School: Vlissingse Schoolvereniging
Geeft les aan: groep 5, coördinator programmeren
Aantal jaar voor de klas: 37 jaar
Meester Pieter-Paul ontwikkelde de leerlijn Programmeren en Robotica in het Basisonderwijs.
Waarom heb je die leerlijn gemaakt?
Ik ben geïnspireerd geraakt door het Engelse voorbeeld. Engeland heeft een verplichte leerlijn programmeren voor groep 1 tot en met 8. Ik zag het op tv en vroeg me af: waarom doen we dat hier niet? Toen ik me erin ging verdiepen, werd ik heel enthousiast, vooral van de didactiek. Het is ontdekkend en creërend leren. Kinderen krijgen een appje of robotje en kijken eerst hoe het werkt. Daarna gaan ze die kennis toepassen.
Had je helemaal geen ervaring met programmeren daarvoor?
Minimaal… Toen de eerste computers de school in kwamen, heb ik daar ooit programmaatjes voor gemaakt. Dat stelde niet veel voor…
Hoe heb je het aangepakt?
Ik heb eerst het internet afgestruind: wat bestaat er al aan middelen en losse lessen? Toen heb ik alles wat ik vond in een database gezet. Voor welke leeftijd het is en om welke programmeertaal het gaat bijvoorbeeld. Toen ben ik gaan selecteren. Ik vond het belangrijk dat je er ontdekkend, creërend en coöperatief mee kunt werken. Op basis van acht bestaande materialen en appjes heb ik een leerlijn gemaakt met handleidingen en werkboekjes.
Wat leren kinderen in de leerlijn?
Centraal staan vier basistermen: sequence, repeat, function en loop.
Een sequence is een heel precieze serie van opdrachten aan een computer of robot. Kinderen moeten daarbij vooruitdenken en in de juiste volgorde denken.
Bij repeat gaat om het herhalen van dezelfde taak achter elkaar. ‘Sla rechtsaf, sla rechts af, sla rechts af.’ In plaats van dit drie keer op te schrijven, kun je ook tegen de computer zeggen: ‘3x rechtsaf’.
Bij function koppelt de computer een aantal handelingen. Door op één knop te drukken, voert hij een hele serie opdrachten uit.
Een loop is een lus waarbij aantal opdrachten zich herhaalt.
Bijvoorbeeld: in het computerprogramma The Foos worden pizza’s bereid. Op een pizza caprese moet tomatensaus, kaas en basilicum. Kinderen leren eerst goed na te denken over de volgorde van de ingrediënten (sequence). Daarna maken ze een function, zodat de computer bij een nieuwe bestelling met één druk op de knop de pizza maakt. Dan komt er een grote bestelling van tien pizza’s. Tijd voor repeat.
Hoe ziet dit er concreet in de klas uit?
Het begint bij de jongste kleuters met bijvoorbeeld Bee-Bots. Dat zijn vloerrobots die in de palm van je hand passen. De kleuters proberen de Bee-Bot een stapel blokjes om te laten rijden. In de middenbouw wordt de opdracht: kies een muziekje uit en laat vier Bee-Bots synchroon een dansje doen.
In de bovenbouw werken kinderen met een Pro-Bot, een raceauto-robot. Die kan onder moeilijke hoeken draaien en je kunt er een tekenpen in steken. De Pro-Bot tekent dan de route die hij rijdt. Ook voor de bovenbouw zijn led-robots (Ozobots), die werken op kleurcodes.
Hoe kom je aan al die kennis en vaardigheden?
Zelfstudie. Ik heb per jaar tien weken vakantie en die breng ik door in een chaletje in de Vogezen. Het regent daar veel en ik vind het dan heerlijk om een dag me geconcentreerd in iets te verdiepen.
Maar ik ben ook geholpen door het LerarenOntwikkelFonds (LOF). Daar kun je een aanvraag indienen als je iets wilt ontwikkelen. Als die aanvraag wordt goedgekeurd, krijg je twee jaar begeleiding in een groep met acht leerkrachten. En je school kan jou wat ontwikkeluren geven, omdat het fonds de vervanging betaalt.
Wat is voor jou de kern van programmeren en robotica in het onderwijs?
Dat kinderen niet doen wat de computer hen aandraagt, zoals bij gaming. Maar dat de computer doet wat zíj willen. Niet consumeren, maar creëren.
Is zo’n leerlijn niet duur voor scholen?
Daar heb ik opgelet. Je bestelt de leerlijn bij mijn stichting voor 20 euro. Dat is puur voor de onkosten, zoals het onderhoud van de website. De helft van de materialen is gratis, zoals de appjes. Robots moet je wel aanschaffen. Die zijn er vanaf 70 tot 150 euro.
Het is een kwestie van keuzes maken. Vind je dit als school belangrijk? Dan kan ik me niet voorstellen dat er niet nog ergens 1000 euro op de plank ligt…
Veel leerkrachten zijn terughoudend op dit gebied. Begrijp je waarom?
Ja, heel goed. Dat komt vooral doordat ze er niet mee in aanraking komen. Wij hebben op school een studiedag georganiseerd. De leerkrachten werden in tweetallen met Bee-Bots door de school gestuurd. Op krijtvlakken op het plein liepen de Bee-Bots op commando’s: ‘vooruit’, ‘naar links’ enzovoort. Toen de collega’s het eenmaal gedaan hadden, waren ze heel enthousiast en werden ze heel creatief. Velen wilden de robot mee naar huis nemen…
Met de lessen ben ik in mijn klas (groep 5) begonnen. Mijn leerlingen hielpen daarna bij de lessen in de bovenbouw. En tot slot hielp de bovenbouw bij de lessen aan de kleuters… Het voordeel van ontdekkend leren is dat je het zelf niet allemaal hoeft te weten. Het moeilijkst is het om je mond dicht te houden en kinderen hun eigen fouten te laten maken, ontdekken en herstellen. Debuggen noemen we dat bij programmeren.
Wat wil je andere leerkrachten meegeven?
Maak gebruik van de energie die vrijkomt als kinderen zelf mogen ontdekken en creëren. Ongelofelijk. Daar word je helemaal blij van!
Wil je meer weten over deze leerlijn? www.prorobo.nl
Wil je graag in contact komen met Pieter-Paul? Stuur een mailtje naar: eppingsp@zeelandnet.nl