Home » Onderpresteren

Onderpresteren

Een jongen kijkt dagdromen van zijn schoolwerk op

We verbinden onderpresteren vaak aan kinderen die hoogbegaafd zijn, maar onderpresteren kan op alle niveaus voorkomen. Ook is het lastig te meten. Dit maakt onderpresteren een complex thema. Maakt het eigenlijk uit of je onder je niveau presteert?

Portret van Cuny van Uden

Cuny van Uden is orthopedagoog, gz-psycholoog en psychotherapeut. Zij heeft een eigen psychotherapiepraktijk waar zij jeugdigen en volwassenen met uiteenlopende hulpvragen behandelt. Daarnaast is zij jaren verbonden geweest aan het primair en voortgezet onderwijs.

Het verhaal van Ryan

Ryans eerste jaren op de basisschool verlopen soepel: hij maakt makkelijk vriendjes, luistert goed naar de leerkracht en doet altijd leuk mee. Het contact met zijn ouders en school is goed.

In de loop van groep 6 verandert dit. Op schooldagen zien Ryans ouders thuis een ongelukkig jongetje. Dit begint steeds eerder, van maandagochtend, naar zondagavond, naar de hele zondag. Ryan klaagt over buikpijn, heeft geen eetlust en geen zin in school. Zijn ouders snappen niet wat er aan de hand is. Volgens Ryan heeft hij het leuk met zijn vriendjes, de juf is leuk en hij heeft niet het gevoel dat de stof te moeilijk is. Ook lijken er geen medische verklaringen voor de gedragsverandering.

De leerkracht schrikt van het beeld dat de ouders schetsen. De resultaten zijn toch prima en Ryan vermaakt zich met zijn vriendjes. Ze had geen idee dat Ryan niet goed in zijn vel zat. Wat nu?

Observaties

De eerste stap is in gesprek met Ryan, zijn ouders en de school te onderzoeken wat er aan de hand is. De IB-er wordt erbij betrokken om het proces te overzien. Uit een observatie in de klas komt naar voren dat Ryan wat stiller is en minder enthousiast meedoet tijdens klassikale momenten dan in eerdere leerjaren. Hij lijkt een beetje uit te staan. In de pauzes leeft hij op en voetbalt hij erop los.

Er wordt gekeken naar zijn leerresultaten. Ryan haalt inderdaad nog steeds prima cijfers, maar ze zijn wel minder goed dan afgelopen jaren. Door wat taken samen te maken krijgt de leerkracht meer zicht op zijn aanpak en leerstijl. Ze krijgt het gevoel dat hij meer zou kunnen. Hij lijkt zichzelf niet meer uit te dagen een stapje extra te zetten, zoals hij eerder wel deed. Hierdoor haalt hij gemiddelde resultaten, waar hij eerder ruim boven gemiddeld scoorde.

Olievlek

Het wordt steeds lastiger Ryan te motiveren om naar school te gaan. Hij is snel boos, heeft huilbuien en klaagt over vermoeidheid. Ook heeft hij minder zin om met vrienden af te spreken. De problemen lijken zich als een olievlek uit te breiden en Ryans ouders maken zich steeds meer zorgen.

De term hoogbegaafdheid valt. Dat zou veel verklaren: zijn afgenomen intrinsieke motivatie, zijn gevoelens van frustratie en zijn gestagneerde leerresultaten. Maar uit een intelligentieonderzoek blijkt geen hoogbegaafdheid. Wel komen allerlei andere termen naar voren: een disharmonisch intelligentieprofiel, onderschatting als gevolg van minder sterke verbale capaciteiten en juist overvraging in planningsvaardigheden. Ryans ouders en de leerkracht weten niet goed wat te doen.

Dagelijkse praktijk

De onderzoeker helpt om de vertaalslag naar de dagelijkse praktijk te maken. Door het disharmonische profiel schat zijn omgeving Ryan verkeerd in. Omdat in groep 6 een grotere zelfstandigheid van hem wordt verwacht, beginnen zijn minder sterke planningsvaardigheden Ryan parten te spelen. Hij raakt het overzicht kwijt bij complexere taken en gaat deze dus uit de weg. Daarbovenop lukt het hem onvoldoende zijn gevoelens en gedachten om te zetten in woorden, zodat hij niet anders kan dan deze via zijn gedrag te uiten. Dit is zijn ‘schreeuw om hulp’.

Inzet op de juiste ondersteuning

Er is veel informatie over onderpresteren in combinatie met hoogbegaafdheid, maar een stuk minder over onderpresteren als gevolg van problematiek zoals aandachts- en concentratieproblemen, pervasieve ontwikkelingsstoornissen, angst- en stemmingsklachten of een onveilige thuissituatie. Dit zijn allemaal mogelijke factoren die maken dat een kind in de klas ‘er niet uit kan halen wat erin zit’.

Maakt het dus uit of je onder je niveau presteert? Ja! Het is erg, juist vanwege die onderliggende factoren. Onderpresteren is een signaal dat er iets in het leven van een leerling aan de hand is. Dat een kind hulp nodig heeft.

Signalering

Onderpresteren kan op allerlei manieren blijken en hoogbegaafdheid hoeft niet mee te spelen. Dat het kind opeens onvoldoendes haalt of zich verveelt, zijn bekende voorbeelden, maar er zijn meer manieren waarop hun gedrag kan veranderen. Het is belangrijk goed te kijken naar die veranderingen in gedrag, leerresultaten en werkhouding. Het vraagt veel afstemming en een nauwe samenwerking met de ouders. De thuissituatie en die op school samen vormen het totale plaatje. Met maar één kant in zicht is het een stuk moeilijker om een onderpresteerder te herkennen en te begrijpen. De volgende punten kunnen signalen van onderpresteren zijn.

  • Psychosomatische klachten: terugkerende en onverklaarbare medische klachten, zoals buikpijn, hoofdpijn en vermoeidheid. Vooral rondom de schooldagen spelen de pijntjes op.
  • Gedragsproblemen: boos en opstandig, brutaal gedrag, meestal voortkomend uit gevoelens van frustratie. Kinderen kunnen de oorzaak van hun gevoel niet goed verwoorden, waardoor ze er niet over in gesprek raken met hun ouders/verzorgers of leerkracht. De negatieve gevoelens uiten ze echter in hun gedrag, in de klas of juist in de thuissituatie.
  • Angst en stemmingsproblemen: teruggetrokken gedrag, somberte, geen zin in school.
  • Uitspraken als ‘ik verveel mij op school’, ‘de instructies duren zo lang’, ‘de meester/juf heeft geen aandacht voor mij of begrijpt mij niet’.
  • Veranderingen in (leer)gedrag ten opzichte van het vorige schooljaar.
  • Stagnaties in de leerresultaten: achteruitgang, stilstand in ontwikkeling, grillig beeld per domein of per periode.

Laatste onderwijsnieuws

Waarom schrijven met de hand goed is

In onze digitale wereld wordt schrijven steeds vaker vervangen door typen. Als dat de toekomst is van kinderen, waarom leren we ze dan nog steeds schrijven? Wat doet schrijven met een kind? Waarom is het belangrijk voor de motoriek? We geven vier argumenten waarom een toetsenbord het schrift nooit helemaal mag vervangen. Hoe maak jij […]

Bekijk
Een meisje met gewichten in haar handen

Column: De resultaten moeten omhoog

Terwijl juf Manon met groep 8 op kamp gaat denkt ze aan de strekking van de laatste vergadering: ‘Maak havo-leerlingen van kinderen die dat niet zijn.'

Bekijk

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.