Een vogelboek voorlezen in je klas? Je gaat toch ook geen encyclopedie voorlezen?! Nee, dat klopt. Maar neem het gerust van ons aan: dit boek kun je voorlezen.
De oorsprong van het boek ligt in het jaar 1170. Cornelis Nozeman en Christiaan Sepp wilden een boek maken over vogels in Nederland. Samen werkten ze aan het vogelboek Nederlandsche vogelen dat een van de grootste en duurste boeken uit de geschiedenis zou worden. Na 59 jaar was het boek klaar. En nu heeft Bibi Dumon Tak er een ‘nieuwe’ versie van gemaakt met dertig vogels uit het oude boek: de oude tekeningen met nieuwe kennis. En dat heeft ze briljant gedaan.
Tips om dit boek te gebruiken in de klas:
- De teksten in het boek zijn geschikt vanaf ongeveer groep 5/6. Maar de tekeningen zijn geschikt voor alle leerjaren. Ook met kleuters kun je met dit boek lang zoet zijn.
- Lees af en toe eens een bladzijde voor, helemaal leuk als jullie ‘toevallig’ een bepaalde vogel gezien hebben in de buurt.
- Bestel in de bibliotheek een ‘kleine’ versie Nederlandsche vogelen of bekijk het oorspronkelijke werk digitaal op de website van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag (daar ligt het origineel). Bekijk samen met de kinderen de verschillen tussen toen en nu. De taal zal hierbij het opvallendste verschil zijn.
- Heeft een van de kinderen zelf een vogelboek om vogels te determineren? Leg ze naast elkaar. Wat is bijvoorbeeld het verschil in volgorde? Vergelijk vogels. Lijken ze op de tekeningen in Het heel grote vogelboek?
- In het vogelboek van Bibi Dumon Tak staan soms nog zinnen in oud Nederlands. Schrijf de zinnen op het bord en probeer ze samen te analyseren. Hoe is de spelling veranderd en wat staat er eigenlijk?
- Laat kinderen vogels bestuderen en natekenen. Laat ze de tekeningen in het boek goed bekijken. Hoe deed illustrator Sepp dat? Het internet staat vol met vogeltekentips.
- Hebben jullie het hele boek uit? Laat de kinderen een (online) quiz maken over de weetjes in dit boek.