De Onderwijsraad geeft de Eerste en Tweede Kamer onafhankelijk advies over onderwijsbeleid en -wetgeving. Onlangs publiceerde de Onderwijsraad het rapport ‘Bekwaamheid beter borgen’. In deze beleidsupdate vind je de adviezen.
Verschillende leerkrachten en kaders
Elk jaar volgen 60.000 mensen een opleiding tot leerkracht. Dat doen zij via verschillende routes. Sommigen volgen de pabo, anderen zijn zij-instromer en weer anderen volgen een versneld traject. Deze flexibiliteit in opleidingen is, gezien het lerarentekort, zeer wenselijk, maar al deze leerkrachten moeten wel voldoende klaargestoomd zijn om voor de klas te staan. Daarom stelden de onderzoekers van het rapport ‘Bekwaamheid beter borgen’ de vraag: hoe is de bekwaamheid van aanstaande leerkrachten te waarborgen?
Bekwaamheidseisen vanuit de overheid
De Onderwijsraad gaat eerst in op de bekwaamheidseisen vanuit de overheid. Lerarenopleidingen hebben last van de uiteenlopende regels en afspraken over de kwaliteit van leerkrachten. In het rapport staat: ‘dat de leraar kennis heeft van verschillende leer- en onderwijstheorieën die voor de onderwijspraktijk relevant zijn’. De Onderwijsraad stelt dat onvoldoende duidelijk is welke theorieën dit dan zijn.
Hoe dan wel?
De Onderwijsraad adviseert de minister daarom allereerst om de bekwaamheidseisen van leerkrachten duidelijk te specificeren in de wetgeving. Wanneer deze eisen er zijn, kan getest worden of leerkrachten aan die eisen voldoen. Een tweede advies van de Onderwijsraad stelt voor om voor die test één toetsingskader te gebruiken. Het onderwijsveld kan dit kader maken, want dat weet het best waar een leerkracht aan moet voldoen.
Wiskunde- en rekentoets
Ook wil de Onderwijsraad de wiskunde- en rekentoets niet meer aan het begin, maar aan het eind van de opleiding afnemen. Pas op dat moment test je daadwerkelijk of de aanstaande leerkracht voldoende rekenvaardigheden heeft. Dit zijn een paar concrete adviezen. Het is nu aan de overheid of deze adviezen worden overgenomen.