“Je kunt alles worden wat je wilt, als je er maar hard genoeg voor werkt.” Het is een uitspraak die we allemaal kennen. Maar met deze woorden schep je hoge verwachtingen. In onze maatschappij is het haast vanzelfsprekend dat je op het hoogst haalbare niveau presteert. Het resultaat is dat veel leerlingen uren bijles krijgen en een studie volgen die in het perfecte plaatje past, maar niet bij de persoon zelf. De prestatiedrang neemt het zo over van het plezier. Maar er is zoveel meer dan dagelijks uren studeren. Kortom, hoe stimuleer jij als docent jouw leerlingen zo dat ze een studiekeuze maken die bij hen past?
Uitdaging, hiërarchie en grenzen aangeven
Het is logisch dat een leerling uitdaging nodig heeft in het onderwijs. Uitdaging is belangrijk. Het prikkelt de hersenen en zorgt voor nieuwe verbindingen. Zo blijft een leerling betrokken, bezig en lerende. Maar waar trek je de grens? Neem bijvoorbeeld een vwo-leerling die niet per se aanleg heeft voor wiskunde, maar wel voelt dat hij het pakket Natuur en Techniek moet volgen. Dit terwijl het ‘pretpakket’ Cultuur en Maatschappij misschien beter past. Natuur en Techniek lijkt voor deze leerling uitdagend, maar kost tegelijkertijd veel moeite en studie-uren. Doordat bètavakken van oudsher hoger in de rangorde lijken te staan, beïnvloedt dat de keuze van de leerling. Hij wil niet onderdoen aan de verwachting, prestatiedrang en de hiërarchie in onderwijsniveaus. Johannes Visser pleit in de Correspondent daarom voor een andere vorm van uitdaging: “Uitdaging kan ook zijn: dat waar je goed in bent steeds iets moeilijker maken. School leert kinderen voor het hoogste te gaan, in plaats van de keuze te maken die het beste bij hen past.”
Bijles voor een beter studieadvies
Die keuze begint al ver voor het studieadvies, namelijk thuis aan de keukentafel. Het is logisch dat ouders het hoogst haalbare willen voor hun kind. ‘Het hoogste’ wordt vaak geassocieerd met ‘het beste’. En om het beste te bereiken, geven ouders volgens onderzoek van het Ministerie van Onderwijs jaarlijks gemiddeld 500 euro per jaar uit aan extra begeleiding. Een op de drie leerlingen krijgt, betaald of onbetaald, aanvullend onderwijs om dit doel te bereiken.
Moeite met leren
Maar niet elk kind leert even makkelijk. De praktische aanpak voor ouders is om dit te accepteren en realistisch te zijn over het onderwijsniveau dat hun kind aankan. Wordt een leerling die meer moeite heeft met leren op een te hoog niveau geplaatst? Dan wordt de leerling overvraagd en te hard gepusht, met negatieve gevolgen voor het zelfbeeld.
Signalering door docenten
Een leerling op het juiste onderwijsniveau plaatsen kan uitdagend zijn. Vooral als je wisselende studieresultaten en studiegedrag ziet. Soms wordt de inschatting van de leerkwaliteiten van een kind daarom verkeerd gemaakt. Hierin kun je als docent naderhand een belangrijke, signalerende rol spelen. Het kan immers altijd gebeuren dat een leerling niet op het juiste niveau zit. Daar blijkt echter ook een angst te liggen. Kim Hahn legde in 2021 een Klassen Meetup vast, waar gepraat werd over (on)gelijkheid in het onderwijs. Hier gaven docenten aan bang te zijn voor wantrouwen vanuit collega’s en de school als leerlingen een te hoog advies niet waarmaken: “Want je wilt niet aangesproken worden op je inschatting, als blijkt dat een kind niet aan je verwachtingen voldoet.”
Tegelijkertijd geldt dit ook voor onderschatting van een leerling. Een docent gaf tijdens deze Klassen Meetup terecht aan: “Maar dat is nog altijd beter dan de onderschatting van een kind, of het niet serieus nemen van een kind. Deze onderstimulatie ontstaat soms vanaf de geboorte, en uit zich in ontwikkelingsachterstanden wanneer het kind op school komt. En als het gedrag van de leerling als vervelend wordt beschouwd, zijn we al snel geneigd een kind te laten vallen.”
Communicatie in de klas
Wil je jouw leerlingen helpen een passende keuze te maken? Start met open communicatie in de klas. Praat met je leerlingen. Signaleer wat ze leuk vinden, waar hun sterke kanten liggen en wat hun zwaktes zijn. Bespreek dit ook met de ouders en haal de angel uit ‘het hoogste is het beste’. Of zoals Visser zegt: “Zeg tegen vwo’ers dat het ook oké is om niet naar de universiteit te gaan. Maak van ‘het hoogste’ niet alleen een hoofdzaak, maar ook een zaak van hart en handen. Laat ze schrijven, ontwerpen, maken.” Door leerlingen aan te moedigen hun hart te volgen en te experimenteren, geef jij als docent het beste voorbeeld. En wie weet: misschien inspireer je anderen zelfs wel zo dat ze in jouw voetsporen als docent treden.
Hoe bespreek jij studiekeuzes en studielast in de klas? Deel je tips en vragen via het onderstaand reactieformulier!