Naam: Janny Peterse
School: Max Havelaar Kindcentrum, Delft
Geeft les aan: groep 3
Aantal jaar in het onderwijs: 43 jaar, gestart in 1980
Juf Janny staat al 43 jaar voor de klas. Ze is nog net zo enthousiast over haar vak als op de eerste werkdag. Janny gaf les aan alle groepen en werkte op vier scholen voor 2 schoolbesturen.
Ben je echt nog net zo enthousiast?
Ja, dat is echt waar. Dat je met jonge kinderen mag werken is fantastisch! Ze zijn elke dag weer verrassend. Elke dag vragen ze iets van mij dat ik goed kan.
Ik wil ze graag veel leren en houd van het sociale in een groep om me heen.
Er gebeurt altijd iets grappig, leuks, verrassends of verdrietigs. Onderwijs is een stukje voorspelbaarheid, zoals je rooster, én zit tegelijkertijd bomvol verrassingen. Ik ga nog steeds elke dag plezier met naar school.
Hoe doe je dat, zo enthousiast blijven?
Hmmmm…. Even denken ik het weet niet…
Doe je iets om bewust van je vak te genieten of het leuk te houden?
Ja, als er iets is goed gegaan, dan vind ik dat ik daar blij om mag zijn. Of de kinderen nu iets goeds doen of ikzelf. Bijvoorbeeld als ik een goede les gegeven heb of wanneer ik de kinderen voor het lapje heb kunnen houden. Daar geniet ik bewust van. Ik ben christelijk opgevoed en heb geleerd: ’tel je zegeningen.’
Wat doe je op minder geslaagde momenten?
Dan denk ik na: waardoor komt dat? Wat kan ik de volgende keer anders doen? Dat nadenken over het vak vind ik leuk. Net zoals dit interview. De afgelopen dagen heb ik veel nagedacht over mijn beroep omdat ik wist dat je ernaar ging vragen.
Ik weet nog dat we op de pedagogische academie (voorloper van de pabo) een opdracht kregen. Ik moest opschrijven waarom ik in het onderwijs wilde werken en hoe mijn toekomst als juf eruit zou zien. Ik heb het bewaard en lees het soms nog terug. De kern is nog hetzelfde.
Oh, wat bijzonder dat je dat nog hebt! Wat staat erin?
Hoe belangrijk ik het vind om het lokaal gezellig te maken. Bijvoorbeeld met planten. Dat doe ik nog steeds. Ook zag ik toen al de uitdaging in aandacht hebben voor het individuele kind en voor het groepsgebeuren. Dat is nog steeds zo. Die weegschaal moet aan het eind van de dag in balans zijn.
Wat is er wel veranderd?
Allerlei praktische dingen, zoals de uitvinding van de videorecorder en later het digitale schoolbord. Of het gelijke dagenrooster waar we nu mee werken. Dat heeft veel impact op je werk. Verder zie ik dat we nu meer aandacht voor de inbreng van kinderen hebben, voor hun eigen leerproces. Ik vond het altijd al de grap als kinderen met elkaar dingen ontdekten en zo leerden. Elk kind wil leren en dat is altijd zo geweest. Tegenwoordig is er meer aandacht voor dat eigenaarschap. Een mooie ontwikkeling, maar het moet niet doorslaan. Een leerling hoeft niet helemaal verantwoordelijk te zijn voor het eigen leerproces. Het mag kind blijven.
Heb je geen baaldagen?
Ja, natuurlijk wel. Als ik echt een aanvaring met een ouder of kind heb gehad, voel ik me daar onrustig over. Dan geef ik het tijd en ga ik een gesprek aan zodat we elkaar beter begrijpen.
Ik baal ook wel eens als ik heel moe ben en weet hoeveel taken na schooltijd moet doen.
En van de klok die veel te snel gaat op een dag. Het is een uitdaging om uitwendig naar de kinderen die rust te bewaren en ondertussen na te denken welke activiteiten je laat vallen. Daar ben ik steeds beter in geworden.
Wat is je favoriete moment van de dag?
De opstart, als de kinderen de klas inkomen. Er is dan ruimte om rustig de verschillen tussen de kinderen zien. De één komt binnen met een wedstrijdje ‘ik ben lekker eerder’, de ander met hele verhalen of juist heel stilletjes. Mooi hoe het zich dan samen vormt tot een groep waarin ieder kind thuiskomt.
Waar geniet je het meest van in een schooljaar?
De vieringen! Pasen en Kerst vier ik met mijn groep in de kring. Ik zet dan alles mooi neer. Kaarsje aan, mooi boek in het midden, daarom omheen de dingen die de kinderen zelf gemaakt hebben. Soms hebben we dan een prachtig diepzinnig gesprek. En vooral als ze zingen. Als je die kinderstemmen hoort, vanuit het diepste van hun tenen, dat is magisch!
Hoe zorg je dat je werk niet op de automatische piloot gaat doen?
Ik weet het niet. Het gebeurt gewoon niet. Sowieso verandert er veel in het onderwijs. Elke jaar, elke dag is anders. Je hebt sterke rekengroepen, sterke taalgroepen, groepen die heel homogeen zijn, of juist met veel verschillende achtergronden en niveaus. En zelf denk na: dit heb ik vorige jaar gedaan, wil ik dat weer doen? Ik houd niet van saai. Er moet wel iets te beleven vallen. Daarom plan ik mij programma ver vooruit. Vooral voor de creatieve vakken. Zo hoef ik niet steeds hetzelfde knutselwerk te doen. Ook haal ik veel inspiratie uit nieuwe methodes. Hoe werkt die nieuwe methodiek? Ik maak er altijd aangepaste materialen bij voor extra herhaling of verdieping. Werkt het niet, dan gooi ik het weg. En ik kijk graag bij collega’s in de klas. Van de paralelklas of leerkrachten die ik ontmoet tijdens studiedagen bijvoorbeeld.
Wat heb je in die jaren zelf geleerd?
Als je op je plek bent, kun je bloeien. Een keuze voor een beroep kan bij je passen of niet. Dat weet je niet altijd van tevoren. Ik ging naar de pedagogische academie omdat het me ‘handig’ leek. Het vinden van de juiste baan is voor de één een enorme zoektocht, voor de ander is het geluk hebben.
Verder heb ik geleerd dat volhouden belangrijk is, maar dat je ook mag zeggen: ‘ho, stop en niet verder.’ Morgen is er weer een dag. Er mogen moment zijn dat je even iets niet hoeft of iets niet kan.
Wat wil je andere leerkrachten meegeven?
Blijf van de kinderen én van jezelf houden.