Hoofdstuk 1: Aan wiskunde heb je niks.
Dat is een goed begin voor een boek over wiskunde! In het verhaal gaat een enigszins knorrige en sceptische Alice zich op een bijzondere manier verdiepen in de wiskunde. Ze ontmoet een wiskundige die haar meeneemt naar Wiskunde Wonderland. Daar ontmoet ze natuurlijk de bekende figuren, zoals de Kolderkat en de Gekke Hoedenmaker, maar tijdens haar reis leert ze ook steeds meer over wiskunde. Een nogal briljant boek, goed voor zowel lees- als wiskundebevordering.
Tips om dit boek te gebruiken in de klas
- Dit boek is geschikt voor de bovenbouw, met name groep 7 en 8. Uiteraard kunnen kinderen met aanleg voor rekenen/wiskunde er eerder mee aan de slag. De ‘officiële’ doelgroep is 10 t/m 14 jaar. Dit boek is vooral interessant voor kinderen die al graag meer willen weten over wiskunde, als voorbereiding op de brugklas.
- Mocht je een ‘gretige’ klas hebben wat betreft lezen en wiskunde, lees dan eerst Alice in Wonderland voor. Dat maakt het lezen van dit boek nog leuker; de herkenning
- Het boek leent zich beter om zelf te lezen, maar voorlezen is best een optie, zeker de eerste hoofdstukken. Koppel er meteen een les aan: twee vliegen in een klap!
- Laat een kind uit de klas er een boekbespreking over houden.
- Geef eens een echte wiskundeles in plaats van rekenen en maak ze vast nieuwsgierig! (En als je nu denkt: wiskunde?! Dat kan ik niet! Dan lees je dit boek natuurlijk eerst even zelf.)