School: ampus Special Needs van MosaLira in Maastricht, een school voor speciaal onderwijs, voorheen ZMLK, ZMOK en IVOO
Geeft les aan: leeftijdsgroep 10-12
Aantal jaar voor de klas: 32 jaar
Door een ongeluk kreeg Ger Homblen acht jaar geleden een dwarslaesie. Hij geeft drie dagen per week les in een rolstoel.
Wat gebeurde er?
Tijdens een verhuizing ben ik gevallen. Ik tilde met mijn zwager een bank over de leuning van het balkon van de eerste verdieping. Die leuning zat niet goed vast. Met bank en al viel ik naar beneden en brak mijn rug. Pure pech. De dokter zei nog: ‘Als je anders was gevallen, was je weer opgestaan en had je je kleren afgeklopt.’
Hoe verliep het revalidatieproces?
Dat was pittig. Je staat ineens op nul en moet met alles opnieuw beginnen. Met je dagelijkse routine, je kennis van je lichaam, je gezin, je hobby’s… Ik heb ruim een jaar gerevalideerd.
Wanneer dacht je: ik wil weer voor de klas?
De eerste maanden zat ik te veel in de emotie om over werken na te denken. Maar langzaamaan ga je denken aan je toekomst. Zo ging ik doelen stellen. In gesprekken met de hulpverlening merkte ik dat ik me verzette tegen het idee om 100% afgekeurd te worden. Ik vond en vind mijn werk intensief, maar erg leuk. Ik had mijn hart verpand aan de kinderen en het speciaal onderwijs. De band die je met deze kinderen opbouwt is zo bijzonder. Ik wilde niet zonder.
Hoe heb je dat aangepakt?
Het kwam van twee kanten. Mijn collega’s en directeur kwamen een paar weken na de val al op bezoek. ‘Je komt wel terug, hè?’ zeiden ze. De wens was van beide kanten heel sterk. Ik kreeg alle medewerking. Ik gaf aan dat ik niet wilde dat ze een baantje zouden creëren. Ik wilde gewoon mijn werk als leerkracht doen. Daarop haalden ze mijn lokaal naar beneden, pasten de ingang aan en maakten een invalidentoilet. Ik kreeg een parkeerplaats vlak voor de school en een ligbed op school om in de grote pauze op te liggen. Ik begon op therapeutische basis en werk nu drie dagen per week. Meer is voor mij niet mogelijk. Ik heb rustdagen nodig vanwege de pijn en voor mijn therapieën.
Hoe ziet een dag voor de klas met jou eruit?
Ik doe gewoon alles wat mijn collega’s ook doen. Ik zit in een actieve, compacte rolstoel. Daarin geeft ik les, scheidsrechter ik bij het voetballen en surveilleer ik op het plein… Als er een ruzie is, rijd ik mijn rolstoel tussen de vechtende kinderen in als het nodig is. Het heeft te maken met angst die je zelf hebt. Tuurlijk, ik ben extra kwetsbaar. Als iemand mijn rolstoel vasthoudt, kan ik niet bewegen. Toch heb hetzelfde gezag bij de kinderen als voor mijn ongeluk. Ze zien me niet anders dan toen ik nog liep. Je kunt zelf kiezen of die kwetsbaarheid een rol speelt. Gewoon proberen. Vallen en opstaan. Soms letterlijk. Mijn compacte rolstoel valt weleens om als ik een te snelle beweging maak. Nou ja, dan helpen de kinderen me er weer in.
Zijn de kinderen niet nieuwsgierig?
Jawel, ze stellen vragen die volwassenen niet durven stellen. En daar hebben ze in tegenstelling tot volwassenen geen dubbele agenda bij. Het is pure belangstelling. Ik geef op alles antwoord, nou ja tot op zekere hoogte… sommige dingen vind ik te privé. Een nieuwe klas is er na twee weken aan gewend en dan is het voor niemand bijzonder meer.
Kun je alles?
Bijna alles, ja. Ik geef bijvoorbeeld ook gewoon gym. Ik kan natuurlijk niet bij de touwen staan om iemand op te vangen. Maar er zijn genoeg gymlessen die je vanuit een rolstoel wel kunt geven. De grootste beperking is misschien dat ik elke dag om 16.15 uur naar huis moet. Dan moet ik eerst rusten en ’s avonds bereid ik dan nog wat dingen voor.
Is je rol in het team veranderd?
Nee, voor de collega’s ben ik ook nog steeds dezelfde Ger. Ik houd van een beetje zelfspot, heb er geen problemen mee als collega’s er een grapje over maken.
Hoe zie je je toekomst in het onderwijs?
Mijn toekomst wordt bepaald door hoe gezond ik blijf. Ik hoop dat als ik 67 ben, ik nog steeds voor de klas sta, maar ik denk het niet. Het is zwaar. Wat mensen vaak vergeten is dat mijn dagelijkse routines langer duren. Ik moet bijvoorbeeld om 5.30 uur uit bed om op tijd op school te zijn. Douchen duurt bijvoorbeeld veel langer. En als ik een blessure krijg, ben ik hulpeloos. Met een gebroken pols of schouders uit de kom kan ik me niet meer bewegen met mijn rolstoel. Ook denk ik dat het lastig is om te wisselen van werkgever. Hoewel, met de komende tekorten in het onderwijs… Het maakt niet uit. Ik wil nooit weg uit het speciaal onderwijs. Ik hoop nog heel wat jaren les te geven.
Denk je dat meer mensen met een lichamelijke beperking behouden kunnen blijven voor het onderwijs?
Absoluut, ik vind het zo gek dat je nooit iemand in een rolstoel voor de klas ziet! Je moet willen, kunnen en durven. En je werkgever moet meewerken. Makkelijk is het niet en misschien is het niet voor iedereen haalbaar. Alleen al als je bedenkt hoeveel ik mijn armen belast op een dag… Het kost veel energie, tegelijkertijd krijg ik ook veel energie van mijn werk. Mijn revalidatiearts zei: ‘Een dwarslaesie hebben, is topsport!’
Wat wil je andere leerkrachten meegeven?
Kinderen vragen zonder vooroordelen of dubbele agenda’s wat ze willen vragen. Pure belangstelling. Als we als volwassenen ook zo in het leven zouden staan, zou de wereld er anders uitzien.
Mag ik ook nog iets aan de pabo’s en de overheid meegeven?
Benader oud-leerkrachten en jongeren met een beperking. Zeker met de huidige tekorten. Laat dat talent en werkplezier niet verloren gaan!