Basisscholen staan in de startblokken om Oekraïense kinderen op te vangen en onderwijs te bieden. Sommige zijn al begonnen. In samenwerking met gemeenten, de zorg, belangenorganisaties en gevluchte Oekraïners ontstaan er allerlei initiatieven die ervoor moeten zorgen dat kinderen een plek hebben om te kunnen spelen en leren.
Leerplichtige kinderen
Ongeveer 3 miljoen Oekraïners zijn op het moment van schrijven op de vlucht voor de oorlog in hun land. Een klein deel daarvan komt naar Nederland, waar op korte termijn plek is voor 50 duizend vluchtelingen. Op basis van de opvangcapaciteit verwacht het ministerie van OCW tussen de 15 en 25 duizend leerplichtige kinderen. Deze kinderen hebben in Nederland recht op onderwijs. Bij voorkeur worden Oekraïense kinderen opgevangen in het bestaande nieuwkomersonderwijs; scholen die extra voorzieningen hebben om vluchtelingen te kunnen helpen.
Nieuwkomersonderwijs
In het basisonderwijs zijn dat nieuwskomersklassen en in het voortgezet onderwijs zijn dat internationale schakelklassen (ISK’s). Niet overal is plek, dus met name schoolbesturen, gemeenten, kinderopvang, NGO’s en sport-, cultuur- en welzijnsorganisaties zijn nu hard aan het werk om tijdelijke opvang te organiseren voor leerplichtige kinderen uit Oekraïne. Zij maken bijvoorbeeld locaties gereed, zoeken personeel en zorgen voor activiteiten en het lesaanbod. De betrokken partijen krijgen hierbij steun van het LOWAN, dat met onder meer informatie, lesmateriaal en advies praktische hulp biedt bij het organiseren van onderwijs aan nieuwkomers.
In Nederland aangekomen, kunnen Oekraïense kinderen gewoon worden ingeschreven bij een (nieuwkomers)school. Er wordt dan gekeken naar de mogelijkheden voor nieuwkomersonderwijs of een tijdelijk alternatief. ‘Dit vraagt veel van de samenleving en van het onderwijs’, zo schrijft het ministerie van Justitie en Veiligheid in een brief aan de Tweede Kamer.
Initiatieven
Schooldirecteur Marlous Basart van Stichting Filios Scholengroep* in Oss coördineert, samen met een team, het inrichten van de onderwijsvoorziening voor de vluchtelingen in haar regio. Op de centrale opvanglocatie, een oud belastingkantoor, verwacht de gemeente 140 Oekraïense vluchtelingen. Vlakbij worden twee lokalen ingericht waar schoolgaande kinderen straks naartoe kunnen. Hier zullen ze in het begin vooral sociale activiteiten krijgen en na de meivakantie lessen in het Oekraïens en Engels. Dat gebeurt in samenwerking met onder meer culturele organisaties en sportcentra.
‘De focus ligt in eerste instantie op het creëren van een veilig en geborgen klimaat. We willen voornamelijk de kinderen elkaar laten ontmoeten en hen laten landen’, aldus Basart. Momenteel worden er al Oekraïense kinderen opgevangen in reguliere klassen, waar ze meedoen met bijvoorbeeld muziek- en gymlessen. De bedoeling is dat de opvang zoveel mogelijk centraal gaat plaatsvinden.
Uitdaging
Voor Basart en haar collega’s betekent dit een enorme organisatorische uitdaging. ‘Ook binnen onze scholengemeenschap hebben we te maken met een lerarentekort en zitten we omhoog. We hebben al vier nieuwkomersklassen met kinderen uit Afghanistan en Syrië die zouden moeten draaien, maar die een maand zijn uitgesteld wegens personeelstekort. Het is dus spannend hoe we het rond gaan krijgen.’
‘Met vrijwilligers, zoals tolken en gepensioneerde leerkrachten, komt de organisatie aardig vooruit’, zegt Basart. Ook binnen de Oekraïense gemeenschap wordt gekeken naar wie waar ingezet kan worden. ‘Via via proberen we contact te zoeken met Oekraïense leerkrachten. Met twee zijn we momenteel in gesprek.’
Hoeveel kinderen er precies gaan komen, weet Basart nog niet. Er wordt al nagedacht over mogelijkheden voor opschaling. ‘Als de oorlog lang gaat duren, wordt de opvang anders ingericht. We zullen moeten anticiperen op wat er in de wereld gebeurt.’
Wederzijds leren
Ook directeur Dorien Overvliet verwacht binnenkort de eerste Oekraïense schoolkinderen. Op de Fortgensschool* in Voorschoten is een lokaal ingericht voor maximaal twintig kinderen. Hier wordt straks vijf ochtenden in de week lesgegeven door Nederlandse en Oekraïense leerkrachten. ‘Het is een ingewikkeld plaatje, want sommige scholen hebben al te weinig mankracht’, zegt de schoolleider. Van Overliet hoopt daarom dat Oekraïense leerkrachten zo snel mogelijk zelfstandig mogen lesgeven. ‘Heel veel mensen zijn bereid iets te komen doen, maar voor de continuïteit is het belangrijk dat er bevoegde leerkrachten zijn.’
Hoewel het lesprogramma van de Oekraïense kinderen los staat van de reguliere klassen, zullen er contactmomenten zijn met de Nederlandse leerlingen. Zoals tijdens het buitenspelen. ‘We krijgen aardige reacties van ouders van kinderen. Ze bieden aan om mee te helpen waar nodig. Ook de collega’s moeten zich aanpassen en flexibel opstellen, maar iedereen doet z’n best.’ Op de lange termijn zal gekeken worden naar een grotere, centrale opvanglocatie.
Over de komst van de kinderen zegt Overvliet: ‘We kijken ernaar uit. Ik hoop dat er een wederzijds leren gaat zijn tussen Oekraïners en Nederlanders en dat er ook iets moois kan ontstaan.’
Meer weten?
De onderwijsinspectie deelt 43 vragen en antwoorden over nieuwkomers in het onderwijs.
Ben je ook betrokken bij de opvang van en het lesgeven aan de Oekraïense kinderen? Heb je eerder al andere vluchtelingen op school mogen ontvangen? Wat zijn je ervaringen? Deel ze met ons via onderstaand reactieformulier.
Foto: Shutterstock/Ruslan Lytvyn
*Stichting Filios Scholengroep in Oss en de Fortgensschool in Voorschoten zijn beide Klassewerkplek.