De eerste weken na een vakantie moeten zowel leraren als leerlingen weer wennen aan het ritme op school en het dagelijks leven in de klas. In dit tweede artikel van de serie Elke dag met plezier aan het werk deelt onderwijskundige Marijke Willems een oefening om meer vriendelijkheid en onderlinge verbinding in de klas te creëren.
Zowel voor je eigen gezondheid als voor de kwaliteit van de leeromgeving is het van belang dat je ontspannen en met plezier in de klas bent. Alleen dan voel jij je veerkrachtig genoeg om effectief met lastige situaties om te gaan. Ook voel je de ruimte om samen lol te maken en het fijn en gezellig te hebben met elkaar. Want inmiddels weten we hoe belangrijk het contact is tussen leraar en leerling voor het welzijn en de ontwikkeling van leerlingen.
Stress en de hersenen
Spanningen en stress in de klas zijn dingen die we graag willen voorkomen. Wanneer jij als leraar veel stress en spanningen hebt, breng je dat onbewust over op je leerlingen. Als er veel onderling gedoe is in de klas, dan zorgt dat ook voor extra spanningen en stress in de groep. En wat doet stress met de leerhouding? Een beetje stress is functioneel, maar te veel stress zorgt ervoor dat de hersenen in de overlevingsstand gaan en een leerling onvoldoende openstaat voor nieuwe informatie.
Oefening: vriendschappelijke wensen
Zelf zorgen voor ontspanning en plezier is dus erg belangrijk. Ook kun je samen met je klas positiviteit en vriendelijkheid oefenen. Een hele mooie oefening die je gemakkelijk met je leerlingen kunt doen is de volgende:
- Zeg de kinderen te gaan zitten met de ogen gesloten en de handen op schoot. Iedereen ademt een paar keer in en uit. Doe dit zelf ook voor.
- Vraag de kinderen om vriendschappelijke wensen aan zichzelf te sturen. Bijvoorbeeld: dat ik gelukkig ben, dat mijn familie veilig is, dat ik gezond ben, dat ik fijn speel met mijn vriendjes, enz.
- Nu vraag je de kinderen om in gedachten iemand uit de klas te nemen – een vriendje bijvoorbeeld – en diegene in stilte lieve wensen te sturen. Bijvoorbeeld: ik wens dat je gezond bent, dat je blij bent, dat je dromen uitkomen, dat je lieve ouders hebt, dat je vaak met mij kunt spelen, enzovoorts.
- Dan vraag je de kinderen om dit te doen voor mensen die niet in de klas zijn maar die ze wel goed kennen. Zoals ouders, familie, buren, vrienden.
- A: Aan oudere kinderen kun je vragen of ze vriendschappelijke wensen sturen naar mensen of kinderen met wie ze moeite hebben of die ze vervelend vinden.
B: Bij jongere kinderen eindig je door de vriendelijke wensen voor zichzelf nog een paar keer te herhalen.
Einde oefening
Dan eindig je de oefening. Je kunt daarna vragen of iemand een wens wil vertellen. Voor leerlingen die hier moeite mee hebben kunnen dat mooie voorbeelden zijn. Leerlingen hoeven hier echter niet per sé iets over te zeggen. Je kunt dan bijvoorbeeld ook vragen naar hoe ze deze oefening hebben ervaren. En of ze het moeilijk of gemakkelijk vonden.
Wat zijn jouw ervaringen met deze oefeningen? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.
