School: IKC De Eglantier in Delft
Geeft les aan: groep 3, 3/4 en 4
Aantal jaar voor de klas: 15 jaar
Op basisschool De Eglantier krijgen kinderen 30% van de tijd les in het Engels. Juf Marly is vakleerkracht Engels en coördineert het programma Tweetalig primair onderwijs op haar school.
30% van de onderwijstijd in het Engels, hoe ziet dat eruit?
School: IKC De Eglantier in Delft
Geeft les aan: groep 3, 3/4 en 4
Aantal jaar voor de klas: 15 jaar
Op basisschool De Eglantier krijgen kinderen 30% van de tijd les in het Engels. Juf Marly is vakleerkracht Engels en coördineert het programma Tweetalig primair onderwijs op haar school.
Elke kleutergroep heeft twee dagen per week een Engelssprekende juf of meester. In de midden- en bovenbouw varieert het. In elk geval zijn de gymlessen en de muzieklessen in het Engels. Ook wordt er minimaal één rekenles per week in het Engels gegeven. Voor de creatieve vakken en zaakvakken werken we thematisch. De Engelse en Nederlandse leerkracht geven dit vaak samen. Daarnaast staan er lessen Engelse taalvaardigheid op het rooster.
Zoveel Engels, mag dat eigenlijk wel?
Volgens de Wet op het primair onderwijs mag je op een basisschool 15% van de onderwijstijd lesgeven in het Engels. Wij krijgen vrijstelling, omdat we meedoen aan de pilot Tweetalig primair onderwijs. Samen met zestien andere scholen mogen we tot 50% van de tijd in het Engels lesgeven. Ook krijgen we financiering voor het programma.
Op welke manier leren kinderen Engels?
Zoveel mogelijk op de natuurlijke manier. Kinderen leren de taal vooral terwijl ze een ander vak leren. Daarbij gaan we uit van het one person, one language-principe: een leerkracht spreekt óf Engels óf Nederlands op school. En in onze didactiek herken je veel uit het NT2-onderwijs, zoals: visueel maken, herhalen en het bieden van taalsteun.
Je bent leerkracht, coördinator en spreekt vloeiend Engels. Hoe heb je jezelf voor deze functie opgeleid?
In eerste instantie heb ik me gespecialiseerd in vroeg vreemdetalenonderwijs. Ik volgde cursussen taaldidactiek bij Anglia en EarlyBird. Daarna heb ik een middenmanagements- en coachingsopleiding gedaan. En uiteindelijk een master Bilingualism in Education aan de University of Birmingham. Ik heb dankbaar gebruikgemaakt van de lerarenbeurs.
Wat vind je zo mooi aan tweetalig onderwijs?
Dat kinderen leren communiceren in een andere taal, maar het gaat verder dan dat. Ze leren dat de wereld groter is. Dat ze kunnen communiceren met kinderen uit andere culturen en landen. Ik geloof dat ze daardoor meer openstaan voor verschillen tussen mensen. Als ik kijk naar mijn wereld, heeft het Engels me zoveel gebracht. Doordat ik de taal echt beheers, heb ik veel diepere gesprekken met anderen. Dat gun ik de kinderen ook.
Hoe kom je aan genoeg Engelssprekende leerkrachten?
Nieuwe collega’s komen gelukkig vaak zelf naar ons toe. Het zijn Nederlandse leerkrachten die in het Engels willen lesgeven en daarvoor bijscholing volgen. Ook hebben we steeds meer mensen met een internationale achtergrond. Zo heb ik een Griekse, een Braziliaanse en een Ierse collega. Of het zijn leerkrachten die in Nederland wonen en tweetalig zijn opgegroeid. Elke leerkracht moet het Engels op minimaal B2-niveau beheersen en een pabodiploma of een vergelijkbaar internationaal diploma hebben.
Welke resultaten zie je?
Dit is het achtste jaar van de pilot. Het gemiddelde niveau van onze leerlingen in groep 7 was vorig jaar op het niveau van de eindtermen Engels van het vmbo. Voor spreken, luisteren, schrijven én lezen.
Daarnaast zien we ook andere effecten. Kinderen ontwikkelen meer zelfvertrouwen. Ze worden opener. Als een nieuwe leerling vanuit het buitenland in de groep komt, maken ze makkelijker contact. En als team verbeteren we onze didactische taalvaardigheden. Ik geef elk jaar les aan groep 3. Het valt me op dat het Engelse taalniveau van de kinderen aan het begin van het schooljaar steeds hoger is. Ze leren dus steeds meer in de kleutergroepen.
Leiden andere vakken niet onder al dat Engels?
We volgen de kinderen zorgvuldig op alle vlakken, met een leerlingvolgsysteem, observaties en methodetoetsen. Onze conclusie is dat de andere vakken er niet onder leiden.
Verandert het team door de keuze voor tweetaligheid?
Ja, ook omdat de instroom verandert. We hadden al veel kinderen met een buitenlandse achtergrond. Nu komen er ook meer expatleerlingen en kinderen met een tweetalige thuissituatie. Dat vraagt om nieuwe expertise. We zijn ons beter gaan verdiepen in meertaligheid. Daardoor ga je anders kijken naar je onderwijs. Bij een rekentoets of observatie kijkt nu zowel de Engelse als de Nederlandssprekende leerkracht mee. Zo vormen we een completer beeld van een kind. Want misschien kan een kind bijvoorbeeld wel tellen, maar weet het de Nederlandse labels niet? En in elk leerlingendossier staat nu duidelijk welke thuistalen een kind heeft.
Stopt het Engelse programma als de pilot is afgelopen?
Nee, daar ga ik niet vanuit. Volgend jaar loopt de pilot af. Wij mogen met het Engelse programma doorgaan totdat de politiek een besluit heeft genomen. Misschien kunnen straks alle scholen tot 30-50% in het Engels lesgeven? Komt er dan een bepaalde standaard, een kwaliteitskeurmerk of wordt alles vrijgelaten?
Stopt volgend jaar ook de financiering?
Ja, dan krijgen we geen geld meer van de overheid. We moeten kijken hoe we dat gaan doen. Het bestuur zegt dat ze erachter staan. Op dit moment betalen zij ook al mee. Verder kan een deel gewoon uit de formatie komen. Je hebt minder ‘Nederlandse’ leerkrachten nodig. Maar wel extra lesmateriaal, coördinatie en scholing. Ik denk dat je het kunt vergelijken met bijvoorbeeld een daltonschool. Die visie, dát is je prioriteit en daar gaat geld naartoe.
Vind je dat elke school zo intensief Engels moet gaan geven?
Nee, zeker niet. Ik denk dat het een heel bewuste keus moet zijn. Als team moet je erachter staan, bereid zijn om te investeren. Ik vind het echt gaaf wat wij doen, maar zonder kwaliteit is het geen meerwaarde voor de school. Aan de andere kant: als je als onderwijsprofessional ergens in gelooft, kun je het waarmaken.
Wat wil je andere leerkrachten meegeven?
Dat het heel waardevol is om een andere taal te spreken dan het Nederlands. Of het nu Engels is op school of Turks thuis. Het is aan ons leerkrachten om die meerwaarde te zien en te gebruiken.
Met Content Language Integrated Learning (CLIL) geef je een ander vak in het Engels. Zo is er meer lestijd voor Engels, terwijl de inhoud van het andere vak centraal staat.
De methode Join in heeft kant-en-klare CLIL-lessen. Lees er alles over op de site van Join in.