Naam: Robert Kwist
School: Oranjeschool, Rotterdam
Geeft les aan: groep 1 t/m 8
Robert is onderwijsassistent, geeft socialevaardigheidstraining aan alle groepen, is voorzitter van de kinderraad en is verantwoordelijk voor de inrichting en het spel op het schoolplein.
Wat maakt jou een duurzame docent?
In mijn lessen sociale vaardigheden betrek ik de natuur. Ik laat de leerlingen zien: je staat niet op een eiland, maar je bent een onderdeel van de school, van de wijk en van de natuur. We maken de school groen met kamerplanten. In groep 6 heeft elk kind nu een stekje van een plant waar hij of zij voor moet zorgen. En de afgelopen jaren heb ik met anderen ervoor gezorgd dat we een groen-blauw schoolplein kregen.
Waarom wilde je het schoolplein graag veranderen?
Ons schoolplein was oud en lag vol stenen. De kinderen misten uitdaging en er gebeurden veel ongelukken. In de zomer was het heel heet en in de herfst stond het vol met plassen. Er moest íets gebeuren. Onze wijk is erg versteend en kinderen wonen in flats. Soms komen ze niet verder dan hun eigen straat. Ik wilde daarom op school een zo natuurlijk mogelijke omgeving creëren.
Hoe heb je het aangepakt?
Samen met de kinderraad hebben we de leerlingen over deze plannen verteld. Zij mochten daarna een eigen ontwerp voor het plein maken. Al die plannen hebben we aan een tuinontwerper gepresenteerd. Die is ermee aan de slag gegaan en dat plan hebben we door het IVN laten checken. Daarna hebben we het ingediend bij de gemeente voor subsidie. Dat is gelukt.
Hoe ziet het er nu uit?
We hebben een educatieve moestuin en een mooie klimboom met een boomhut. Er zijn bosjes, appelbomen en hoogteverschillen. Op de ondergrond liggen houtsnippers. En we hebben een ‘buitenklaslokaal’ met een podium waar je ook kunt optreden.
Is er geen voetbalplek?
Nee, het voetballen zorgde voor veel onrust. Bovendien kun je op veel pleintjes in de buurt al voetballen. En ook in het gymlokaal.
Wat voor spellen doen de kinderen nu buiten?
Ze zijn van alles aan het ontdekken, klimmen veel en gebruiken meer hun fantasie. De boomhut is bijvoorbeeld een winkeltje. ‘Wat wilt u kopen?’, vragen de kinderen. En dan krijg ik een houtstronkje als ijsje. Anderen willen een klusje in de moestuin doen. Ook wordt er nu verstoppertje gespeeld. Dat kon op het oude plein niet.
Je hebt ook de buurt erbij betrokken…
Klopt, we hebben ondernemers rondom de school gevraagd of ze iets konden bijdragen. De loodgieter heeft bijvoorbeeld een extra waterleiding naar de moestuin aangelegd. Ook maken we plannen om de kinderen ook na schooltijd op het plein te kunnen laten spelen.
Hoe maak je je collega’s enthousiast voor het buitenlokaal?
Er is weinig ruimte in het onderwijsrooster en naar buiten gaan kost tijd. Dat is ook op onze school zo. We rennen heus niet allemaal naar buiten. Daarom moet je vooral enthousiast en praktisch zijn. Ik geef suggesties die haalbaar zijn en bij de leerkracht passen. ‘Hoe leuk is het als je in het buitenlokaal gaat lezen met je klas?’ ‘Heb je de houtsnippers al gewogen met je leerlingen?’ ‘Leer de begrippen groot en klein eens in de moestuin aan.’
Heb je nog duurzame wensen voor de toekomst?
Ik wens dat het op scholen niet alleen om taal en rekenen gaat. Voor mij is ‘les in de natuur’ ook een basisvaardigheid. Het lijkt me daarom leuk om een uithangbord hiervoor te zijn. Ik ben geen milieuactivist of beleidsmedewerker, dat past me niet. Ik heb dat Rotterdamse van ‘geen woorden maar daden’. Ik laat graag andere scholen zien wat we hier gedaan hebben. En dat het werkt.
Wat wil je anderen meegeven?
Didactiek is belangrijk, maar vergeet de pedagogiek niet. Betrek duurzaamheid bij je pedagogische aanpak. Dan worden kinderen vrijer, vrolijker, creatiever en zorgzamer.