Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzoekt een nieuwe onderwijsvorm. Namelijk met scholen waarbij kinderen niet op hun twaalfde, maar op hun veertiende de overgang maken naar het voortgezet onderwijs. Hiermee willen ze de overgang van het po naar het vo vloeiend laten verlopen met een doorlopende leerlijn. Je leest er meer over in dit artikel.
Na groep 8 naar de middelbare school. Een spannende tijd voor veel leerlingen: een nieuwe school, een nieuwe klas, nieuwe vakken… Voor sommige kinderen komt deze overgang nog iets te vroeg. Daarom draait het Ministerie van OCW nu een pilot met het zogenaamde 10-14-onderwijs. Na groep 8 blijven leerlingen nog twee jaar op de basisschool en pas daarna kiezen ze voor vmbo, havo of vwo.
Doorlopende leerlijn
Door de keuze voor het voortgezet onderwijs uit te stellen, krijgen leerlingen meer tijd om te ontdekken welk onderwijs bij hen past. Tijdens deze ‘extra’ jaren werken docenten van het po en vo samen. In een doorlopende leerlijn begeleiden deze docenten de leerlingen bij hun overgang naar het vo. Leerlingen zijn gebaat bij een vloeiende overgang van basis- naar voortgezet onderwijs, zeggen de deelnemende scholen. De geleidelijke overgang zou leiden tot betere aansluiting bij het talent, de ontwikkelfase en de behoeftes van de leerlingen.
Flexibel onderwijsconcept
De eerste 10-14-school begon in 2012. Het onderwijs richt zich op een van de belangrijkste fases in de doorlopende leerlijn van 2 tot 18 jaar, aldus de aanhangers van 10-14-onderwijs. De basis van het onderwijsconcept is dat er meer flexibiliteit in keuzemomenten moet komen. Verdere uitgangspunten: het onderwijs is vraaggestuurd en gepersonaliseerd. Leerlingen werken met een persoonlijk ontwikkelplan, waarbij zelfsturing een belangrijk criterium is. Leerlingen zitten in pluriforme klassen met verschillen in niveau, leeftijd en leerstijl. Blended learning staat centraal.
Motivatie scholen
De motivatie van scholen om deel te nemen aan 10-14-onderwijs bestaat uit een aantal onderdelen:
- Het keuzemoment in groep 8 is een onnatuurlijke knip in de ontwikkeling van tieners.
- Uit de studie ‘Toekomstbestendigheid van het Nederlandse onderwijssysteem‘ van de Onderwijsraad, blijkt dat de selectie in het Nederlandse onderwijs te vroeg en rigide is. Leerlingen zouden baat hebben bij een ‘brede brugklas’.
- (Brugklas)leerlingen passen zich nu aan het nieuwe onderwijstype aan in plaats van de wenselijke situatie: onderwijs dat zich voegt naar de ontwikkelbehoefte van de leerling.
- Het op een vast moment indelen van leerlingen op basis van hun niveau doet geen recht aan de verschillende ontwikkelpaden.
Van concept naar praktijk
Met een goed plan om het concept in de praktijk te brengen, mogen alle scholen in Nederland een 10-14-school beginnen. Tot nu toe zijn er in Nederland twaalf scholen die 10-14-onderwijs geven. Maar de verwachting van de kwartiermakers van 10-14-onderwijs is dat het aantal initiatieven de komende jaren zal stijgen. De onderwijsinspectie en de PO- en VO-raad geven deelnemende scholen advies. Volgend jaar verschijnt naar aanleiding van de pilot een rapport met de bevindingen over het 10-14-onderwijs: Wat zijn de effecten? Zijn er eventuele struikelblokken? En wat zijn aanbevelingen. Zelf benieuwd naar het 10-14-onderwijs? Bezoek de conferentie ‘waar 10-14 onderwijs elkaar ontmoet‘ op 22 januari 2020.
Heeft een doorlopende leerlijn tussen po en vo enkel voordelen, of ook nadelen? Laat een reactie achter via onderstaand reactieformulier.