Even voorstellen: Pedro De Bruyckere, keynote spreker op Het Nationaal Taalcongres dat plaatsvond op 17 januari in het Beatrix Theater in Utrecht! Pedro’s keynote ‘Wat is de basis?’ ging over het fundament van taalvaardigheid.
Pedro, je bent een bekende naam in de onderwijswereld. Kun je ons, in een notendop, iets verrassends over jezelf vertellen dat we misschien nog niet weten?
‘Veel mensen weten dat ik pedagoog en onderzoeker ben en een hoop boeken heb geschreven. Minder mensen weten dat ik ook algemeen directeur ben van Leerpunt Vlaanderen: een kenniscentrum dat in 2022 is opgericht met als doel de onderwijspraktijk te versterken via wetenschappelijke inzichten. Wat nog minder mensen weten is dat ik een fervent gitaarverzamelaar ben. In een parallel universum ben ik professioneel muzikant, haha!’
Wat was het moment of de ervaring die jou ertoe bracht om je hart te volgen en in het onderwijs te gaan werken?
‘Ik heb het geluk gehad dat ik vroeger op school heel veel goede leerkrachten heb gehad. Dat is eigenlijk de reden geweest dat ik zelf leerkracht wilde worden. Het was dus geen speciaal moment. Toen ik afstudeerde van de lerarenopleiding vond ik mezelf nog te jong om fulltime voor de klas te gaan staan. Ik wilde dat op dat moment niet al voor de rest van mijn leven gaan doen. Mijn docenten raadden me daarom aan om naar de universiteit te gaan. Ik twijfelde tussen de studies Geschiedenis en Pedagogiek. Uiteindelijk ben ik Onderwijspedagogiek gaan studeren, zodat ik lerarenopleider kon worden. Ik dacht: ik kan zelf leerkracht zijn, maar ik kan ook toekomstige leraren opleiden. Zo maak je meer impact.’
Ik heb het geluk gehad dat ik vroeger op school heel veel goede leerkrachten heb gehad.
Wat vind je het mooiste aan je vak?
‘Als je als leerkracht in het basisonderwijs een leerling in groep 3 zijn of haar eerste zin hoort lezen, is dat natuurlijk een mirakel! Dat moment is onverslaanbaar. Maar meemaken dat je studenten enthousiast ziet worden over een bepaald onderwerp is ook een fantastisch gevoel! Daar krijg ik echt energie van.’
Tijdens het Nationaal Taalcongres heb je een keynote gegeven over het fundament van taalvaardigheid. Je sessie benadrukte een essentiële vraag binnen het basisonderwijs: hoe zorgen we ervoor dat elk kind de basisvaardigheden beheerst die nodig zijn om succesvol te zijn in zowel hun academische als persoonlijke leven? Kun je in het kort vertellen over jouw sessie? Want hoe zorgen we daarvoor?
‘Ik heb tijdens mij keynote met name gewaarschuwd voor een paar valkuilen. Eén = namelijk niet genoeg. Als je maar als individu blijft werken en niet als een team werkt, gaat het met de basisvaardigheden van leerlingen niet goedkomen. Ook als je je maar focust op één deel van de vaardigheden, ga je problemen krijgen bij leerlingen.
Er is op dit moment hernieuwd aandacht voor de basisvaardigheden, want het is gewoon nodig dat je deze bezit. Het gevaar daarbij is wel dat je dan de achtergrondkennis zou kunnen verwaarlozen. Voor begrijpend lezen is goed technisch kunnen lezen nodig. Maar om begrijpend te kunnen lezen, heb je ook achtergrondkennis nodig over het onderwerp. Je moet opletten dat je die achtergrondkennis niet verwaarloost. Als je een tekst geeft over baseball, maar je weet niks van baseball, dan is de tekst alsnog onbegrijpelijk. Welke achtergrondkennis en welke brede kennis willen we jongeren meegeven? Dat is een discussie.
Elke leerkracht is in feite een taalleerkracht.
Tegelijkertijd heb ik verteld hoe je die basisvaardigheden meegeeft. Namelijk door ervoor te zorgen dat de strategieën die je leerlingen aanleert voor spreken, schrijven en luisteren, door alle teamleden van de school op dezelfde manier moeten worden aangepakt. Elke leerkracht is in feite een taalleerkracht. Begrijpend lezen heb je bijvoorbeeld ook nodig bij het vak geschiedenis of aardrijkskunde; ook bij deze vakken wil je dat leerlingen de juiste informatie uit een tekst kunnen filteren. Daarom is samenwerking tussen leerkrachten essentieel. Een docent Nederlands kan uitleg geven aan andere docenten hoe hij of zij studenten aanleert hoe ze een tekst moeten benaderen. Hoe meer identieke elementen in de leerstrategieën van docenten, hoe groter de kans op transfer: dat wat je leert op de ene plek, spontaan toepast op een andere plek. Als alle leerkrachten dezelfde strategieën gebruiken, verhoog je die kans.’
Wat is in zijn algemeenheid jouw voornaamste doel met jouw boeken en spreeksessies?
‘Uiteraard probeer ik – ook op de lerarenopleiding – te zorgen voor de beste leraren. Dit probeer ik daarnaast als wetenschapper en als schrijver. Ik heb, achteraf gezien, tijd gestoken in dingen waarvan ik nu weet: daar had ik geen tijd in moeten steken. Bijvoorbeeld in leerstijlen. Ik wil dat de tijd die docenten en leerkrachten met hun leerlingen doorbrengen, zo optimaal mogelijk wordt benut, voor het beste onderwijs.’