De ontlezing onder jongeren staat volop in de schijnwerpers. Maar de groep is verre van homogeen: van leeshaters tot boekfanaten en alles daartussenin. Hoe kan hun leesplezier aangewakkerd dan wel behouden worden? Drie boekhandelaren adviseren.
Waar het kinderboek voorzichtig in de lift lijkt te zitten – dit jaar werden er 5% meer kinderboeken verkocht tijdens de Kinderboekenweek dan in 2023; en 4% meer kinderboeken over het hele jaar – is het beeld over de ontlezing onder jongeren iets minder helder. Uit de landelijke analyse van de Monitor de Bibliotheek op school uit 2022-2023 blijkt dat leerlingen in het voortgezet onderwijs hun leesplezier met het stijgen der jaren steeds meer verliezen, waardoor ze steeds minder (graag) lezen. Met dank aan de verplichte leeslijst, waardoor 37 procent van de jongeren de zin in lezen verliest. Maar KVB Boekwerk constateerde in 2023 ook dat het aantal jongeren dat nooit of alleen op vakantie een boek leest, sinds 2018 gedaald is van 45% naar 35%. Het aantal jongeren tussen 12 en 25 jaar dat wekelijks een boek leest, is in die vijf jaar juist gestegen, van 39% naar 46%. Kanttekening bij dit alles: 40% van de tieners doet liever iets anders dan lezen. Oftewel, je hebt lezers en niet-lezers.
Griezelige tweedeling
Walter Jansen van de Arnhemse boekhandel Het Colofon noemt het een ‘griezelige tweedeling’: ‘Je hebt de groep die niet meer leest en voor wie laaggeletterdheid dreigt, en je hebt de jongeren die met gemak drie boeken per week lezen. Die weten ons moeiteloos te vinden: er zijn dagen dat we vooral jongeren in de winkel zien. Ooit had lezen een niet al te sexy imago, maar dat is voor deze groep totaal omgeslagen. “Hou jij niet van lezen?! Dat vind ik stom!” hoorde ik laatste een meisje tegen haar vriendin zeggen. Geweldig, toch?’
Janny Beima van boekhandel Broese in Utrecht ziet het ook: lezen is voor veel jongeren onderdeel van hun cultuur geworden. ‘Het is een manier om ergens bij te horen, bij een boekencommunity die elkaar vindt en volgt op social media.’ Voor die groep zijn boeken bijna een statussymbool, merkt ze. ‘Vaak zie ik tieners vijf, zes boeken afrekenen bij de kassa – best een bedrag op die leeftijd. Maar als ik vraag of ze die allemaal gaan lezen, blijkt dat het ze ook te doen is om boekbezit. Stapels boeken staan goed in je kamer, je hoeft niet per se álles te lezen.’ Niet alles misschien, maar wel veel. ‘Vanaf een jaar of vijftien hoeven wij ze niets meer te vertellen. Het is eerder andersom: zij kunnen óns vaak juist adviseren.’
Incidentele vragen
Maar hoe bereik je dan die jongeren die niet vrijwillig een boekhandel bezoeken? Die vraag blijkt nog niet zo makkelijk te beantwoorden. Waar boekhandels jongere kinderen over het algemeen (mede) goed bereiken via de warme contacten met basisscholen, gaat dat niet op voor het voortgezet onderwijs. Esther Vis van Van der Velde Boeken Zwolle: ‘Regelmatig lopen bevlogen leescoördinatoren uit het basisonderwijs hier de deur uit met stapels boeken en onze juffen/meestersavond werd goed bezocht. Maar bij het voortgezet onderwijs blijft het bij incidentele vragen. Daar lijken het meer eilandjes te zijn dan een geheel. Heel jammer, want wij kunnen goed adviseren over een divers boekenaanbod voor de mediatheek. Ik denk dat het veel zou schelen als er vanuit de overheid meer richtlijnen kwamen over het leesbeleid op middelbare scholen.’ Janny Beima ziet dit verschil ook: ‘Misschien komt dat door de schaalgrootte van de opleidingen, dat scholen minder overleg hebben over wat ze in huis halen – ik weet het niet precies.’
Young Adult verdient een plek
Leesplezier hangt ook af van een goede leeslijst. Esther Vis: ‘Er is zo’n goed aanbod aan moderne literatuur én aan goede Nederlandse Young Adult-literatuur (YA), maar niet alle scholen staan dat toe op hun leeslijst. Dat slaat nergens op.’ Walter Jansen is het daarmee eens: ‘Sommige docenten blijven hangen in hun vooroordelen en weren YA-boeken van de lijst omdat ze denken dat die niet stroken met wat de wet voorschrijft. Terwijl verschillende literatuurwetenschappers hebben aangegeven dat kwalitatieve YA zeker een plek verdient op de leeslijst. Op die leeftijd lees je over het algemeen nog geen Kafka – daar begonnen wij vroeger ook niet mee. Maar als je van lezen houdt, ontwikkel je je vanzelf.’
Wat de zaak nog bemoeilijkt is dat Nederlandse YA onder jongeren te lijden heeft onder een ‘raar imago’, zegt Vis. In het Engels lezen lijkt ‘hipper’ te worden gevonden, bovendien zijn Engelse pockets vaak goedkoper dan de Nederlandse vertaling. Vis: ‘Maar voor sommigen is Engels gewoon te moeilijk. Met een Nederlandse vertaling kunnen ze dan toch lezen wat ‘in’ is, in hun eigen taal.’ Jansen: ‘Ik zou willen pleiten voor een Nederlandse budgetlijn van YA; zo kunnen Nederlandse uitgeverijen toch concurrerend zijn met Engelse. En ik denk dat ze veel meer moeten durven uitgeven, bijvoorbeeld ook vertalingen van Engelse auteurs die nog niet doorgebroken zijn. De vraag is er.’ En leerlingen die graag Engels lezen, kun je wellicht makkelijker verleiden naar Nederlandse boeken dan leerlingen die helemaal niet lezen.
Enthousiaste jongeren
Gelukkig zijn er ook in het voortgezet onderwijs bevlogen leerkrachten te vinden die het verschil kunnen maken als het op lezen aankomt. Zo staat 78% van de havodocenten Young Adult-literatuur toe op de leeslijst; voor het vwo is dat bijna 63% van de docenten. En het bezoek van de mbo-docent die drie klassen meenam naar Broese staat in Janny Beima’s geheugen gegrift. ‘Veel van die leerlingen waren nog nooit in een boekhandel geweest en mochten allemaal een boek uitzoeken. Dat leverde fantastische gesprekken op, met heel dankbare en enthousiaste jongeren. Van dat soort docenten ontvangen we er heel graag meer!’
Leeskaarten voor het Voortgezet onderwijs
Leesvaardigheid is een van de belangrijkste basisvaardigheden. Of het nu gaat om Nederlands, Engels, Frans of Duits, in de taalmethodes VO van Malmberg is nadrukkelijk aandacht voor lezen. Ook in de vorm van motiverende leeskaarten. Los te gebruiken naast je methode. Nieuwsgierig? Download gratis een set Leeskaarten.