Het grote probleem van het onderwijs is dat leerlingen kennis en vaardigheden moeten leren die ze niet meteen nodig hebben. Wat moet je met de Wet van Archimedes als je twaalf bent? Wat moet je met Frans als je geen Frans vriendje of vriendinnetje hebt? Dat is een eigenschap van ons brein: we denken (en dus leren) alleen voor de korte termijn. Dit is het systeem van operante conditionering. Hoe werkt dit in het onderwijs? En wat hebben cijfers hiermee te maken?
In de theorie van het driedelige brein is operante conditonering leren dat zich afspeelt in het limbische systeem (zoogdierenbrein). Het is leren met behulp van straffen en belonen. De term ‘operante conditionering’ werd gebruikt door de Amerikaanse psycholoog B.F. Skinner (1904 -1990) om aan te geven dat een respons inwerkt (‘to operate on’) op de omgeving. Skinner is vooral bekend om zijn “Skinner Box”. Hij plaatste een dier in de kooi. Vroeg of laat zal hij bij toeval tegen een hefboompje stoten waardoor er voedsel in de kooi valt. Vanaf dat moment zal het dier steeds meer tegen de hefboom duwen en dus “beloond” worden met voedsel. Dit proces noemen we operante conditionering.
Onbewust gebruiken docenten operante conditionering voortdurend als motivationeel instrument. In de inleiding noemden we al dat leerlingen uit zichzelf niet iets leren wat ze niet meteen nodig hebben. Als je dertien bent, kunnen je leraren en je ouders je wel de les lezen over het belang van op tijd beginnen met studeren, maar waarom zou je nu al gaan leren voor je proefwerk, als het proefwerk pas over een week is? We vertonen daarom uitstelgedrag. En niet alleen leerlingen stellen uit. Dat doen volwassenen ook! Het is normaal menselijk gedrag. U ziet hier het conflict tussen onze hersenschors en het limbische systeem. Helaas is het limbische systeem sterker. Daarom zetten wij, docenten, graag een systeem in van belonen en straffen vanuit ditzelfde limbische systeem. Operante conditionering dus. Wij geven cijfers! Wie het goed doet, krijgt een beloning, een voldoende. Wie het slecht doet krijgt straf , een onvoldoende. Onze leerlingen leren dus niet om kennis te verwerven, maar om een goed cijfer te krijgen. Cijfers hebben waarde op zich gekregen. Conclusie: Het geven van cijfers vormt een tweesnijdend zwaard. In de volgende aflevering in deze reeks zullen we zien dat dit een dubbel effect heeft: goede cijfers bevorderen het leren, slechte cijfers verhinderen (uiteindelijk) het leren.