Groep 6 wil een huisdier. Een klassendier. Ze hebben het al twintig keer gevraagd, ik heb het net zo vaak afgewimpeld. Vandaag is de eenentwintigste keer. Smekend kijken de kinderen me aan na de rekeninstructie, die toevallig over vissenvoer ging. ‘Ah toe, juf? Als we beloven héél goed te werken?’
Vooruit. Niet meteen wegwuiven, maar de vraag serieus nemen. Ik denk razendsnel na. Een klassendier. Leuk, zeker, maar ook zo veel dingen om rekening mee te houden. Want welk dier? Hebben we genoeg ruimte? Wie verzorgt zo’n beestje in de vakanties? Welk voer is nodig? Hoe houden we alles schoon? Wat zijn de kosten?
‘Weet je wat leuk is?’ Felipe voelt mijn denkruimte en grijpt zijn kans. ‘Een axolotl!’ Ik kijk hem verbaasd aan. Een axowat? ‘Een axolotl, juf. Dat is echt een vét schattig beestje en heel makkelijk als huisdier te houden.’ Uit nieuwsgierigheid tover ik een plaatje tevoorschijn op het digibord. De klas juicht en is het direct met Felipe eens. Díe moeten we hebben.
‘Goed, goed, we gaan het als volgt doen,’ roep ik, terwijl ik de joelende kinderen weer tot stilte maan. ‘Wie straks klaar is met de rekenles, maakt een plan voor de axolotl. Wat hebben we nodig, wat moeten we regelen, is het haalbaar? Dat plan presenteer je aan mij. Weet iemand me te overtuigen, dan gaan we ervoor.’
Er wordt harder gewerkt dan ooit. De rekensommen vliegen door de lucht en binnen no-time zie ik de kinderen driftig googelen naar ‘benodigdheden axolotl’. Ik grinnik. Ze willen dit wel héél graag.
Maar helaas. Alleen de leefruimte levert al een probleem op. Waar halen we een aquarium van 90 × 40 × 50 vandaan? En, nog belangrijker, waar láten we zo’n ding? En, nóg belangrijker, wie haalt de larven en wormen die ze graag eten? (‘Iew, laat maar, juf.’ Dat dacht ik al.)
Nieuwe plannen worden gesmeed. Een hond? Mag niet. Een schoolkat? Gezellig, maar denk aan de allergieën. Een hamster? Een wandelende tak, papegaai, goudvis? Ja! Een vis misschien? In een hoek van de klas klinkt plotseling gekuch. Het is Suze. ‘Eigenlijk …,’ begint ze aarzelend, ‘heb ik gehoord dat een goudvis ook een groot aquarium nodig heeft. Anders is het zielig.’ Ze heeft gelijk. We zijn terug bij af.
Dus nu wachten we op het voorjaar. Kikkervisjes. Zij gaan onze klas compleet maken. Het plan ligt inmiddels klaar, nu de dril nog. Tot die tijd zetten we gewoon een lieve knuffelbeer in de klas. Geen bak, geen larven, geen ruimte, geen zorgen. Per-fect.