Visueel-ruimtelijke intelligentie verwijst naar het vermogen om van de wereld van de ruimte een innerlijke voorstelling te maken. In de praktijk gebeurt dit bijvoorbeeld door piloten die navigeren door de grote wereld van de ruimte.
Dit vermogen wordt ook gebruikt door mensen die zich richten op de kunst, zoals een beeldhouwer, een schilder of een architect.
Een fraai staaltje van een visueel ruimtelijke voorstelling is de Möbiusband van de Nederlandse graficus Maurits Cornelis Escher. Dit is een driedimensionale afbeelding waarop mieren lopen.
De eigenschappen van de band van Möbius zijn zodanig, dat deze ruimtefiguur slechts één kant en één rand heeft. Volgt men de mieren op hun tocht, dan zal blijken dat ze oneindig door kunnen lopen zonder een rand om te gaan, en toch het hele oppervlak bewandelen.
Wat zijn kenmerken van visueel-ruimtelijke intelligentie?
Leerlingen die beschikken over deze intelligentie:
· kunnen zich goed in de ruimte oriënteren;
· “zien” oplossingen voor problemen;
· denken in plaatjes en beelden;
· zijn gevoelig voor kleuren;
· hebben ook voor details;
· zijn beelddenkers.
Om kennis te maken met deze intelligentie en met de Möbiusband zijn we op bezoek gegaan bij docent wiskunde H. Peters van de OSG Winkler Prins in Veendam. Bij de les was ook Peter Riksten aanwezig, een LIO van de Rijksuniversiteit Groningen. Peter heeft een kort verslag van de les gemaakt:
‘Onlangs maakte ik een les mee van een vwo4-klas over ruimtelijke figuren. De leerlingen kregen twee kunstwerken van Escher te zien. Een Möbiusband en een Möbiusband die in de lengterichting door midden is geknipt. Door in groepjes te proberen de banden na te maken met papieren stroken moesten de leerlingen uitzoeken of deze Möbiusbanden in het echt kunnen bestaan. Het lukte de meeste groepjes om de eerste Möbiusband goed na te maken. Het namaken van de tweede Möbiusband bleek een aanmerkelijk stuk lastiger, maar toch slaagde een groepje erin om ook deze Mobiusband na te maken. Blijkbaar kan de tweede dus ook in het echt bestaan’. Peter Riksten, LIO aan de Rijksuniversiteit Groningen (De beide Möbiusbanden zijn te zien in het filmpje).
Hoe kun je leerlingen met visueel-ruimtelijke intelligentie herkennen? Deze leerlingen houden bijvoorbeeld van knutselen, ontwerpen, schetsen. Zij leren het best door innerlijke voorstellingen van de werkelijkheid te maken. Op geavanceerd niveau zijn ze bijvoorbeeld goed in ruimtelijke beeldvorming, bijvoorbeeld bij geometrie. Zij zijn goed in het ontwerpen, lezen en interpreteren van bouwtekeningen.
Kortom, het is een intelligentie met grote persoonlijke en maatschappelijke waarde. We kunnen leerlingen helpen deze intelligentie te ontwikkelen door bijvoorbeeld leerstof te visualiseren, gebruik te maken van metaforen, te schematiseren en te schetsen.
Overigens was ook in deze les te zien hoe leerlingen met andere intelligenties het probleem op andere wijzen benaderden. Bij een deel van de leerlingen kreeg bijvoorbeeld de verbaal-linguïstische intelligentie de overhand. Dit is geheel in overeenstemming met de theorie van Gardner: mensen hebben de neiging hun sterke intelligenties in te zetten bij een veelheid van taken.