het leven. Durf dit aan je kinderen te laten zien. Jouw klas is een veilige plek, daar kunnen kinderen leren om blije én verdrietige levensverhalen te delen.
Vijf suggesties van Esther voor boeken over oorlog en vluchtelingen
Jij en ik, Margaretha van Andel & Eva Moraal (midden- en bovenbouw)
Een boek met negentien verhalen en gedichten van verschillende schrijvers. Elk gedicht en elk verhaal is anders, en je kunt dus zelf kijken wat het best bij je klas past.
Op de vlucht, Pimm van Hest (vanaf groep 2)
Stel je voor, er is oorlog…
Een verhaal over afscheid nemen van je land. Over de angst die daarbij komt kijken. Een verhaal over wennen in een nieuw land. Je welkom voelen en soms niet. Tijdens het lezen leer je je verplaatsen in het leven van vluchtelingen. Heel waardevol om met kinderen te bespreken.
Mijn twee dekens, Irena Kobald & Freya Blackwood (vanaf groep 1)
Een prentenboek over taalverwerving, je veilig voelen en verbinding met anderen. In kleurrijke tekeningen volg je Radslag, een meisje dat moet vluchten voor oorlog. In haar nieuwe, veilige land, blijkt alles anders. Ze wikkelt zich in een oude, warme deken van eigen woorden en geluiden. Dan ontmoet ze in het park een meisje dat steeds nieuwe woorden voor haar meebrengt. Onder haar oude deken weeft Radslag van die woorden een nieuwe deken.
De koffer, Chris Naylor-Ballesteros (vanaf groep 1)
Een vreemd dier komt aan op een andere plek en heeft een koffer bij zich. De andere dieren vragen zich af wat er in de koffer zit. Terwijl het dier uitrust van een vermoeiende, lange reis, bekijken de dieren de inhoud: een theekopje en een foto. Dit prentenboek maakt met heldere teksten en prenten een heel belangrijk onderwerp bespreekbaar. Met een hoopvolle gedachte aan het eind van het verhaal.
Iedereen telt mee, Hollis Kurman & Barroux (vanaf groep 1)
Een waardevolle boodschap in een telboek voor kleuters. Het boek begint met de zin: ‘Wat als het thuis zo eng wordt dat je vluchten moet….?’ Al tellend kun je samen met je klas op zoek naar dingen die kunnen ondersteunen. Een boek vol warmte, saamhorigheid, connectie en empathie.