Home » Ook zonder taalgevoel kun je leren lezen en spellen

Ook zonder taalgevoel kun je leren lezen en spellen

Portret José Schraven

José Schraven, bedenker van de methodiek ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’ en conceptauteur van de methode Staal spelling-grammatica, is al meer dan veertig jaar een gezaghebbende stem in de didactiek van technisch lezen en spellen in het basisonderwijs. In dit interview blikt ze terug op haar loopbaan en de ontwikkelingen in het Nederlandse lees- en spellingonderwijs.

Foto: Wilco van Dijen Fotografie

Als de geestelijk moeder van de methodiek ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’ (ZLKLS) en als drijvende kracht achter de veelgebruikte methode Staal spelling- grammatica heeft José een enorme invloed gehad op de taalontwikkeling van generaties kinderen. Haar gestructureerde aanpak, met veel stapsgewijze instructie en interactieve begeleiding, heeft aantoonbaar geleid tot betere lees- en spellingprestaties.

Dankzij haar nauwe betrokkenheid bij de praktijk weet José als geen ander wat werkt in de klas. Als een van de weinigen focust zij zich op de vakinhoudelijke basiskennis ten aanzien van het lezen en spellen en loopt zij niet mee met onderwijstrends.

Je hebt vele ontwikkelingen in het lees- en spellingonderwijs van de laatste decennia voorbij zien komen. Welke stappen zijn er gemaakt?

‘Veertig jaar geleden werd er op veel scholen in groep 4 en 5 bij lezen weinig gestructureerde leesinstructie gegeven. Kinderen werden in een AVI-groepje onder begeleiding van ouders geplaatst. Met de ZLKLS-aanpak geven leerkrachten nu gerichte leesinstructie. En bij spelling werkten veel scholen met woordpakketten die de kinderen moesten overschrijven. Maar na zes weken waren ze alweer vergeten wat ze geleerd hadden. Kinderen hebben veel meer structuur en ordening nodig, op basis waarvan ze steeds kunnen bepalen hoe ze een woord goed kunnen schrijven. Niet “groei schrijf je net zoals boei”, maar “groei is een aai-ooi-oei-woord en de regel is: ik schrijf /i/”. En niet alleen dit woord, maar alle woorden waar ze dit klankcluster horen, worden op deze manier geschreven.’

Hoe geeft je methodiek ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’ die structuur?

‘ZLKLS geeft de basiskennis waarover de leerkracht moet beschikken om effectief lees- en spellingonderwijs te geven, onafhankelijk van een methode. Nederlandse woorden worden geordend in groepen met overeen- komstige lees-schrijfwijze. Dat zijn de 35 categorieën. Dit is het denkkader voor de leerkracht en deze ordening leren de kinderen in zes jaar stapsgewijs. Alles staat in één boek bij elkaar, zonder allerlei fratsen. De inhoud begint makkelijk en wordt steeds verder uitgebouwd. Nieuwe onderdelen worden expliciet uitgelegd, zodat fouten voorkomen worden. De kernonderdelen van de les worden elke dag herhaald. Het is ook belangrijk om te weten welke woorden al gelezen mogen worden en welke nog te moeilijk zijn om te schrijven. Het technisch lezen en spellen zijn technieken die je veel moet herhalen en waarbij je veel feedback van de leerkracht moet krijgen.’

Hoe ziet goede feedback eruit?

‘Het is aan de leerkracht om dit goed aan te pakken. Je zegt niet alleen tegen een kind dat het fout is. Daar leert een kind niets van. Omdat we de ordening met decategorieën hebben aangeleerd, vraagt de leerkracht elke dag – en hopelijk niet alleen in de spellingles: “Welke categorie zit in dit woord en wat is de regel?” Leer de kinderen zelf na te denken. Dat wordt ook precies zo uitgewerkt in elke spellingles in Staal.’

Wat is jouw bijdrage aan Staal spelling-grammatica geweest?

‘Alle lessen vanaf de tweede helft van groep 3 tot en met groep 8 voor spelling zijn in Staal volgens de ZLKLS-manier uitgewerkt. Daarnaast hebben we een leerlijn grammatica toegevoegd. Je hebt bijvoorbeeld de persoonsvorm nodig om te weten hoe je een werkwoord schrijft. Als je kijkt hoeveel volwassenen fouten maken bij “het gebeurt vandaag”, blijkt wel hoe belangrijk die lesstof is. Bij “de vergrote foto” schrijf je “vergrote” volgens de regels van de spelling op, omdat het een bijvoeglijk naamwoord is. In de zin “Hij vergrootte de foto” is “vergrootte” de persoonsvorm en moet het volgens de regels van de werkwoordspelling opgelost worden.’

Je benadrukt het belang van ordening en spellingregels. Kun je dat toelichten?

‘Met de ordening van de categorieën maken kinderen mapjes in hun hoofd waar ze altijd op terug kunnen vallen. In die mapjes zit een regel die vertelt hoe je het woord moet schrijven. “Nieuws” hoort bij het mapje “eeuw-ieuw-woorden”, mapje gaat open en daarin zit de regel “Ik denk aan de /u/”. In de hogere groepen komt een woord als “vernieuwing”. Dat heeft drie categorieën die het kind moet onderkennen: een voorvoegsel, eeuw-ieuw en ng (zingwoord). Ook al heb je geen taalgevoel, dan kun je op deze manier toch zonder fouten leren lezen en spellen. Daarom is het zo belangrijk dat leerkrachten veel kennis hebben om het begrijpelijk uit te kunnen leggen.’

En gebeurt die begrijpelijke uitleg niet altijd?

‘Dat wisselt sterk. Het zou heel goed zijn dat op de pabo en bij de nascholing het accent veel meer op de vakinhoudelijke didactiek van het Nederlands gelegd wordt. Zodat leerkrachten boven de stof gaan staan.

Het gaat nu te vaak over processen, maar wat dat concreet moet inhouden, wordt te weinig geoefend. Men denkt te vaak dat als je zelf goed kunt lezen of spellen, je dit ook wel aan kinderen kunt uitleggen. Dat is een grote misvatting.’

En dat geldt ook voor het voortgezet onderwijs?

‘Ook in het voortgezet onderwijs gaat het fout, mede omdat docenten fouten niet laten corrigeren. Wat mij betreft wordt bij elk schoolvak ook de spelling gecorrigeerd en uitgelegd waarom iets fout was. Je leert spelling om eigen teksten zonder fouten te schrijven en zo helder te communiceren.’

Waarom zou je kinderen niet wat meer de ruimte geven om zelf dingen te ontdekken? 

‘Uit allerlei onderzoek blijkt dat voor technische vakken gestructureerde uitleg heel belangrijk is. Iets wat je als eerste aangeboden hebt gekregen en geleerd hebt, zit in je hoofd vast. Leer je kinderen iets meteen goed aan, dan weten ze dat. Maar laat je kinderen hun gang gaan, dan is iets fouts afleren veel moeilijker. Als de docent bij vioolles niet meteen instructie geeft over je houding en het goed vasthouden van de viool, en niet corrigeert, dan heb je binnen een jaar een blessure. Dat geldt bij veel vaardigheden. Laat je kinderen eerst vijf keer “ue” schrijven in plaats van “eu”, dan zit dat al in hun hoofd.’

Welke trends vielen je nog meer op?

‘Je hoort vaak dat onderwijs leuk moet zijn, maar het werkt juist beter om een les sober te houden en dezelfde routines aan te houden. Je moet het stapsgewijs opbouwen, zonder toeters en bellen. Hoe meer succeservaring, hoe leuker kinderen het gaan vinden. Werken op de computer vinden ze leuk, maar bij spelling is het veel effectiever om te schrijven op papier, omdat dat een veel bewustere hersenactiviteit is dan typen. Ook het werken in groepjes is afhankelijk van het doel van de les. Bij lezen, spellen en rekenen werkt de theateropstelling het best.

Wat is er mis met groepjes?

‘Kinderen kunnen zich in theateropstelling beter concentreren en de leerkracht imiteren. Als je verkeerd om zit, lukt dat niet en leid je elkaar af. Ik hoorde zelfs van een school dat de inspectie had aangegeven dat de theateropstelling ouderwets is. Maar als je naar een congres gaat, zit je toch ook zo?’

Je bent ook kritisch over bewegend leren. Maar is bewegen niet juist goed voor de concentratie en motivatie van kinderen? 

‘Bewegen is zeker zinvol, alleen daar waar het functioneel is. Zo wordt bij ZLKLS en in Staal de motoriek ondersteunend ingezet door middel van klankgebaren, categoriegebaren en natuurlijk de schrijfmotoriek. Laat kinderen vooral bewegen tijdens de pauzes en bij gym, maar niet bij lessen waar veel denkwerk nodig is. Heb jij ooit beter Frans geleerd omdat je tussendoor mocht springen?’

Wat motiveert je om al die jaren door te gaan?

‘Steeds is de reactie dat ZLKLS een van de weinige cursussen is waar leerkrachten meteen in de praktijk mee aan de slag kunnen. Als een leerkracht de lesstof helemaal in de vingers heeft, ontstaat er ruimte om ermee te spelen. En de kinderen voelen ook dat een leerkracht het heel goed weet en hen telkens een stapje verder brengt. Uiteindelijk is succeservaring de grootste motivator voor kinderen. Lukt het lezen en spellen, dan krijgen ze daar een boost van.’

Je blijft je inzetten voor beter lees- en spellingonderwijs. Ben je ook hoopvol?

‘Ik hoop dat de opleidingen en nascholing van leerkrachten meer aandacht gaan hebben voor vakinhoudelijke didactiek. Het geeft zoveel plezier
om te zien hoeveel je kinderen in een jaar kunt leren en dat ze zo dus kansen krijgen om zich verder in de maatschappij te ontwikkelen. Het moet niet van de bijles afhangen of een kind wel of niet succesvol wordt. Ik zie leerkrachten elk jaar weer opbloeien en genieten van het vak als ze weten hoe ze kinderen moeten aansturen en merken dat de kinderen daardoor steeds beter leren lezen en spellen. Dat gun ik elke leerkracht.’

In december 2023 is de Stichting Zo leer je kinderen lezen en spellen opgericht, een samenwerking van José Schraven en scholingspartners Shirley Snip, Karin van der Weijden, Wendy Ligt en Maureen Grevink. De stichting zet het gedachtegoed van José Schraven voort. Er komt een kenniscentrum en zij organiseren landelijke cursussen, teamtrainingen en implementatietrajecten.

Laatste onderwijsnieuws

Onbeperkt toegang
met je OvM account

Met het OvM account krijg je als onderwijsprofessional toegang tot meer artikelen en regel je welke informatie je wilt ontvangen. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief of Juf & Meester.