Hoe kunnen docenten jongeren betrekken bij het onderwerp duurzaamheid? Deze vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Uit onderzoek van Natuur- en Milieueducatie (NME) is naar voren gekomen dat jongeren tussen de 12 en 18 jaar afwijkende meningen hebben over duurzaamheid.
Ondanks deze grote verscheidenheid aan opvattingen, hebben jongeren wel één ding gemeen: ze willen graag een bijdrage leveren aan een beter milieu, maar willen niet dat dit te veel moeite kost.
Lekker lang douchen
Jongeren zijn goed op de hoogte van de maatregelen die ze kunnen treffen voor een schoner milieu, bijvoorbeeld door afval te scheiden en energie te besparen. Ze voelen zich betrokken bij milieuproblemen en maken zich er zorgen over, maar ze hebben toch een machteloos gevoel. Ook mag duurzaam bezig zijn voor hen niet ten koste gaan van hun genot: ze willen hun lange douche niet opgeven om water te besparen. Jongeren zijn ook niet bereid om meer geld uit te geven aan duurzame producten, zoals oplaadbare batterijen en biologische kleding.
Niet over één kam te scheren
Bij het onderzoek is gebruikgemaakt van het al bestaande YoungMentality-model, waarbij jongeren in worden gedeeld in zes groepen. Door jongeren specifiek te vragen naar het thema ‘duurzaamheid’ is een nieuw model ontstaan, waaruit naar voren is gekomen dat elk type jongere anders denkt over het onderwerp duurzaamheid, er andere dingen over wil leren en op een andere manier benaderd wil worden.
Interessant: technische snufjes
Over het algemeen zijn jongeren eerder gericht op (technologische) oplossingen voor de heersende milieuproblemen dan op de problemen zelf. Het liefst komen ze meer te weten over de nieuwste uitvindingen die ons kunnen helpen een positieve bijdrage te leveren aan het milieu. De manier waarop ze hier het liefst over zouden willen leren is door middel van beeldmateriaal (bijvoorbeeld natuurdocumentaires). Ze vinden het ook fijn en leerzaam om zelf actief aan de slag te gaan om iets aan het milieu bij te dragen.
Trendport, 2010