In KIJK MEE vandaag een enthousiast pleidooi voor de Khan Academy: zo snapt iedereen wiskunde!
Zo begon het: Salman Khan, een succesvolle beursanalist uit de VS, gaf in 2004 zijn nichtje wiskundebijles via eenvoudige filmpjes en toen nog een gewone telefoon. Zijn nichtje werd goed in wiskunde dus een paar neefjes vroegen Salman ook om bijles. Khan zette de filmpjes op YouTube en toen ging het snel.
Inmiddels kijken er per dag 200.000 mensen naar de filmpjes van de Khan Academy, het is de best bezochte online cursus. Salman zegde zijn baan op en heeft inmiddels ruim 1600 filmpjes opgenomen over allerlei onderwerpen uit de wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie en zelfs over de bank- en beurswereld en wat geschiedenisfilmpjes.
Toen zijn neefje hem vertelde dat hij Salman op YouTube beter vond dan live begreep Salman direct wat de kracht is van deze filmpjes: ze zijn beter dan een docent in een klas, vooral in een situatie waarin een leerling moeite heeft met de stof of een achterstand heeft. Een docent voor een klas heeft vaak niet de tijd om iets meerdere keren uit te leggen en zeker niet om één denkstap voor één leerling meerdere keren voor te doen. En toch is dat precies waar leerlingen behoefte aan hebben bij lastige onderwerpen: eindeloze herhaling.
Het doet me denken aan de regel dat ieder talent 10.000 uur oefening en blootstelling nodig heeft om tot volledige ontplooiing te komen (Lees: Outliers van Malcolm Gladwell). Wil je goed kunnen voetballen, dan moet je het vaak doen (en er veel naar kijken), wil je goed worden in wiskunde, dan moet je er veel mee bezig zijn. Ben je nou niet zo goed in wiskunde, dan heb je dus nóg meer uur nodig om op zeker niveau te komen. En die tijd krijg je niet in de klas. Hoeft ook niet, je kunt tenslotte niet een hele klas laten wachten op de leerlingen die wat langzamer tot begrip komen. En wat een uitkomst is dan de Khan Academy! Ieder fimpje is door Salman Khan zelf ingesproken en hij tekent synchroon. Hij maakt dus ook foutjes die hij ter plekke herstelt of hij slaat eens een bocht om die hij zelf niet voorzag en dat geeft een groot gevoel van informaliteit. Hij is daarbij hoorbaar enthousiast. Maar allerbelangrijkst: je bekijkt een filmpje of en deel ervan zo vaak als je wilt en door de combinatie van beeld en geluid onthoud je de stof makkelijk. Je hoeft je niet te schamen als je tien keer opnieuw kijkt want dat weet niemand. Je houdt niemand op, je hoeft niet te doen of je het snapt. Allemaal grote voordelen als je niet zo goed bent in wiskunde of een van de andere bètavakken. Want daar zit de kracht van Khan, in de bètavakken. Overigens wil hij aan het eind van zijn leven over alle onderwerpen een filmpje gemaakt hebben…
Een nadeel: Khan spreekt Engels. De filmpjes worden op het moment door vrijwilligers vertaald en zijn nu ook al in het Spaans beschikbaar. Overigens kan een kind van 12 dat wat Engels heeft gehad op de basisschool de eenvoudige rekenfilmpjes en de basiswiskunde goed volgen (getest met zoon). Ik zou Nederlandse VO-leerlingen dan ook zeker aanraden de filmpjes eens te proberen. En misschien zijn er docenten die ze in het Nederlands willen helpen vertalen?