Een nichtje van mijn vrouw is vorige week vijftien geworden. Een leuk kind en ook nog eens hartstikke slim. Ze zit in jaar drie van het voortgezet onderwijs, gaat met plezier naar school en is als sinds de basisschool elk jaar de beste of een na beste van de klas. Hoe we dat weten? Haar ouders hebben alle rankings die ze in die jaren heeft verzameld aan de muur gehangen: de beste kinderen van de klas met grote letters bovenaan en naarmate je verder naar beneden kijkt worden de letters kleiner, zodat het nog vrij veel moeite kost om te zien wie de beschamende dertigste plaats bezet. Als er bezoek komt bij mijn zwager en schoonzus wordt vol trots aan iedereen verteld dat Adela echt de allerslimste van de klas is.
Standaard ranking
Misschien bent u geschokt door deze opzichtige opschepperij? Ik vergat nog te vermelden dat Adela in Indonesië woont, waar het – net als in veel andere landen – een standaard gebruik is om leerlingen samen met hun rapport een dergelijke ranking mee te geven. De gedachte erachter: iedereen wil hoog op die lijst staan, dus dan wordt er wel hard gewerkt. Maar hoe zit het met de arme leerling die wel hard werkt maar voor wie dat niet genoeg is, denk ik dan altijd bij mezelf?
Not done
In het Nederlandse onderwijs doen we er alles aan om de kinderen een rijk en motiverend leerklimaat mee te geven en in onze cultuur wordt uitblinken niet zonder meer gestimuleerd. Toch kun je geen vakblad openslaan zonder iets te lezen over excellente scholen en dito leerlingen, opbrengstgericht werken, meten is weten, hoge resultaten, etcetera… We meten en toetsen wat af in het Nederlandse onderwijs, maar openlijk laten zien wie de beste leerling is en daar een beloning tegenover stellen lijkt toch not done in de meeste scholen. Naar mijn mening manoeuvreren we onszelf hiermee in een wat ongemakkelijke spagaat.
Trots uitdragen
Kinderen zijn van nature competitief, kijk naar alle rankings die in hun virtuele spelwerelden voorkomen, het fanatisme waarmee wordt gesport en hoe ze bijvoorbeeld nog jaren van klasgenoten onthouden wat die voor CITO score had in groep 8. Kunnen we niet iets meer van het goede van deze competitie in ons onderwijs stoppen – zonder door te slaan en met behoud van al het goed motiverende en veel aandacht voor de zwakkere leerlingen? Ik geloof in de kracht van elke leerling – iedereen is ergens goed in en dat mogen we best met meer trots uitdragen, het komt de resultaten van leerlingen, scholen en Nederland als kenniseconomie vast ten goede.
Dit is geen pleidooi voor een situatie zoals ik in de eerste alinea beschreef. Overigens, Adela heeft door haar goede resultaten de keuze voor de volgende school (bovenbouw VO) in eigen hand. Zij kan hierdoor naar een kwalitatief goede staatschool, waarvoor ze dan ook geen registratiegeld hoeft te betalen. Dit scheelt haar ouders zo’n 3 tot 5 miljoen rupiah, wat toch een heel aardig maandsalaris is in Indonesië. Ik begin geloof ik steeds beter te snappen waarom juist ook de ouders zo’n groot belang aan die ranking hechten…
Wat denkt u? Is competitie in het Nederlandse onderwijs een goed idee?
Hans Prins – uitgeefmanager VO