Van Apekop tot Dwarsligger – Auteur: Simone Bijlard
Het omslag van dit boek is al heel uitnodigend. Behalve de pakkende titel zie je ook een heel herkenbaar beeld: een knalgele Nederlandse trein. Er is geen twijfel over het thema van dit boek: de Nederlandse Spoorwegen. De auteur is architect, en dat maakt dit boek een visueel pareltje. Ze maakt al haar tekeningen met de hand waarna ze alles inscant. Er zitten ook allemaal kleine grapjes in verwerkt. Dat maakt dit – qua inhoud toch wel pittige – non-fictie kinderboek extra aantrekkelijk.
Tips om met dit boek te doen:
- Dit boek is geschikt vanaf groep 6. Kinderen in de middenbouw kunnen ook wel veel plezier hebben van dit boek, maar het taalniveau is hoog. De teksten zijn wel opgedeeld in behapbare stukjes.
- Ook al is het niet echt een voorleesboek, toch is het leuk om er samen met de kinderen stukken uit te lezen. Omdat het onderwerp zo herkenbaar is, heb je al snel voldoende gespreksstof. Zelfs als kinderen zelden of nooit met de trein gaan. Door stukken voor te lezen, wakker je wellicht nog meer interesse aan bij de kinderen.
- Zijn er kinderen gefascineerd door treinen en wil er iemand heel graag een presentatie over houden? Dan geef je natuurlijk dit boek als bron. Maar je kunt ook verwijzen naar een speciale pagina van de NS over spreekbeurten.
- Is er een station in de buurt? Ga er eens kijken met je groep. Bedenk van tevoren een kijkwijzer (treinbingo) zodat de kinderen allemaal actief mee kunnen doen. Laat ze foto’s maken, treinstellen tellen, perronnummers analyseren etc. Je hoeft niet met de trein te gaan om toch een heleboel te leren over treinen!
- Het spoorwegmuseum is natuurlijk ook een interessante bron als het gaat over het thema treinen. Behalve dat je het museum met je groep kunt bezoeken, en dat ze een heel interessant techlab hebben, kun je ook een digitale les doen in de klas over hoe een trein eigenlijk werkt.