Een paar weken geleden heb ik een bezoek gebracht aan het VWO van het Porta Mosana College in Maastricht op uitnodiging van Mr. Steve Reidy, die zich intensief bezig houdt met “Public Speech” voor de derde klassen. Die avond werd door de derde klassen een Public Speech Contest gehouden. Hieraan namen leerlingen deel die tot de finale waren doorgedrongen. Ik was niet alleen “pleasantly surprised” over het niveau van de contest, maar ook viel de grote belangstelling mij op. Er waren honderden belangstellenden die intensief meeleefden. Aan het einde van de contest werd iedere finalist publiekelijk door een internationale jury beoordeeld.
Het is niet verwonderlijk dat ik na deze ervaring nieuwsgierig was naar de kwaliteit van de lessen aan het Tweetalig Onderwijs (TTO) van deze school. De belangrijkste vragen die ik mij stelde, waren:
1
Hoe is de kwaliteit van het Engels van de non-native speakers?
2
Hoe groot is de invloed van TTO op de passieve en actieve beheersing van het Engels bij de leerlingen?
3
Hebben lessen in een voor de leerlingen vreemde taal invloed op de verwerking van de leerstof?
Ik werd ontvangen door Mr. Ben Perry, teamleider. Met hem nam ik de dag door. Ik zou zeven lessen bijwonen in diverse vakken in de klassen 1 t/m 4.Wat mij opviel was dat ook in de klassen door de leerlingen onderling veel Engels werd gesproken. De leraren spraken met de leerlingen altijd Engels en zelfs in de docentenkamer werd veel Engels gesproken, al was het maar vanwege de aanwezigheid van veel “native speakers”. Ik zou veel kunnen vertellen over deze ook voor mij bijzondere dag.
Vanwege de beperking die het formaat van dit artikel mij oplegt, beperk ik mij tot mijn conclusies:
1
De Nederlandstalige docenten spraken acceptabel tot zeer goed Engels.
2
De kwaliteit van het Engels van de leerlingen was vergeleken bij het gewone VWO fenomenaal. De lessen in de brugklas gingen volledig in het Engels en het was voor mij bijna ongelofelijk hoe goed de leerlingen Engels spraken na 5(!) maanden TTO.
3
Ik keek naar de lessen ook met het oog van een onderwijskundige. Een les geschiedenis van Mrs. Petra Peerboom in een brugklas staat mij nog helder voor de geest. De leerlingen gingen uitgebreid in op de Engelse begrippen uit hun lesboek. Er werden vragen gesteld en er werden vragen beantwoord. Woorden en begrippen werden steeds in het Engels expliciet gemaakt. De intensiteit waarmee dit gebeurde, maakte voor mij duidelijk dat hier sprake was van DIEPTEVERWERKING in optima forma.
Het meest echter trof mij de reactie van een docente Engels, toen ik haar vroeg hoeveel leerlingen gemiddeld onvoldoende scoorden voor een letterkundetoets: “Niemand krijgt van mij een onvoldoende, het zou hun liefde voor de letterkunde in de kiem smoren.” Zij gaf alleen een aantekening: “Deelgenomen aan toets”.